Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Het oude normaal

Niks is zeker in het leven, dat is het in 1984 ook al niet, maar als je naar een concert van de Achterhoekse boerenrockband Normaal gaat, zeker in die tijd, dan weet je zeker dat je straalbezopen naar huis gaat en dat de kans groot is dat je kleren niet heel blijven. Normaal, dat is zuipen en høken, Achterhoeks voor lol trappen, uit je pan rijzen of hoe je het ook wilt noemen. Hier zitten ze, in hun rijdende kroeg die ze overal mee naartoe slepen:

Het oude normaal

Buizen Beernd (Bennie Jolink, rechts), Brekken Jan Schampschot (Jan Manschot), Wimken van Diene (Willem Terhorst) en Kempen Paul Maelmoes (Paul Kemper), met in het midden Kleinen Hendrik, een boer uit de Achterhoek die als een soort mascotte van de band overal mee naartoe gaat en af en toe ook over het podium mag rennen. En niet alleen hij: Normaal maakt er een sport van om te spelen alsof het hun laatste concert is, dus elk optreden moet er eentje zijn om nooit te vergeten. Wat dat betekent?

Naakt over de bühne rennen, altijd een naakte boerenvrouw op het podium, alleen maar omdat ze dat zelf wil; moddergevechten in het midden van de zaal, boksduels tussen, alweer, topless dames en ja, af en toe komt Kleinen Hendrik zelfs het podium op om te ‘vechten’ met een echte beer: allemaal heel Normaal. Wij volgen Normaal in 1984, net nadat radiolegende Frits Spits hun hit Politiek heeft geboycot, een nummer waarin Bennie Jolink Nederlandse politici op niet mis te verstane wijze bezingt en hen neerzet als zakkenvullers en seksverslaafden (“Drankjes betaalt ze mooi niet zelf / dat wurt deur de staat geregeld / Met de seks geet ’t ok krek alens / der wordt flink gekegeld” ). Geen airplay zoals dat tegenwoordig heet, maar wel genoeg aandacht om hun cultstatus na oerknal Oerend Hard uit 1977 nog verder uit te bouwen. In de Achterhoek en andere boerenstreken welteverstaan: van de Randstad willen ze niks weten. Mick Froeling, de manager in die tijd:

“Normaal staat voor: alle mensen terugbrengen naar gewone normen, hen als normale mensen feest laten vieren op onze muziek en ons bier, in verzet blijven tegen het burgerlijke gedoe én... de emancipatie van de boer. Het platteland is ons werkgebied bij uitstek. In de grote steden, in de hele Randstad, doen we nauwelijks iets. Die lui moeten we ook niet hebben. Die lopen karakterloos achter elke trend aan. Nee, ons volk zijn de plattelanders, pure en standvastige lieden, die eenvoud en originaliteit weten te waarderen.” Hoe de band decennialang høken heeft overleefd, mag een godswonder heten, maar de band bestaat nog steeds. Vorige week kondigde Bennie Jolink, 73 inmiddels, met kinderlijk plezier een nieuw album aan dat de band momenteel opneemt, geheel coronaproof, in de studio in zijn mancave-schuur. Wanneer die uitkomt? “Gadverdamme nee,” lacht hij voor de camera van een regionale omroep. “Ik ben bijna 74, no more deadlines!” Oftewel: Normaal doet nog steeds wat het wil.