/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2Fsource%2Fpanorama%2Fremy.jpg)
Zijn laatste finale in de K-1 World Grand Prix vocht hij tien jaar geleden en het werd een gedenkwaardige krachtmeting. In de finale stond hij tegenover Badr Hari, maar het gevecht ontspoort wanneer Badr onreglementair doorgaat op Bonjasky. Badr wordt gediskwalificeerd en Bonjasky wint de wereldtitel. “Vroeger was het haat en nijd, maar we zijn nu goed samen,” vertelt Bonjasky. “Als we elkaar tegenkomen, groeten we elkaar en maken we een praatje. We hebben respect voor elkaar.”
Badr & Rico
De verwachtingen voor het gevecht zijn ook bij Bonjasky hooggespannen. “Het zijn twee enorm sterke jongens, met elk hun eigen minnetjes. Als je kijkt naar Rico valt vooral zijn ijzersterke conditie op, maar hij wint weinig wedstrijden op knock-outs. Badr is veel spectaculairder, maar is lang uit de roulatie geweest en heeft nog geen wedstrijdritme.”
“Rico is zo ontzettend sterk, heeft een ijzeren conditie en is een volhouder. Wel probeert hij altijd het gevecht uit te smeren over vijf rondes, en wint dan vaak op punten. Het kan wat mij betreft wel wat spectaculairder. Wees wat minder voorzichtig en vecht in een hoger tempo. Het is een groot kampioen en dat mag hij wel wat vaker laten zien.”
“Badr is echt een spectaculaire vechter, met veel vuur in de handen en benen. Qua techniek is hij een alleskunner en kan echt enorme rake stoten uitdelen. Maar hij heeft lang geen wedstrijden gespeeld, dus ik ben benieuwd.” Wel zie je volgens hem dat Badr nu bezig is met een charmeoffensief. “Hij komt rustig en charmant over in interviews. Hij lijkt wat milder geworden en dat zal ongetwijfeld voor sympathie gezorgd hebben.”
Krachtmeting
Een voorspelling voor de wedstrijd vindt Bonjasky moeilijk. “Ik ga mezelf nu tegenspreken met wat ik net over Rico heb gezegd, maar ik hoop op een wat langere wedstrijd. Een gevecht wat bestaat uit meerdere rondes, zodat we goed kunnen zien wat voor tactiek ze beiden hebben gekozen. Een gevecht in een moordend hoog tempo, waarin de vechters elkaar echt aanpakken. Het gaat er echt om spannen.”