Dat Olivier van Meer geen voetballer zou worden is al vrij snel duidelijk. Het is immers lastig oefenen wanneer je een groot deel van je jeugd op het water doorbrengt. Olivier’s vader, technisch ingenieur van origine, is de trotse eigenaar van een 24 meter lange schoener, die hij eigenhandig heeft opgeknapt. Hij is een zeilfanaat van orthodoxe snit. De wind krijgt ten allen tijden de voorkeur over PK. Oftewel, wanneer er gezeild kan worden, dan wordt er gezeild. Machinale hulpmiddelen worden pas ingeschakeld wanneer het echt niet anders kan. Met dit dogma in het vaandel bevaren de Van Meers de Europese wateren. Soms met passagiers, soms alleen. De kleine Olivier groeit op met het geluid van klapperende zeilen, de deining van de golven en het leven op zee.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij zijn weg vindt naar de Enkhuizer Zeevaartschool. Wanneer de instelling in 1979 officieel wordt opgericht, is Olivier de eerste leerling die zich inschrijft. Zijn leraren worden weleens moedeloos van hem, want Olivier heeft meer passies dan varen alleen. Als kleinkind van een vermaarde Amsterdamse architect giert ook de bouwkunde hem door de genen. Hij vult zijn schooldagen met het tekenen van bootjes. Dag in dag uit. Na zijn opleiding gaat hij aan de slag als kapitein. Met zijn 17 jaar mag hij zich de jongste gediplomeerde kapitein van Nederland noemen. Hij verdient zijn brood door zeil- en vrachtschepen van A naar B te varen, maar komt er al snel achter dat de tekentafel harder trekt dan het roer. In 1984 begint hij zijn eigen bedrijf: Olivier van Meer Design.
Een hoog Agatha Christie-gehalte
31 jaar en ruim 800 projecten verder, vaart Olivier van Meer met het motorjacht Misha over de Enkhuizer waterwegen,
op een steenworp afstand van de schoolbanken waar hij zijn zeevaartopleiding al tekenend afrondde. Hij kijkt met plezier terug op zijn jeugd. ‘Hoe ouder ik word, hoe meer ik besef hoe speciaal mijn jeugd eigenlijk was,’ lacht hij, terwijl hij het jacht soepel door de nauwe vaarten van de Noord-Hollandse vissersstad stuurt. ‘Opgroeien op het water is heel bijzonder. Je leert echt genieten van je omgeving. Urenlang naar dolfijntjes kijken voor de kust van Noorwegen. En de motor stond altijd uit, daar was mijn vader heel extreem in, maar dat is achteraf gezien wel goed geweest. Je ondervindt op zulk soort momenten een gedwongen rust. Ik merk in mijn werk dat veel mensen moeite hebben met het vinden van rust. Ze altijd bezig, op zoek, op jacht. Het leven is voor hen een soort bucketlist.’
De Misha is niet van Olivier, maar eigenlijk ook weer wel. Hij heeft de boot tenslotte zelf ontworpen. De Zwitserse eigenaar klopte 15 jaar geleden bij hem aan met de vraag of hij een motorjacht voor hem kon ontwerpen. Het boodschappenlijstje van de Zwitser was niet bijzonder lang, zo herinnert Olivier zich. ‘Het vaartuig moest 6 slaapplekken, oftewel 3 hutten tellen, niet langer dan twintig meter zijn en snel kunnen varen. Verder wilde hij dat de boot in een klassiek Engelse stijl ontworpen zou worden, zoals de motorjachten waarin gefortuneerde Engelsen ten tijde van het interbellum hun boottochtjes maakten. Een hoog Agatha Christie-gehalte dus. Dat waren de richtlijnen die ik meekreeg en verder had ik alle vrijheid om het in te vullen, zoals het mij goeddunkte. Het is als ontwerper erg fijn om zoveel vrijheid te krijgen, maar dat betekent natuurlijk niet dat ik zomaar wat doe. Ik moet als ontwerper echt in de huid van de opdrachtgever kruipen. Het bouwen van dit schip was een levenslange droom van hem. Het is aan mij om die droom te verkennen, te begrijpen en uiteindelijk te realiseren. Je kan het wat dat betreft het beste vergelijken met het ontwerpen van een Italiaans maatpak. Alles moet precies zijn afgestemd op degene die het uiteindelijk gaat dragen.’
Golden retriever
Op de vraag hoe de boot aan zijn naam komt, begint Olivier te lachen. Hij wijst naar het raam van de kajuit waar de kop van een olijk kijkende golden retriever in gegraveerd staat. ‘Misha was de hond van de opdrachtgever. Hij hield zoveel
van dat beest dat hij het schip naar hem vernoemde. Dat was natuurlijk geen probleem, maar dat wil niet wil zeggen dat ik als ontwerper overal mee instem. Zodra je schepen ontwerpt die een associatie met een bepaalde tijd of stijl oproepen, zijn er wel bepaalde regels die je moet volgen. Als raamafmetingen of panelafmetingen afwijken van deze regels zal een kenner daar gelijk doorheen prikken. Het is aan mij als ontwerper om de wensen van mijn opdrachtgevers binnen deze stijlelementen te houden. Dat was in het geval van de Misha overigens geen probleem. Ik voelde de opdrachtgever van de Misha goed aan en vice versa. Er is tijdens het project, dat twee jaar duurde, een hechte vriendschap tussen ons ontstaan.’
