Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Premium

Ping Pong Parkinson: tafeltennis heeft een verbluffende invloed op chronisch zieken

Tafeltennis is een mooie campingactiviteit, maar voor Parkinsonpatiënten is het veel meer dan dat. De voordelen die deze sport biedt voor mensen met de progressieve ziekte is ronduit verbluffend. Onze verslaggever bezocht een sessie van de Nederlandse tak en wist niet wat hij zag. “Mijn vermoeidheid verdwijnt gewoon. Ik heb al twee jaar geen noemenswaardige symptomen.”

Ping pong

“Zoek je de pingpongclub? Kom, volg mij maar.” Een vriendelijke zeventiger, die zich voorstelt als René, verlost mij uit mijn speurtocht naar TTV De Trefhoek, een tafeltennisclubje verstopt in een Almelose woonwijk, waar ik deze ochtend heb afgesproken met leden van Ping Pong Parkinson. “Hoe lang ik hier al lid ben?” herhaalt René de vraag. “Een jaar of twee inmiddels. Lekker bewegen. En heel gezellig. Iedereen die je hier straks zal ontmoeten heeft Parkinson. Aan de één kun je het duidelijk zien, van de ander lees je helemaal niets af. Maar we zijn allemaal lotgenoten. We begrijpen elkaar. Dat is heel prettig praten, kan ik je vertellen.”

Het is even na tienen als René en ik de gymzaal betreden van De Trefhoek, waar een mannetje of twaalf al driftig met elkaar staat te tafeltennissen. Het geluid van stuiterende pingpongballetjes overstemt het geklets en het gelach, maar gelachen wordt hier volop. Het plezier onder de vijftigers, zestigers en zeventigers van Ping Pong Parkinson is hoorbaar groot. Wie zijn ogen sluit, waant zich zo op een camping in Zuid-Frankrijk. “11-2,” roept een man in trainingspak. Om vervolgens zijn tegenstander nog even na te trappen: “Ga je bij het volgende potje eens je best doen?”

Niet alle aanwezigen hebben Parkinson. “Welkom, Henk Meerdink is de naam. Vrijwilliger. Ik help Natascha daar om Ping Pong Parkinson in Nederland van de grond te krijgen.” De man wijst naar Natascha van Leeuwen, de enige dame in de gymzaal, die momenteel een rally uitvecht. “Zij is de stuwende kracht achter Ping Pong Parkinson”, zegt Henk. “Sinds 2021 is zij heel druk geweest om mensen met Parkinson aan het tafeltennissen te krijgen. Fantastisch hoe zij dat allemaal flikt. Daar zal zij jou dadelijk wel alles over vertellen. Dankzij Natascha komen er steeds meer mensen bij.” Na een korte stilte: “Maar het gaat ons nog lang niet snel genoeg. We spelen hier inmiddels met tien mensen met Parkinson. In Rotterdam zit een klein clubje en in Heerlen ook, meen ik. En dan misschien nog één of twee locaties, maar that’s it. Dit concept staat nog steeds in de kinderschoenen. Dat moet snel anders. Er lopen in Nederland alleen al zo ontzettend veel mensen rond met Parkinson, die enorm veel baat zouden hebben bij deze mooie sport. Onze oosterburen zijn daar al veel verder mee. Die lui hebben al 1700 leden, verspreid over 180 verenigingen. Maar ja, daar zijn ze ook al vier jaar bezig mensen te werven.”

De pingpongers prepareren zich voor de strijd.

Onbekend fenomeen

Ping Pong Parkinson is, naast een lekker bekkende naam, inderdaad nog een tamelijk onbekend fenomeen. Tot voor kort bestonden er in ons land helemaal geen tafeltennisclubjes zoals deze, speciaal voor mensen met Parkinson. Dat veranderde in 2021, toen Natascha van Leeuwen voor het eerst in een hele lange tijd weer een pingpongbatje opraapte. “Ik kreeg een mailtje van de Duitse tak van Ping Pong Parkinson, die waren bezig mensen te werven,” vertelt Natascha ons, tussen haar potjes door. “Toen dacht ik: waarom ook niet? Het klonk best leuk.” Ze liep op dat moment al zeven jaar rond met de progressieve hersenziekte. Althans, op papier. “Ik kreeg in 2014 de diagnose, maar ik liep al zeker twee jaar rond met een trillende hand en verlammingsverschijnselen in mijn arm en been. Mijn schoonzus vermoedde al dat ik Parkinson had, maar mijn huisarts wilde daar niets van weten. Ik was zogenaamd te jong voor die ‘oudemensenziekte’. Ze dachten eerst aan een spierziekte.”

