Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Premium

Striptekenaar Toon van Driel: ‘Als ik lam ben, durf ik alles’

Als grondlegger van de strips FC Knudde, De Stamgasten en Joop Klepzeiker en aanjager van het schunnige moppenkonijn Ab Normaal is Toon van Driel (79) ongeëvenaard. Maar er is meer. Veel meer. Zijn biografie kwam onlangs uit en tevens werd hij geridderd in de Orde van Oranje-Nassau. “Met types als ik is het zo dat, omdat ik die prijs nooit heb gekregen, ik me daar flink tegen heb afgezet. Tot je hem krijgt. Dan is het ineens wel leuk.”

Toon van Driel

Ridder van bijna 80
Niet alleen de strips van FC Knudde-maker Toon van Driel zijn soms te mooi om waar te zijn, ook zijn levensverhaal liegt er niet om. Deze twee werelden kwamen in de week van de lancering van zijn biografie Knudde, geschreven door De Speld-satireschrijvers Jaap van de Venis en Alexander Brandenburg, mooi samen. De boekpresentatie vond plaats in Venstra Boekhandel in Amstelveen, waar zijn goede vriend en Almere City-trainer Alex Pastoor de eer had het eerste exemplaar van zijn biografie in ontvangst te nemen. De man die al zolang zo populair is door zijn strips werd tevens geridderd in ‘zijn’ Café 1890, alwaar hij tijdens het interview met Panorama een uitsmijter met kaas – ‘zonder al te logisch prik- en snijsysteem’ – zat weg te werken. Toon van Driel begon zijn carrière bij het AD en is nog altijd razend populair. Eerder deze maand werd de striptekenaar 79.

In een uitzending van voetbaltalkshow Rondo vergeleek Marco van Basten het spel van Ajax onlangs met uw geesteskind: “Dit is FC Knudde.” Veelzeggend?
“Dat weet ik niet. Dat juist Marco het zegt, is geen toeval. Ik ben in de jaren negentig acht jaar lang de buurman van Marco van Basten geweest, in Badhoevedorp. Ik woonde toen in de grootste villa van de straat, Marco in een tweekapper. Marco voetbalde destijds officieel nog bij AC Milan, maar kampte zoals bekend met enkelproblemen. De eerste keer dat ik hem daadwerkelijk bij zijn woning zag, probeerde hij met zijn been in het gips in zijn Porsche te stappen. Ik liep toen naar buiten en zei: Je zit flink te ploeteren, hè? Het is zeker geen instapmodel. Hij vertelde toen dat een Belgische arts allemaal pinnen in zijn enkel had gestoken en dat het nog niet echt het gewenste resultaat had opgeleverd. Niet veel later werd Marco afgekeurd en was hij dagelijks in Badhoevedorp te vinden. We gingen in die periode geregeld bij elkaar op visite, maar Marco was wel een ingewikkelde man. Hij blonk niet uit in het intermenselijke contact.”

Heeft u daar een voorbeeld van?
“Marco werd destijds vaak gevraagd om iets voor de plaatselijke voetbalclub te doen, maar daar had hij helemaal geen zin in. Ik ben ook eens met mijn toenmalige model (Toons tweede vrouw Jolanda, red.), Marco en zijn vrouw en de kinderen naar het circus geweest, in de buurt van Amsterdam, en aan het einde van de voorstelling vroeg de circusdirecteur aan mij of hij met Marco van Basten op de foto mocht. Ik vroeg of Marco dat wilde en Marco zei: Nee. Hij zei eigenlijk overal ‘nee’ op. Marco legde me later uit waarom. Ik kom uit een gekkenhuis in Milaan, daar rukken ze de haren uit mijn hoofd. Dat vind ik het nadeel van Italië. Dat je volledig uitgewoond wordt en tot God wordt verklaard.’ Daar is hij niet zo van. Hij kon niet goed tegen dat circus in Italië. Hij had mede om die reden een pantser om zich heen gebouwd, waardoor hij alle frivoliteiten kon overslaan. Marco is een zonderling, erg op zichzelf.”

