In gesprek. Nog een keer. In gesprek. En direct weer. In gesprek. De klok sprong op twee minuten over half negen. Snel even koffiezetten. Nog maar eens proberen. In gesprek.
De monniken van het Vlaamse gehucht Westvleteren wonen niet voor niets in het Vlaamse gehucht Westvleteren. Rust en stilte willen ze. Voor dik 170 jaar ging dat prima, tot het voorjaar van 2005. Van de ene op de andere dag was het gedaan met de rust rondom hun geliefde Sint Sixtus-abdij. De monnik die die ochtend als eerste de gordijnen opendeed moet van schrik zowat uit zijn pij zijn gesprongen. Tussen de weilanden, op de smalle landweggetjes, stonden les van kilometers lang. Zover als hij kijken kon − en dat is op het platteland van West- Vlaanderen een indrukwekkend eind − stonden de auto’s bumper aan bumper. En het bleef niet bij die ene dag. Ook de dagen erna was het totale chaos op de toegangswegen naar de abdij. Belgen, Nederlan- ders, Fransen, Duitsers maar ook Denen, Tsjechen en Italianen sloten gewillig aan in de les richting Westvleteren.
Was het eind van de wereld nabij? Zochten de mensen redding? Had de mensheid dan eindelijk massaal het licht gezien? Was het een practical joke? De echte reden van de plotselinge invasie was zo aards en plat dat de monniken hem onmogelijk konden verzinnen.
Het gezaghebbende ratebeer.com, een website van en voor bierliefhebbers wereldwijd, had na lang rekenen de uitslag van een mondiale verkiezing bekendgemaakt. De naam van het bier dat door de tienduizenden leden van de website gemiddeld de beste beoordeling kreeg, verspreidde zich als een zomerhit. De naam van het Beste Bier ter Wereld: Westvleteren 12.
Een kwartier lang belde ik continu. Herhaal, herhaal, herhaal, herhaal, herhaal. Tevergeefs, in gesprek. Daarna wachtte ik twintig minuten. Het was nu vijf minuten over negen. Op mijn telefoon drukte ik nogmaals op herhaal. Het was even stil... en toen... in gesprek.
Alleen mensen die ver weg wonen mogen het kopen
Het is een druilerige dag in het jaar waarin de Westvleteren 12 door ratebeer.com opnieuw is uitgeroepen tot Beste Bier ter Wereld. Over slecht asfalt − minstens zo Belgisch als goed bier − naderen collega Micha en ik Westvleteren. We zijn veel te vroeg, het is amper twaalf uur, de afspraak is pas om half twee, maar met het Beste Bier ter Wereld neem je geen risico’s. In het naburige Oostvleteren maken we een tussenstop in een café. Een oude dame schenkt koffie terwijl wij de bierkaart bestuderen.
“Geen Westvleteren, mevrouw?”
“Maar nee, meneer,” zegt ze met een dik Vlaams accent.
“Ik mag dat niet verkopen, hè?”
“Maar u heeft het wel?”
“Maar nee meneer, had ik het maar, hè!”
Het is jaren geleden dat ze het voor het laatst dronk. Ze weet niet hoe vaak ze het sindsdien heeft geprobeerd. Heel, héél vaak. Maar ze is er nooit meer doorgekomen. Op dit soort momenten doet dat extra zeer. Ze heeft hier wel vaker mensen aan de bar zoals wij. Mazzelaars die er wel in slagen het Beste Bier ter Wereld te bemachtigen. Ze heeft er een theorie over. Volgens haar pikken de paters alleen die telefoon-nummers eruit die niet van de streek zijn. Mensen die ver weg wonen, die mogen het kopen. De mensen van hier niet meer, die hebben inmiddels wel genoeg gehad, vinden de paters volgens haar. “En mobiel? Ik belde mobiel,” zeg ik. De vrouw schudt het hoofd. Vergeet het maar.
Dit is een voorstukje uit onze bierspecial die nu in de winkel ligt. Ons magazine, waar nog veel meer bierverhalen in staan, is ook hier te bestellen.