De smalle vaartjes van Enkhuizen hebben ondertussen plaatsgemaakt voor het weidse IJsselmeer. Terwijl de oude
vestingstad langzaam uit het zicht verdwijnt, gaat de ontwerper dieper in op de band die hij tijdens projecten opbouwt met zijn opdrachtgevers. ‘Dat is inherent aan mijn vak. Vanaf de allereerste schets tot ver na de proefvaart ben je heel intensief met elkaar bezig. Dat kost erg veel energie en daarom doe ik maar een paar projecten per jaar. In zekere zin lijkt het een beetje op een huwelijk. Maar het geeft mij een kick om erachter te komen wat een opdrachtgever precies wil. Daar moet je gewoon heel veel energie in steken, want als je dat niet doet gaat de geest uit de fles. Ik merk dat deze manier van werken erg wordt gewaardeerd. Zo ben ik voor sommige klanten al een tweede of een derde schip aan het maken en dat is tamelijk uniek in deze branche.’
Ziet hij zichzelf als kunstenaar? Hij is even stil wanneer deze vraag hem wordt voorgelegd. Terwijl hij zwaait naar een voorbijkomende vissersboot formuleert hij zijn antwoord. ‘Ik zal zelf niet zeggen dat ik een kunstenaar ben. Ik ben bezig met esthetiek, met vormen en verhoudingen en daar zit wel een zekere relatie met kunst in. Ook de wijze waarop mijn werk tot stand komt heeft enige raakvlakken met het werk van een kunstenaar. Zo laat ik mij door van alles en nog wat inspireren: auto’s, architectuur, industriële vormgeving. Soms zit ik in een restaurant en merk ik dat alles klopt: de inrichting, het interieur, de kleuren. Dan wil ik weten waarom het klopt. Ik ben eigenlijk constant mijn omgeving aan het analyseren en uitkomsten van deze analyses pas ik toe in mijn werk. Maakt mij dat een kunstenaar? Zover wil ik niet gaan.’
De crisis
Zijn stijl van werken heeft zijn bedrijf geen windeieren gelegd, getuige de armada van vaartuigen die ondertussen zijn handtekening draagt. Van zeil- en motorjachten tot cruiseschepen en zelfs een expeditieschip, dat op dit moment de arctische wateren trotseert. Toch zijn er ook mindere tijden geweest. De gevolgen van de financiële crisis vonden ook hun weg naar zijn wereld. ‘Ik had tijdens de crisis genoeg te doen, dus voor mij persoonlijk is het niet echt problematisch geweest, maar ik merkte de gevolgen zeker wel. Opdrachten werden aangepast, uitgesteld en soms zelf afgezegd. Op dit moment is het weer helemaal aangetrokken. Dat wil echter niet zeggen dat die periode geen gevolgen heeft gehad. Ik merk nu echt dat opdrachtgevers op een andere manier hun geld uitgeven. Voor de crisis waren alle verhoudingen soms zoek. Sommige mensen smeten met geld, maar die tijd is voorbij. Er wordt over het algemeen beter nagedacht. Ik vind dat eerlijk gezegd helemaal niet erg. Rücksichtsloos smijten met geld komt het ontwerp niet altijd ten goede. En de lol ook niet.’
Lui zijn moet je leren
Het concept lol, of beter gezegd geluk, is iets waar hij graag over filosofeert. Het creëren van een geluksgevoel is tenslotte een belangrijk deel van zijn vak. ‘En dat is tegenwoordig makkelijker gezegd dan gedaan,’ zo betoogt de ontwerper. ‘Mensen zijn tegenwoordig veel te gejaagd. Wanneer ze een boot kopen, willen ze direct een reis naar de Cariben maken of om Afrika heen varen. Ik zeg dan altijd: ga nu eerst maar even helemaal niks doen. Gewoon lekker aan boord zijn en wennen aan het schip. Mensen schamen zich tegenwoordig om lui te zijn. Maar je hebt toch juist die boot om lui te zijn, denk ik dan. Gewoon lekker niks doen, genieten van je kinderen en met een borreltje op het dek naar de ondergaande zon kijken. Daar heb je zo’n schip voor.’
De jachthaven van Enkhuizen komt in zicht. Het is de tijdelijke ligplaats van de Misha. Volgend jaar wil de eigenaar met het jacht naar Noorwegen en de Oostzee varen. Tot die tijd moet Olivier een oogje in het zeil houden. ‘Dat is geen straf,’ aldus de geestelijk vader van het jacht. ‘Het is een geweldig schip om mee te varen. Dat komt door de rompvorm, de hoge kop, de lijnen en de gewichtsverdeling. Snelle, lichte schepen worden in zwaardere zeegang ontzettend onrustig. Daar heeft de Misha geen last van. Door een goede balans in gewicht beweegt het heel aangenaam. Bovendien ademt het schip de typisch Britse klassieke sfeer die de eigenaar voor ogen had toen hij mij vijftien jaar geleden benaderde. Ik zit hier s ‘avonds dan ook graag met een glas brandy muziek te luisteren. Lekker lui te zijn.’
Techspecs
Lengte: 19.80 m
Breedte: 6 m
PK: 2 x 750 pk
Type: Dubbel schroefs aluminium half glijder
Bouwjaar: 2003
Scheepswerf: Engelaer Scheepsbouw - VMG Yachtbuilders
Ontwerp: Olivier van Meer Design