Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Foiling Highschool: aan boord bij de Extreme Sailing Series

Met overmacht won Emirates Team New Zealand op Bermuda de 35ste America’s Cup finale. Waar leerden de slechts 26-jarige Kiwi-stuurman Peter Burling en zijn mannen zo goed foilen?

https://cdn.pijper.io/core/panorama-fallback1.png

Precies, in het circus van de Extreme Sailing Series. Nautique sprong op Madeira aan boord bij deze foiling highschool en vroeg de zeilers naar hun ervaringen.

'Sit here in the green square. Stay there. Hold tight. And most of all: enjoy!’ Het klonk wat streng, vond ik nog. Blijkbaar moet ik me als guest sailor vooral gedeisd houden. Maar vrijwel meteen ontdek ik waarom: zodra het echte zeilen begint, gieren links en rechts achter me lieren, slingeren schoten en lijnen en rollen zeilen in en uit. Zeilers springen lichtvoetig heen en weer en halen schoten in met lange halen. Of laten zich plat op hun buik vallen om onder de zeilen langs te speuren, naar plekken met de beste wind.

'Sit here in the green square. Stay there. Hold tight.'

Dan klinkt een luide luchthoorn, het startsein. De bries zwelt aan, de druk op de tuigage neemt toe. De wind zingt in het want en een van de zwaarden in het water trilt voelbaar bij het oplopen van de snelheid. Om ons heen klinkt geschreeuw van korte commando’s. ‘Coming up!’ roept de stuurman van achter op de boot. Het oceaanwater bruist wit rond de scherpe carbon drijvers. Dan, opeens, tilt een denkbeeldige reuzenhand ons op – de rompen uit het water – en geeft ons harde duw vooruit. ‘We’re foiling!’

Veel hogere snelheid

Op de kade treffen we Roman Hagara, schipper van het Red Bull Sailing Team. De goedlachse Oostenrijkse zeilheld – tweevoudig Olympisch gouden medaillewinnaar met de Tornado – is net terug uit Bermuda. Hij heeft van het trainen van jong zeiltalent zijn levenswerk gemaakt. Op het azuurblauwe water van de Great Sound van Bermuda begeleidde de inmiddels 50-jarige Hagara de jongerenteams in de Red Bull Youth America’s Cup. En nu is hij alweer hier op Madeira voor het derde raceweekend op de zeilkalender van de Extreme Sailing Series. Waar hij bij de verschillende teams veel van zijn jonge leerlingen opnieuw treft, maar dan als directe concurrenten op het water. En geduchte ook.

Red Bull Sailing Team vliegt over de finish

Hagara weet het zeker: ‘Als je écht goed wilt leren foilen onder uitdagende omstandigheden, dan is de Extreme Sailing Series de ideale leerschool.’ Niet voor niks gebruikten veel America’s Cup teams zoals BAR, Alinghi, Groupama en Emirates Team New Zealand dit circus als trainingsstage. ‘Het leerzame zit ‘m in het concept van stadium racing met snelle lichte catamarans. Dat was al in 2007, toen ze begonnen met Extreme 40, veertigvoets catamarans. Met de komst van de foilende GC32 multi’s begin 2016 is dat alleen maar sterker geworden. Close racing was het altijd al, maar toen we gingen foilen ging het ook nog eens op een hogere versnelling.’

De multihull-specialist, die zelf nog elke race het Red Bull Sailing Team schippert, geeft toe dat voor hem foilen wel even een shock was. ‘Foilen op zichzelf is vrij simpel. Je moet de foil aan de juiste kant op tijd laten zakken en hoeft dan alleen maar de hoogte en de hellingshoek te trimmen. Dat doet een van de vijf teamleden met de hand, met twee afzonderlijke lijnen. Doe je dat goed, dan heeft ze bij een bootsnelheid vanaf zo’n 15 knopen genoeg lift om je uit het water te tillen. Voor de wind is dat al vanaf zo’n 8 knopen windsnelheid.’

De meest schokkende verandering voor Hagara was de veel hogere snelheid, en daardoor de navenant kortere reactietijden op het water. ‘In de basis is zeilen met deze schepen net als gewoon zeilen met snelle schepen, maar dan nóg sneller. Vooral de snelheidsverschíllen zijn nu vaak enorm. Val je van je foils, dan komen de anderen heel snel dichterbij. Daardoor is het racen nog veel closer geworden. De foutmarge is minimaal. Vaak is het letterlijk centimeterwerk. Ik sta er nog altijd versteld van dat we ermee kunnen racen op zo’n klein baantje. Maar dit is de richting waarin het zeilen zich ontwikkelt. En eerlijk is eerlijk: het geeft een enorme kick. Dat is de reden dat ik dit nog altijd doe. Het is verslavend.’ 

