De stem door de intercom is onmiskenbaar die van de voormalige feestondernemer. De aanwijzingen om hem te bereiken, komen tot ons in die kenmerkende Amsterdamse dictie vol bravoure die geen ruimte laat voor twijfel.
‘Eén trap op, en dan rechts.’
Korte aanwijzingen, zonder begroeting.
Maar wie eenmaal door de sluizen is aanbeland in de woonkamer van het Amsterdamse grachtenpand ― met een Boeddhabeeldje, kristallen stenen en andere zweverige snuisterijen ― treft de heer des huizes glimlachend aan met zijn jongste dochter op zijn arm.
‘Schatje hè,’ zegt hij terwijl hij haar knuffelend op de grond zet. De oppas is ziek, dus de afspraak is verplaatst naar zijn huis. ‘Eens kijken welke filmpje de kleine meid gaat kijken,’ zegt hij terwijl hij in een vertrek verdwijnt.
Het is stil in het grachtenpand.
De stilte van negen uur op een woensdagochtend in juni. Nederland werkt, zit in de klas of bezint zich op zijn toekomst.
Op de gracht trekt een verlate werknemer voorbij, gekromde rug over zijn stuur, een schoonmaakboot ploegt zich door het bruine water. In de verte in het huis horen we een stofzuiger aanspringen.
Ineens zit hij voor je. Duncan Stutterheim (45) schuift een fauteuil naar het raam aan de houten tafel. Eerste rij, met uitzicht over de Amsterdamse Prinsengracht.
Hij lacht. Alweer. Zowaar.
Je ziet er afgetraind en zorgeloos uit.
Ik drink geen alcohol meer. Al twee jaar niet meer. Ben ik mee gestopt, eigenlijk gelijktijdig met het moment dat ik stopte met werken bij SFX (de organisatie die zijn bedrijf overnam, red.). Niet geheel vrijwillig hoor. Het ging helemaal mis. Na de overname van ID&T door SFX moest ik op een gegeven moment naar Miami. Die overname was al verzuurd. Acht graden hier. 25 graden daar. Kom aan in een zwembad. Klok gaat achteruit. Lekker drinken. Felle discussies. Tot twee uur ’s nachts. ‘s Morgens vergadering met elkaar. Dag erna. Ik sta op. Bam! Gezicht verlamd. Tekenen van de ziekte van Bell. Totaal gesloopt was ik. Toen ben ik gestopt met drinken. Eerst drie maanden en dat vond ik wel lekker. Toen zes maanden. Toen een jaar. Nu zit ik op bijna twee jaar.
Geen ander spul meer?
Soms. Tijdens een bijzonder feest wil ik nog weleens een goed pilletje nemen. En ik rook nog weleens een jointje, of ik pak een paddenstoeltje. Of Ayahuasca, drink ik ook weleens. Maar we zijn wel iets minder van het heftige partyen.
Klinkt sobertjes, naar Stutterheimbegrippen.
Ik vond het heel moeilijk om ertussenin te gaan zitten met de drank. Een paar glazen wijn drinken vind ik lastig. Uiteindelijk komt toch dat ene moment. Toen ik in Australië woonde hadden we een abonnement en konden we wijnen proeven. Dronken we eerst een glas, ― toch even proberen hè ― nou, toen ging de fles op. Op een gegeven moment waren er avonden dat we allebei een fles leeg hadden gedronken. Doordeweeks. Toen hebben we dat abonnement maar opgezegd.
Is dat uitgaan nog wel leuk nu?
Haha. Als je niet meer drinkt, dan merk je dat de Pacha in Ibiza niet meer zo heel leuk is. De drukte, de mensen, het gedoe. Dan merk je ineens hoe krachtig en sterk die drankindustrie is. Die hebben dat hele uitgaansleven geclaimd. Als je die Pacha binnenkomt, dan voel je het ook. Die muziek staat knetterhard. Als je niet drinkt, en ze botsen tegen je aan, denk je: wat is het hier druk. Je gaat anders kijken. Je blik wordt anders. Zuiverder. Je kijkt met andere ogen. Als je drinkt ga je maar door. Ik stond ‘s ochtends op met hoofdpijn, ging naar de wc en zag dat mijn ontlasting soms geel was. Dan denk je: oké, mijn lever werkt misschien iets te hard nu. Ik was een bingedrinker. Ik was verslaafd aan het gevoel. Lekker dat etentje, lekker dat wijntje. Ik ben zes kilo afgevallen sindsdien.