Met de oog-handcoördinatie van Natascha van Leeuwen is niks mis.

In haar karakteristieke hoge tempo van praten en met nog altijd een ondertoon van frustratie vertelt Natascha vervolgens hoe zij verkeerde medicijnen meekreeg, van 98 naar 51 kilo ging en jarenlang dolende was in een medisch doolhof. De diagnose volgde pas toen zij zelf voor een second opinion een specialist had opgezocht. Natascha: “Daar ben ik nog steeds teleurgesteld in. Misschien had ik niet volledig afgekeurd hoeven worden, als ik direct in 2012 de juist diagnose had gekregen.” Maar nog erger: Natascha had nu officieel een slopende ziekte die haar zenuwcellen doet afsterven, haar spieren doet verstijven, haar communicatie verstoort, haar spraak doet verslechteren, haar soepelheid wegneemt, haar slaappatroon aantast, haar geheugen ontwricht en zo nog tal van ‘vanzelfsprekende’ fysieke eigenschappen langzaam maar zeker molesteert.

Pionier Natascha: ‘Mijn schoonzus vermoedde al dat ik Parkinson had, maar mijn huisarts wilde daar niets van weten. Ik was te jong voor die oudemensenziekte’

“Mijn wereld stortte in,” vertelt de inmiddels 53-jarige Natascha. “Ik was op dat moment 44 jaar, super beweeglijk en sprong altijd alle kanten op. Ik ben door deze ziekte zó afhankelijk geworden. Ik woon nu in een wooncentrum voor senioren en heb overal hulp bij nodig. Ik heb een scootmobiel om naar de supermarkt te gaan. Simpele dingen zoals lopen gaan niet meer vanzelf.” Haar schrijnende verhaal is niet uniek, vertelt Henk. “Parkinsonpatiënten worden in Nederland nog te weinig doorverwezen naar specialisten. Artsen houden hen te vaak en te lang ‘bij zich’. Met alle gevolgen van dien.”

Ook balletjes rapen hoort bij de therapie.

Natascha excuseert zich en loopt terug naar de tafeltennistafels. Met afwisselend een glimlach en een blik van opperste concentratie werkt zij nog eens drie potjes af. De rally’s duren soms best lang en her en der vliegt er zelfs een winner de baan uit. “Maar,” benadrukt Natascha tussendoor, “meedoen is hier belangrijker dan winnen. We spelen met elkaar, niet tegen elkaar.” Straks zal zij ons haarfijn uitleggen waarom juist tafeltennis zo’n heerlijke bezigheid is voor mensen met Parkinson. Nu, na een verloren en twee gewonnen potjes, komt ze nog even haar eerdere verhaal afmaken. “De diagnose was dus heel heftig, maar tegelijkertijd ook een soort opluchting. Ik was blij dat ik eindelijk in een hokje paste en dat ik de juiste behandeling kon krijgen. Ik kreeg medicijnen, waardoor ik er goed mee kon leven. Mijn moeder zag direct een hele andere vrouw en een gezicht dat er veel minder bij hing, zeg maar. En er gingen deuren voor me open. Ik kreeg recht op zaken als fysio en thuiszorg. Ik kreeg oefeningen mee, waar ik mij beter van ging voelen en meer energie kreeg.”

Initiatiefnemer Natascha van Leeuwen: “Ping Pong Parkinson voelt als één grote familie.”