De tacticus speurt naar gunstige wind

Koelbloedig matchracen

Even verderop lopen we Rob Bunce tegen het lijf, de 23-jarige schipper van Land Rover BAR Academy. Hij wandelt over de kade met een tevreden grijns. En daar heeft hij alle reden voor. Want wat zijn baas Ben Ainslie niet lukte, lukte Bunce en zijn team wel: zij wonnen letterlijk een week eerder op Bermuda de Red Bull Youth America’s Cup, de jongerencompetitie. Met een mooi staaltje koelbloedig matchracen kaapten ze de eindzege weg voor de neus van de teams van Nieuw-Zeeland en Zwitserland.

Als we Bunce vragen waar de basis van dat succes is gelegd, windt hij er geen doekjes om: ‘Die ligt hier, in de Extreme Sailing Series. We hebben als team de afgelopen seizoenen in deze serie gezeild en veel ervaring opgedaan in supersnel foilen. Dat heeft zeker geholpen. Want hoewel de GC32 en de AC45 Turbo (met wingsail, red.) heel verschillend lijken, zijn er vooral veel overeenkomsten. Het racen op krappe banen met vaak wisselende condities vergt het uiterste van je samenwerking en timing bij de boat handling. En natuurlijk van je tactische besluitvorming tijdens de race.’

In het drukke veld moet je goed om je heen kijken

Nog een voordeel, de races in de Extreme Sailing Series duren relatief kort, gemiddeld zo’n 15 minuten. Daardoor passen er veel races in een weekend, soms tot wel veertig in een vierdaags raceweekend. Bunce: ‘Dat betekent veertig keer starten, veertig keer de tactiek bepalen, veertig keer naar de eerste boei... Het is enorm intensief en leerzaam. Dat heeft zeker geholpen.’ Het is te hopen dat de Nieuw-Zeelanders voor de 36ste America’s Cup wel bij foilen blijven – vinden Bunce en zijn teamgenoten. ‘Daar hangen allemaal opleidingsprogramma’s aan, denk aan de eigen trainingsprogramma’s van de diverse teams en natuurlijk de Red Bull Youth America’s Cup. Officieel is het nog onzeker of die kan doorgaan, nu de Kiwi’s het voor het zeggen hebben. Maar het zou eeuwig zonde zijn als ze al die opgebouwde organisatie te niet zouden doen.’

Euforisch na de cupwinst

Een moment later stuiteren drie enthousiaste Kiwi’s van NZ Extreme Team langs ons over de kade, uitgelaten vanwege het mooie zeilen van zojuist en nog licht euforisch vanwege de cupwinst van “hun” team op Bermuda. ‘Het is nog steeds ongelofelijk. We zijn er super blij mee’, roept fokkenist Harry Hull. Net als zijn teamgenoten droomt ook hij ervan om over een paar jaar in Auckland bij de selectie te horen die namens Nieuw-Zeeland de Cup mag verdedigen. Veel trainen in echte racesituaties is daarvoor de sleutel, stelt hij, maar het aantal officiële mogelijkheden daarvoor is beperkt. De Extreme Sailing Series telt dit seizoen zeven Acts, de GC32 Sailing Tour slechts vijf, en deels overlappend. Zouden de heren niet graag meer raceweekends op de kalender willen? ‘Natuurlijk wel,’ lacht Hull. ‘Hoe meer hoe beter. Maar als dat niet kan, om wat voor reden dan ook, dan trainen we gewoon thuis. Op de GC32, of in andere klassen. Van elke klasse leer je weer andere dingen.’ 

Alles gaat op spierkracht, zonder hydraulische systemen

Hun landgenoot Adam Minoprio (32) - die in de Louis Vuitton Cup op Bermuda zeilde met Team France en in de afgelopen Volvo Ocean Race nog als tacticus hielp bij Team Brunel tijdens de in-port race in Lorient - gaat nog een stap verder. Hij zeilt GC32 voor Team SAP en kent de AC45 en AC50 van binnen en buiten. Hij kan alle drie de klassen uit eigen ervaring vergelijken en zijn oordeel is helder: ‘Een kweekvijver? Nee hoor, het is een topklasse op zichzelf. Extreme Sailing zeilen is veel moeilijker en veel zwaarder dan AC45 of AC50. Die laatste zijn met hun wingsail heel stabiel en makkelijk te controleren. Met een heel kleine beweging van de wing bereik je al precies wat je wilt. Op de GC32’s heb je zachte zeilen, lange schoten, travellers, daardoor zit er heel veel speling in alles. Er zijn geen hydraulische systemen, dus alles moet op het moment zelf met spierkracht. Dat maakt het heel moeilijk om de druk constant te houden en tijdens manoeuvres op de foils te blijven. Bovendien vaar je te midden van al je concurrenten. In de AC weet je altijd waar de ander is. Hier moet je niet alleen heel goed voor je kijken, maar ook aan loef en lij, naast je en achter je. Dit is echt extreem uitdagend.’