Je woog ooit 94 kilo, schrijf je in boek. Je ziet er nu uit als Tom Dumoulin.
Ik weeg nu 77. Dumoulin weegt 68. En die is ook nog tien centimeter langer. Kun je je niet voorstellen hè. Ik doe halve en kwart triathlons. Duursporten. Ik heb nu zwemles bij SwimGym, van olympische zwemmer Johan Kenkhuis. Zwemles, hoelang is dat niet geleden? Zwemmen is niet mijn sterkste punt. Ik laat me inspireren door de boeken van Haruki Murakami. Die heeft tot zijn 34ste nachtclubs gehad en is er toen mee gestopt. Die staat nu elke dag om zes uur op om tien kilometer te rennen. Die discipline heb ik niet, maar daar koester ik grote bewondering voor.
Je manifesteerde je altijd als passieve sportkijker. Ajaxhooligan, toch? Langharig in een Australian-trainingspak?
[gniffelt] Ik was de enige zonder lang haar. Spijkerbroek, trainingsjackie en paar Nikes aan.
En een staaf mee in de binnenzak?
Toen waren de rellen nog niet zo heftig hè. Dat wat Carlo Picorni is over - komen was gewoon pech. Die Ajacieden hadden allemaal niet verwacht dat het uit de hand zou lopen in Beverwijk.
Je praat er een beetje droog over, maar je was een jongen uit een goed milieu uit Landsmeer dat bij de F-side zat en toen in de feesten dook. Sommige van de hardcorefeesten ontspoorden.
Met die hardcorefeesten zijn we op een gegeven moment gestopt, omdat die voetbalcultuur ook naar die feesten kwam. Ja, als ik erop terugkijk, denk ik: het slaat nergens op. Het is wel veel ja. Het stopt maar niet. Het is verhaal op verhaal op verhaal.
Al die verhalen zijn gebundeld in een nieuw boek, dat deze maand verschijnt. Als je dat leest, denk je dan steeds: nu gaan die jongens van ID&T failliet?
Dacht mijn vader (IT-multimiljonair Cor Stutterheim, red.) ook. Ja, ik vond mezelf altijd wel een zakenman, maar of ik dat ben….eigenlijk wil ik ge - woon mooie dingen maken. Ik wilde gewoon gave feesten geven, dat geld interesseerde me niet. Maar als je dan 100 man voor je hebt werken, móét je wel zakelijk zijn. Na de eerste Mysteryland waren we bijna fail - liet. We hadden het geluk dat we verzamel-cd’s verkochten, samen met Arcade. Op een gegeven moment waren we verantwoordelijk voor een kwart van de omzet van héél Arcade. Vier van die verzamelaars in de top twintig. Dat was onze redding, want met die feesten gingen we helemaal nat. Op basis van de inkomsten van Arcade konden we een betalings - regeling treffen met onze leveranciers, anders waren we omgevallen.
Toen je ID&T Radio begon werd dat ook bijna je ondergang.
Ja, daar hebben we 11 miljoen doorheen gebrand. Al ons geld. Alles. Ik dacht toen: kom maar op. Maar ik sliep niet meer. Ik twijfelde over alles: moeten we dit wel doorzetten. Ik was helemaal kapot. Uiteindelijk hebben we dat station nog voor 7 miljoen kunnen verkopen aan Lex Harding dus we zijn er nog enigszins uitgesprongen. Min 4. Gelukkig konden we het als compensabel verlies opnemen. Toen ben ik met Q Dance samengegaan en dat was onze redding. We hebben daarna alle troep opgeruimd.
Je leek totaal verdoofd.
Ja. In de documentaire over ID&T, Celebrate Life, zit een legendarische scène waarin ik naar een spreadsheet kijk en mompel: ‘Wat een geld!’ Mijn vader heeft me erdoorheen gesleept. Hij zei nog toen we begonnen met de radio: ‘Doe het niet!’
Je bent openhartig nu. Toen deed je nodeloos stoer.