Toch ging Natascha zich pas echt goed voelen na dat mailtje van Ping Pong Parkinson. “Ik gaf het een poging en was direct verslaafd. Vóór ik met tafeltennissen begon, was ik er slecht aan toe. Ik was heel stijf, ik kon helemaal niks. Al na mijn eerste uurtje tafeltennis merkte ik een groot verschil. Ik had zoveel dopamine aangemaakt dat ik daarna eigenlijk geen medicijnen nodig had. Om mijn spiegel op peil te houden, gebruik ik die wel. En andersom, als ik een paar dagen niet speel, word ik weer overbeweeglijk, stijf, krom en moeilijk lopen: al mijn symptomen spelen dan in volle hevigheid op.” Hoe Natascha dat allemaal verklaart? “Je moet snel reageren, je bent steeds in beweging, en je traint je oog-handcoördinatie en reflexen. Ik vind het zelf heel leuk om te bepalen waar de bal heen gaat. Ik ben zo fanatiek, dat ik na een paar maanden al op de Duitse kampioenschappen stond. Daar werd ik zelfs vierde, goed hè? En direct door naar Berlijn voor de wereldkampioenschappen. Helemaal in mijn eentje, met de trein. Toch wel stoer. Ik kwam in een warm bad terecht. Ping Pong Parkinson voelt als één grote familie.” Conclusie: “Pingpongen is gewoon de beste Parkinson-therapie. Ik hoop er nog lang mijn ziekteverloop mee te remmen, zodat het niet erger wordt.”

Een diepe buiging voor het pingpongen.

Trillende ledematen

De beweringen van Natascha zijn (veel) meer dan een onderbuikgevoel. In het afgelopen decennium heeft een klein leger van knappe koppen zich gebogen over de positieve effecten van pingpong op Parkinsonpatiënten. De resultaten, eenvoudig op internet te vinden, zijn verbluffend. Veelvoorkomende klachten als spierstijfheid en trillende ledematen nemen af, het verbetert de bloedcirculatie, patiënten kunnen sneller bewegen, reflexen worden aangescherpt, het houdt de hersenen scherp en het stimuleert het evenwicht. Ook vrijwilliger Henk heeft zich ingelezen. “Tafeltennis is geen standaardbeweging en daarom goed voor je oog-hand coördinatie,” legt hij uit in de kantine van De Trefhoek. “Je moet steeds reageren op onverwachtse spelsituaties. Dat zorgt voor meer hersenactiviteit. Kijk, je zult er geen symptomen mee kunnen wegnemen. Maar je vertraagt er wel de achteruitgang mee.” Thorsten, een 43-jarige man uit Nordhorn, net over de grens bij Oldenzaal, onderbreekt hem. “Ik ken een vrouw bij wie de symptomen wel degelijk verdwenen dankzij tafeltennis,” zegt hij. “Door Parkinson trilde zij veel, maar sinds zij serieus tafeltennis is gaan spelen, heeft zij daar totaal geen last meer van. Echt, alsof die trillende hand gewoon is verdwenen.”

Rekken en strekken maar!

Op dat moment bemoeit ook Helmut, een andere Duitse bezoeker en ambassadeur van het Ping Pong Parkinson over de oostgrens, zich met het gesprek. “Kijk hier maar eens naar,” zegt hij, wijzend naar zijn iPad. Een filmpje toont een man die voor het eerst in zijn leven een pingpongbatje vasthoudt. Een machine vuurt constant ballen op hem af. De man, die met rechts slaat, heeft slechts enkele van die ballen terug. Met zijn linkerarm kan de man helemaal niets; die zit volledig op slot. Het tweede fragment is een week later gefilmd. De man slaat nu met zijn rechter meer ballen terug, maar wat nog meer opvalt is zijn linkerarm. “Die hangt er al een stuk losser bij, zie je dat?” merkt Helmut op. Hoe langer het filmpje duurt, hoe meer onze monden van verbazing openvallen. Na drie maanden staat de man als een semiprof de pingpongballen te retourneren, met zowel een rechter- als een linkerarm die volledig functioneren. Helmut: “In slechts vijf maanden tijd heeft deze man zijn linkerarm weer teruggekregen. Waar hij natuurlijk vooral in zijn dagelijkse leven enorm veel profijt van heeft. En dat puur dankzij tafeltennis.” “Is dit wel dezelfde man?” vraag ik voor de zekerheid. De Duitsers moeten er hard om lachen.