Toeval of bewuste keuze

Is het toeval, dat deze spectaculaire zeilserie zo’n prominente rol heeft opgeëist in de internationale school voor America’s Cup topzeilers? Of was dat ooit een bewuste keuze? Die vraag kunnen we het best stellen aan event director Andy Tourell. Hij werkt bij OC Sport, eigenaar en organisator van de Extreme Sailing Series en van Dongfeng Race Team in de Volvo Ocean Race. Tourell’s antwoord is glashelder: ‘Nee, kweekschool zijn voor andere klassen is nooit ons doel geweest. Dat in de afgelopen America’s Cup ongeveer 70% van alle zeilers ooit ook in de Extreme Sailing Series hebben gezeild, is natuurlijk een mooie testimonial voor ons. Maar ons doel is vanaf het ontstaan van de serie al opzichzelfstaand. We willen via spectaculair stadium racing met spannende schepen de zeilsport presenteren aan een groter internationaal publiek. We komen op plekken waar andere series niet komen. Zo willen we nieuwe markten voor het zeilen aanboren en meer bedrijven laten proeven aan de unieke mogelijkheden van zeilsponsoring. Daarom is het guest sailing voor ons ook heilig. Op elke boot in elke race kan een gast mee aan boord, van media tot VIPs. Die kunnen bovenop de actie van dichtbij beleven hoe gaaf zeilen kan zijn. Die mix van elementen was bij de start van de serie in 2007 heel vernieuwend. We maken het zeilen heel laagdrempelig. Ja, ook financieel. Want zeilen is altijd heel erg niche en kostbaar geweest. Maar vanaf 8 ton in euro’s kun je al een volledig seizoen meedoen.’

De catamarans scheren dicht aan elkaar voorbij

Wat verwacht Tourell van de toekomst? Blijft de Extreme Sailing Series ook straks een opstap richting de America’s Cup – ook als de Kiwi’s zouden besluiten om het na twee keer foilen over een andere boeg te gooien? Tourell: ‘We trekken ons eigen plan en proberen nooit stil te staan. Na de zomer, zo rond half augustus, gaan we nieuwe dingen voor 2018 bekendmaken. Daar kan ik nu nog niks over zeggen. Maar wij zien zeker belang in het verder uitbouwen van een goed opleidingstraject voor ervaren foilers, zodat talenten ook gemakkelijker kunnen doorstromen naar de top. Daarom hebben we hier op Madeira voor het eerst ook de Flying Phantoms geïntroduceerd. Een kleine en laagdrempelige catamaran-instapklasse als bijprogramma. Dit seizoen zijn ze bij alle vier de Europese raceweekends aanwezig. Ze zijn snel en spectaculair, in teams van twee en zowel gevaren door man als vrouw. Zo hebben we meer actie op het water voor het publiek, kunnen meer mensen en bedrijven laagdrempelig instappen en is er voor zeilers een nog logischer route van ontwikkeling. Van kleine foilers tot Extreme Sailing tot aan de America’s Cup.’

Straks opnieuw foiling cats?

Niemand weet of de Kiwi’s straks de America’s Cup opnieuw met foiling catamarans verzeilen. Ook Tourell niet, maar hij gaat er wel vanuit. ‘Ze hebben foilen in 2013 geïntroduceerd en hebben dit jaar laten zien hoe enorm goed ze erin zijn. Dus het lijkt me niet logisch dat ze daar vanaf stappen. Maar wat zij ook kiezen, als Extreme Sailing Series blijven we trouw aan onze principes: wereldwijd, spectaculair, stadium sailing dicht bij het publiek op de wal en lage kosten voor de teams. Zodat we veel return on investment bieden voor de sponsors. We willen meer partijen naar het zeilen toe trekken. Als we daarbij ook een goede kweekschool kunnen zijn dan is dat alleen maar mooi. Naast het America’s Cup talent dat we ontwikkelen, stomen we de zeilers ook klaar voor bijvoorbeeld in-port races van de Volvo Ocean Race. Het is het allermooist als verschillende zeilseries elkaar kunnen versterken.’

De Flying Phantoms racen mee in de Europese series

Extreme techniek: de GC32

Romplengte: 10,00 meter

Lengte over alles: 12,00 meter

Mast: wingmast, roterend

Masthoogte: 16,50 meter boven dek

Boegspriet: 6,60 meter

Grootzeil: 60 m2

Code zero: 90 m2

Fok: 23,50 m2

Gewicht ex. zeilen: 975 kg

Steekzwaarden: zelfstabiliserende J-foils

Diepgang (niet foilend): 2,10 meter

Topsnelheid: ca. 39 knopen (> 70 km/h)

www.extremesailingseries.com