Ik reed in een Lamborghini. Een paarse. Dat deed ik ook als statement naar mijn broer (die was overleden na een ongeluk met een Porsche in 2000, red.). Een jaar na zijn dood heb ik dat ding gekocht, gewoon omdat het niet kon. Reed ik mee door de stad. Daar deed ik mijn boodschappen mee. Ik nam mezelf wel heel serieus toen. Ik kwam uit de gabbertijd. Deed rare dingen. Zei ogenschijnlijk rare dingen. In Playboy stond een interview met mij, gefotografeerd met die Lamborghini, met als kop: ‘Er is geen plaats voor de islam.’ Een interview gegeven een dag na 9/11 met allerlei nuances, maar die stonden pas verderop in het stuk. Dat was toen zo kut, want dat citaat was helemaal uit zijn verband gerukt. Moet je me nú zien: ik heb twee vluchtelingen thuis uit Syrië via de stichting Takecarebnb. Dat vond ik best eng om te doen trouwens. ‘Vluchteling’ is tegenwoordig best een kutwoord, iets wat wordt geassocieerd met terrorisme. Maar met 99 procent is natuurlijk niks mis. Goed, je moet niet 1.000 vluchtelingen in een stadje plaatsen met 10.000 inwoners, dat werkt niet. Dan wordt het link. Daar speelt de PVV ook op in. Ik vind het kwalijk hoe star de PVV erin staat. Wat weet Wilders er nog van? Een man die nooit meer op straat komt omdat hij beveiligd is. Hij speelt in op rigide onderbuikgevoelens. Gevaarlijk.
Je was toen serieus in het cool doen.
Maar ik heb er nooit over nagedacht. Past deze auto bij mijn imago? Is dit wel een mooie blouse? Is dat wel de uitstraling die ik zoek? Dat niet. Mijn vrouw zegt: ‘Je was die man uit het paspoort’. Een andere Duncan. Wat harder. Gênant soms. De over the top speeches die ik gaf. Het is nu makkelijker. Ik ben twee jaar gestopt met werken, het geld staat op de bank (30 miljoen, red.), ik heb het belegd en ik heb drie prachtige kinderen.
Mis je de adrenalinekick?
Het meest mis ik de gezelligheid met de jongens. ID&T was de rode draad tussen onze vriendschappen. Sommige jongens kende ik van de lagere school. Het nachtleven mis ik niet. Dat was zo intens. Ik heb een klein piepje in mijn oren. Dat is de schade die ik eraan heb overgehouden. Dat krijg je van dertig jaar uitgaan, van mijn 14de tot mijn 43ste. Op een serious level. Mijn vrouw en ik zaten echt op ‘uitgaan’. We behoorden tot de Champions League. In onze toptijd hadden we 18 Sensations in een jaar. Dan ging ik naar alle 18 toe.
Ik neem aan dat je om twee uur 's nachts uitcheckte en met een watertje naar het hotel vluchtte.
Nee, om vier uur was je klaar. ’s Middags dan hè.
En je huwelijk hield stand, ondanks rimpelingen, biecht je op in je boek.
Het is allemaal weleens gebeurd ja. Nou ja, we zijn 17 jaar samen. We hebben elkaar aangekeken en zijn door die storm gevaren. We hebben het overleefd. Ik vind het mooi. Mijn ouders zijn nog samen, haar ouders zijn nog samen. We hebben zoveel meegemaakt. Als zoiets gebeurt dan geeft dat een dreun, het was geen wekelijkse kost ofzo. Het had meer impact dan ik doorhad.
Met de uitkoop van ID&T heb je de Shell-toren kunnen kopen aan het IJ, nu de A'DAM Toren. Voel je je de Donald Trump van Amsterdam?
Ik zie het niet als een grote fallus ofzo, of als een nieuwe Lamborghini. Mijn naam staat er niet op. Ik zie het als een creatieve hangout. Ja, hoe ging dat? Op een gegeven moment zag ik dat ding. Ik kom natuurlijk uit Noord (Landsmeer, red.). Geen Amsterdammer heeft ooit naar rechts gekeken als hij bij dat pontje stond te wachten om naar Centraal te varen. Het was een fort. Het beveiligde fort van Shell dat je niet binnenkwam. Sinds 1970 niet. Ook omdat het een doelwit was. Er waren 32 geïnteresseerden om het gebouw te exploiteren. Sander Groet, ex-zakenpartner van ID&T, was ook bezig. Zoals we een feest zouden geven, zo hebben we het plan voor die toren opgezet.