Ook in het dubbelspel staat Natascha haar mannetje.

Waanzinnig

Het internet puilt uit van soortgelijke verhalen; redelijk spectaculaire getuigenissen van mensen die dankzij tafeltennissen hun Parkinson-symptomen zagen afnemen. Zoals de man die door Parkinson geen gitaar meer kon spelen, maar die liefde al na een aantal weken actief tafeltennissen weer doodleuk oppikte. Spreken, schrijven, lopen, opstaan, aankleden: de ‘automatische piloot’, die door Parkinson zo grof verstoord wordt, lijkt door een simpel potje pingpong weer een kickstart van jewelste te krijgen. Om daar het fijne van te weten, bel ik die avond met Bas Bloem, ooit een zeer verdienstelijke kracht bij de volleyballers van Jong Oranje, tegenwoordig de wereldwijd nummer één expert op het gebied van Parkinson. “Sporten biedt een groot aantal gezondheidsvoordelen aan alle mensen,” begint de neuroloog zijn relaas. “Voor mensen met Parkinson geldt dat misschien nog wel meer, want beschadigde hersengebieden herstellen dankzij sporten. Waanzinnig natuurlijk.” Even later benadrukt Bloem dat tafeltennis daarin niet perse beter is dan pakweg boksen of wielrennen. “De activiteit zelf is niet eens heel belangrijk. Zolang er maar sprake is van een zekere intensiteit, volume van oefeningen en een klein beetje krachttraining. Dat zijn de drie belangrijkste componenten voor de gezondheidsvoordelen.

Het internet puilt uit van soortgelijke verhalen: spectaculaire getuigenissen van mensen die dankzij tafeltennissen hun Parkinsonsymptomen zagen afnemen

Dat gezegd hebbende: tafeltennis is natuurlijk een onwijs leuke sport, die dat allemaal heeft. Het is een mooie, sociale gebeurtenis. Daarom moedig ik iedereen bij wie ik Parkinson diagnosticeer, iedere week wel een aantal mensen, zelf aan de slag gaan met een sport als tafeltennis. Dat is zo belangrijk.” Bloem is daarmee nog net geen uitzondering op de regel: veel Nederlandse artsen zien het belang van sporten voor mensen met Parkinson nog steeds niet in, ondanks gerenommeerde experts als Bas Bloem die dit constant roepen. “Doodzone,” concludeert de neuroloog. “Dokters hebben patiënten de plicht te wijzen op de voordelen van lifestyle. Beweging, voeding en mentale oefeningen, zoals yoga en mindfulness. Termen waar je bij mij overigens tien jaar geleden ook niet mee hoefden aan te komen. Maar de studies ernaar spreken duidelijke taal. Er moet een breed aanbod komen voor allerlei soorten sporten voor deze mensen. Maar dan wel met begeleiders en trainers die de ziekte snappen.”

Even bijkomen van een rally.

Eerder die ochtend raakten we in de kleedkamer in gesprek met Ben, een 73 -jarige Almeloër die dankzij Bas Bloem bij de tafeltennisclub van Natascha belande. “Ik las een artikel waarin hij sprak over de voordelen van pingpong en besloot direct een poging te wagen”, vertelde hij ons. “Dat was een jaar of twee geleden. Sindsdien voel ik mij veel beter. Na een paar potjes tafeltennis voel ik drie á vier dagen goed. Mijn vermoeidheid verdwijnt gewoon. Ik doe ook twee keer per week aan kickboksen. Ik heb nu al twee jaar geen noemenswaardige symptomen.” Het opmerkelijkste aan Bens verhaal: hij heeft het allemaal zelf moeten ontdekken. Zijn eigen neuroloog repte met geen woord over sporten. “Maar het mooiste van alles: het is hier gezellig. Je spreekt je lotgenoten. Die kennen de ziekte ook, dus dat is prettig.”