Hoe vul je je dagen?
Ik heb niet langer de ambitie om het nieuwe technofeest te bedenken. Mensen die dat bedenken moeten ook echt in de scene zitten. Dat zit ik niet meer. Nooit heb ik als een soort Unilever naar mijn werk gekeken, nooit heb ik ingespeeld op trends die we zagen aankomen. Het was meer intuïtief: ik vond hardcore mooi, ik vond trance lekker, ik wilde iets in een stadion doen. Ik heb nog 16 procent aandeel in de horecazaak van de A’DAM Toren, en ik exploiteer in Amsterdam-West Nachtlab, het creatieve muziekpand. Nog altijd 50 e-mails per dag komen er binnen, maar ik wil niet meer in de dagelijkse leiding.
Hoe was de dag dat er 30 miljoen op je rekening werd gestort?
Dat was tijdens Amsterdam Dance Event op een vrijdag. Maar al veel te laat. Het was al te vaak uitgesteld, de vreugde die we hadden was al lang weggeëbd. Ze hadden de lol eruit gehaald. We dachten dat we de Stuyvesants van de dance waren, dat we op basis van het geld verder konden groeien. Jammer. We hebben pech gehad met Robert Sillerman, de baas van SFX. Zijn dochter overleed. Hij was ook ziek en kon niet meer eten en drinken. Hij was een charismatische, sterke man, maar hij zat met een zakje voeding op zijn schoot. Dan kijk je toch anders naar iemand. Na de overname werden we geconfronteerd met een andere Sillerman.
Het is heel snel ingestort.
Ja, belachelijk snel. Binnen twee jaar. Van bijna 1 miljard naar een fractie.
Je had veel aandelen.
Ik heb de helft nog kunnen verkopen tegen de helft van de prijs. Voordat het kapotging ben ik uitgestapt. Niet omdat ik slim wilde zijn, maar omdat ik er geen vertrouwen meer in had. Je voelde dat het nasty werd. Ik waarschuwde de Amerikanen: we moeten stoppen, zoals het nu gaat. Al die overhead hier. Al die mensen. Dat spelletje had ik weleens gespeeld. Het principe van een waterhoofd creëren is overal hetzelfde. Voor je het door hebt, zitten ze er. De omzet valt tegen, en dan denk je: het komt goed. Maar het komt niet goed. En dat is een heel moeilijk moment. We konden niet meer terug. Maar Sillerman luisterde niet, want hij wilde het mannetje zijn in de vergadering. Ik heb wel heel veel van die man geleerd. Hij deed het wel met andermans geld. Hij liet hedgefunds investeren. Wall Street. Toch knap. Maar zonder ons had hij geen deal.
Jullie vroegen 100 miljoen.
Mijn vrouw was heel belangrijk. Die zei: ‘Je moet meer vragen.’ Voor het verhaal werd het ineens 100 miljoen. Het werd een spel. 100 miljoen. Dat kwam ook omdat mijn vader ooit op papier 100 miljoen waard was. Dat was de grap.
Heeft het je kijk op de beurs en het kapitalisme veranderd?
Bedrijven als Uber en Tesla hadden het zonder de beurs nooit gered. Als we nou wat normaler waren gegroeid ― niet met kapitale leningen, want we hadden redelijke mensen om ons heen ― dan had ik dit nog wel tien jaar willen doen. Sillerman vroeg mij om CEO te worden, maar Sillerman werd het zelf. Het tweede was: we hadden ook geen zin meer om in New York te blijven. Mijn oudste dochter is een keer flauwgevallen. Midden op straat. Naar het ziekenhuis met de ambulance. Ze had het niet zo fijn op school. Ze bezweek onder de spanning. Dat was het moment dat we dachten: we moeten terug. Ik kon de grote chef zijn, maar dat was het mij niet waard. We woonden in Upper East, het Amsterdam-Zuid van New York. De kinderen zaten op een vrije school, maar die kostte wél 35.000 dollar per kind. Ik begon steeds meer te beseffen wat voor stad het was. Ik stapte een keer in de taxi, pakte mijn telefoon om een adres op te zoeken en die gozer draait zich ineens om. Echt woest op me. Hoe ik het lef had om zijn tijd te verpesten? Kom je erachter dat die lui worden uitgebuit. Die taxi’s moeten zoveel binnenharken. Die moeten scheuren, en zo zit dat hele systeem in elkaar. Dat voel je bij alles. Dat kennen we helemaal niet hier. Als je een uurtje de stad uitrijdt, zie je hoe haveloos de weg en dat land erbij ligt. Ik voel me helemaal niet thuis in Amerika. De mensen zijn niet aardig. Sociaal zijn, daar hebben ze geen tijd voor. Het is een what’s in it for me-cultuur. Je leert Nederland erdoor waarderen.
Nou, je moet de gemiddelde Amsterdammer eens horen over toeristen en commercie.
Ik vind de scooters irritanter dan toeristen, om daar eens mee te beginnen. Scooters zijn een van de meest vervelende dingen in Amsterdam. Vreselijk. Dat ze structureel worden opgevoerd. Op het fietspad. Ik vind het echt krankzinnig als jij daar met je kindjes fietst. Doodeng. Van mijn vader mocht ik nooit een brommer. Ja, raar dat mijn broer is verongelukt in een auto. Too young, too fast. Een week voor zijn ongeluk zei hij nog: ‘Ik moet van die auto af.’ Ik zou hem overnemen.
Je klinkt als een echte grachtengordelbewoner nu.
[Fel:] Ik vind de toeristendiscussie uitmonden in een hetze. Als ik op dinsdagavond naar mijn huis terugloop vanaf het Leidseplein, loopt er geen kip, en op woensdagavond niet, en op maandagavond niet. Donderdagavond niet. Ja, het kruispunt met de Spiegelstraat is drie keer zo druk geworden. Nou en? En welke Amsterdammer komt er nou op de Damstraat of op plekken waar alle toeristen komen? Daar kóm je toch niet? We zijn een van de weinige steden die geen crisis heeft ondervonden dankzij de economie van de toeristen. Tuurlijk, aan 27 keer Tours & Tickets moet je iets doen, en aan 27 keer Nutella ook, dat is verschraling.
De politiek roept je.
Vanaf september ga ik A’DAM Toren Talks organiseren voor de gemeenteraadsverkiezingen. Voor onze leden. Laten we naar oplossingen zoeken, niet alleen toeristen bashen. Ik hoor het weleens op straat, mensen zeggen: ‘Hé kuttoerist.’ Idioot. Dat komt ook door beeldvorming van de media die dat stimuleren. Absurd dat je dat loopt te brullen. Daar moet een stop op komen.
Wethouder Stutterheim?
Ik heb heel veel respect voor politici. Hoe hard ze werken, ik vind het 6 4 echt oneerlijk hoe ze worden weggezet. Zo’n Asscher… wat díe heeft weggestouwd, zijn hele privéleven. Echt een opoffering.
Wethouder stad?
Ik zou het in overweging nemen. Daar moet je voor gevraagd worden. Zij moeten het ook wel willen, zo’n vrijbuiter. Je agenda stroomt weer vol hè. Je mag blij zijn dat je een keer thuis kan eten.
Ander taboe: dj’s verdienen te veel, vind jij.
Dat komt doordat er marktwerking is. En niet ten goede. Uiteindelijk moet er steeds meer budget naar de line-up. En als je meer kosten hebt voor line-up gaat dat ten koste van de kwaliteit van de show. Je kan niet een streep zetten door beveiliging, je kunt niet een streep zetten door het personeel. Dan ga je snijden in het licht en in de show. We hadden daar niet in mee moeten gaan en als Ajax moeten denken: dan maar niet die toptien-dj’s. Dan maar jonkies. Zonde trouwens dat Peter Bosz alweer vertrekt hè.
Door Dennis Bergkamp, wordt gezegd.