Het is hetzelfde wat René ons eerder vertelde, en wat Natascha later nog eens beaamde: “De ergste ‘symptomen’ van Parkinson zijn eenzaamheid, depressie en sociale uitsluiting. Je raakt je vrienden kwijt. In supermarkten krijg ik altijd rare blikken. Soms denken ze dat ik dronken ben. Mensen met Parkinson raken vaak geïsoleerd.” Waarom? “Onwetendheid en onbegrip,” verklaarde Natascha stellig. “Mensen weten niet wat ze met je moeten als je alleen maar kan stilzitten en voor je uit blijft staren. En dan de volgende dag gewoon weer kunt lopen en praten. Zie je wel, je mankeert helemaal niets, zeggen ze dan. Zo raak je dus vrienden kwijt. Maar ook omdat je steeds minder afspraken kunt nakomen. Dan spreek ik af met een vriendin, maar als ik een hele slechte dag heb, moet ik toch weer afzeggen. Je cirkel wordt kleiner en kleiner. Totdat je niemand meer hebt.” Zo triest als haar stem klonk als zij over haar afgelopen jaren praatte, zo opgebeurd werd Natascha zodra zij plaatsnam aan de tafeltennistafel. “Ik word er blij van. Het is zo leuk dat je je ziekte vergeet.”

Na gedane arbeid is het tijd voor koffie met cake.

Natascha is hard op weg om meer lotgenoten aan het tafeltennissen te krijgen. In 2021 begon zij in haar lokale buurthuis in Tubbergen, ‘in een zaaltje waar iedereen zijn kop stootte aan de fysio-apparaten’, inmiddels speelt haar club bij een heuse tafeltennisvereniging, met ruimte voor vijf tafels. Zij krijgt steun van de Nederlandse Tafeltennis Bond en strikte zelfs Bettine Vriesekoop, de oud-tafeltenniskampioene, om clinics en workshops tafeltennis voor mensen met Parkinson te verzorgen. Natascha’s grote ambitie is een NK én een tripje naar New York, om deel te nemen aan een van de grote kampioenschappen daar. Bij de huidige clubjes in Nederland sluiten steeds meer mensen zich aan, zij het druppelsgewijs. “Het blijft een drempel voor mensen met Parkinson,” vertelde Henk daar over. “Ze zijn bang voor de confrontatie met mensen die mogelijk in een verder stadium van de aandoening zijn. Erg jammer. Je hebt zelf gezien en gehoord hoeveel baat deze mensen kunnen hebben bij een paar potjes pingpong in de week. Daarom doe ik graag een oproep voor nieuwe leden: probéér het gewoon.”

De ergste ‘symptomen’ zijn eenzaamheid, depressie en sociale uitsluiting. In supermarkten krijg ik altijd rare blikken. Soms denken ze dat ik dronken ben’

Van 1 naar 25 landen

Ping Pong Parkinson is een internationaal fenomeen, ontstaan in 2017 in de Verenigde Staten. Bedenker hiervan is Nenad Bach, een Kroatisch-Amerikaanse rockmuzikant die al snel na zijn diagnose doorkreeg hoe pingpongen een wonderlijk effect had op zijn symptomen. Hij startte een kleinschalig clubje voor lotgenoten in New York, met een simpel doel: iedereen met Parkinson helpen door ze aan het pingpongen te krijgen – en daarbij veel plezier te maken. Twee jaar later was het eerste WK voor tafeltennissers met Parkinson een feit, een klinkend succes met 61 deelnemers uit twaalf landen. “Dat wilde wij naar Duitsland halen,” vertelde Thorsten ons in Almelo. En zo geschiedde. Aan het WK in Berlijn in 2021 deden 140 deelnemers uit 25 landen mee. Het concept is inmiddels ook overgewaaid naar landen als Brazilië, Israël, Spanje en Frankrijk. En sinds drie jaar dus ook naar Nederland, dankzij Natascha van Leeuwen.

Interesse of meer weten? Kijk op www.pingpongparkinson.nl

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Lifestyle
  • Marcel van den Bergh