Nou, als ik moet kiezen tussen Bosz en Bergkamp, kies ik meteen Bergkamp. Een jongen die zich zo wegcijfert, die nooit op de voorgrond wil, die rustig is, die zoveel heeft betekend voor Ajax en Arsenal, die nooit negatief is… moet ik echt kiezen? Nee, sorry, Peter Bosz, beste man. Nee! De man die elke club na twee jaar weer verlaat. Dan is het goed dat Ajax zegt: er is niemand belangrijker dan de club of het technische beleid. Je ziet de parallellen tussen feesten en voetbal. De eeuwige strijd tussen creatie en de business.
Hoe vaak heb je iets weggestreept uit het budget?
Nooit. Vuurwerk aan het einde? Tuurlijk. Nog meer lichten? Doen! Dat was wel een rijk gevoel. Dat werd minder na de deal. We konden niet meer blind zeggen: doe maar een tonnetje meer. In onze tijd had je allemaal geheime potjes. Dat kreeg ik na een tijdje wel door. We waren heel dik met alles: biologisch eten, we deden aan mental coaching, aan yoga.
Je had even een privéjet. Die verkocht je vanwege je groene geweten.
Ik vind dat altijd lastig. Ik steun de groene strijd, onder meer met Follow This (de groep van groene miljonairs die Shell willen verduurzamen, red.) maar rij wel in een Audi RS6. Daar worstel ik mee. Ik vlieg als hobby en ben weer aan het doorleren om piloot te worden. 15 à 20 uur per jaar maken we nog aan privévluchturen. Uiteindelijk heb ik gedacht: ik ben een goed mens. ik doe mijn best. We hebben nu één auto, vroeger drie, en daar rijd ik nog niet eens 10.000 kilometer per jaar mee.
Klimaatverandering is een gevaar voor festivals, zei je al eens.
Ik ga niet pretenderen dat ik meer weet over klimaatverandering dan de wetenschap. Maar soms zeggen mensen heel domme dingen. Laatst hoorde ik Harry Mens bij BNR iets stoms zeggen over klimaatverandering bij Wilfred Genee, toen ik een rondje aan fietsen was. Toen ben ik van mijn fiets gestapt en twitterde stante pede: ‘Stop die microfoon in zijn mond om dit gekwaak te stoppen.’ Las die Genee het live in de uitzending voor. Hilarisch.
Je bent serieus groen.
Ja, zoveel redenen zijn er om het te zijn. Om niet afhankelijk te zijn van oliestaten, om de innovatie. We hebben de Duitsers voorsprong gegeven met de windmolens. We hebben 70.000 TU-studenten. Daarmee hadden we toch voorop moeten lopen met het bedrijfsleven? De VVD heeft daar zitten slapen. Ze hadden het vanuit innovatie moeten benaderen.
Je bent lid van D66.
Met de VVD’ers heb ik niet zoveel hoor. Die zijn soms heel conservatief. Met mijn schoonvader (oud-VVD-kamerlid Jan-Kees Wiebenga, red) had ik laatst een discussie. Met hem heb ik een goede band, maar over één ding zijn we het pertinent oneens: legalisering van drugs. Dat merk je bij wel meer liberalen. Ook bij Rutte. Met hem en een groep jonge opinieleiders had ik een etentje in de A'DAM Toren. Tegen de wietwet was hij. Ik snap dat standpunt niet. Je haalt de criminaliteit eruit. En kijk nu. De hele wereld legaliseert, en wij niet. We waren een voorbeeldland. Uruguay, staten in Amerika, het land van de War on Drugs. De tegenstanders zijn allemaal mensen die nog nooit gebruikt hebben. Het is nog steeds niet door de Eerste Kamer. Jeetjemina, wat een gepiel.
D66 doet wel een beetje moeilijk met de formatie.
Ja, als het moet dan moet het maar met die christenen. Denk je nou echt dat er minder wordt gerookt als de wietwet er niet is? Denk je nou echt dat artsen minder euthanasie plegen omdat er geen voltooidleven-akkoord is? Ik ben heel pragmatisch.
CELEBRATE LIFE
Duncan Stutterheim heeft zijn leven al behoorlijk gedocumenteerd. Het eerste deel van zijn ID&T-jaren staat beschreven in het boek Release uit 2004. Daarnaast werkte hij mee aan de gelijknamige documentaire over zijn leven en in juli verschijnt deel 2 van zijn tijd als feestentrepreneur: Celebrate Life. Auteur is Gert van Veen, de dance-journalist. Hij schreef ook Release.