‘Ik heb Marco destijds verteld, ver voor hij bondscoach en trainer van Ajax werd: Joh, je kon geweldig voetballen. Maar je kan het niet overbrengen’

Dat bleken ook niet de juiste eigenschappen om een goede trainer te worden?
“Ik heb Marco destijds al verteld, ver voor hij bondscoach en trainer van Ajax werd: Joh, je kon geweldig voetballen. Maar je kan het niet overbrengen. Je kan er op dat gebied niets van. Hij zei: Misschien heb je daar wel een punt. Hij vond me wel een grappig mannetje, kon een hoop van me hebben.”

Hebben jullie naderhand nog weleens contact gehad?
“Nee, niet echt. Geen behoefte aan. Hij ook niet. Tót ik bij een wedstrijd van Heerenveen aanwezig was, waar hij toen trainer was, en de mensen daar vroeg of ik hem even mocht spreken. Toen kwam hij na de wedstrijd naar me toe en knuffelden we elkaar. Ik heb je wel gemist, zei Marco. Vervolgens hebben we oude herinneringen opgehaald, flink gelachen en dacht ik: we zijn toch nog een stel.”

Terug naar u: geridderd op de boekpresentatie van uw biografie. Een hele eer.
“Ja, ik hoorde later pas dat Guus Hiddink, die ook op de boekpresentatie was, in het complot zat en een aanbeveling voor mij heeft geschreven. Onder anderen ook Louis van Gaal en de hoofdredacteur van het Algemeen Dagblad, Rennie Rijpma, hebben een goed woordje voor me gedaan, waarna de koning heeft besloten mij te ridderen.”

U schoot zelfs vol toen u van de burgemeester te horen kreeg dat u werd geridderd.
“Zeg maar jij hoor. Ik wist niet wat er ging gebeuren. Kijk, met types als ik is het zo dat, omdat ik die prijs nooit heb gekregen, ik me daar flink tegen heb afgezet. Dat doet iedereen. Tot je hem zelf krijgt. Dan is het ineens wel leuk. Ik kreeg spontaan een dikke keel, stiekem verlangde ik wel naar die prijs. Ik dacht altijd dat ding voor de urn niet te krijgen, maar ineens had ik een brevet van vermogen. Dat hebben we ook goed gevierd. We zijn na de boekpresentatie nog even hier, in Café 1890 in Amsterdam, geweest, om af te zakken. Dat is wel laat geworden. Ik ben aan de drank gegaan. Niet al te gek, maar officieel had ik niet meer mogen rijden. Ik ging bij wijze van spreken door de ramen naar buiten. Maar ja, je wordt niet iedere dag geridderd toch? Dat is binnen de mogelijkheden het hoogst haalbare.”

Uw grootste droom is een FC Knudde-pretpark, Knuddeland. Waarom is dat er nog niet?
“Als je nog een keer u zegt, ontstaat er een handgemeen. Het idee voor een eigen pretpark komt ook een beetje door al mijn scheidingen en mijn rol als vader. De grondgedachte bij Knuddeland is: ik moet iets voor mijn kinderen achterlaten. Daar lijkt een pretpark me uitermate voor geschikt. Ik ben in het wilde weg gaan schetsen en begonnen met een oud en vervallen stadion. Als je daar naar binnenstapt, moet je een gevoel bekruipen van: nog even en de hele boel stort in. Bij de ingang van het stadion kunnen de bezoekers in een grote voetbal gaan staan, waarin ze dan een driedimensionale rondleiding over het park krijgen. Dan weet je meteen wat je te wachten staan. In het stadion zelf zitten ook tal van restaurants en cafés, waar je bestelling met een Formule 1-auto wordt gebracht. Ik wil ook flink de hoogte in. De tweede ring van het stadion moet van zeecontainers worden gemaakt, net als die stadions tijdens het WK in Qatar. Alleen staan die nu weg te rotten… Verder moet er een golfbaan komen waarop FC Knudde-spelers in de weg liggen als hindernissen, waardoor het nog lastiger wordt om het gaatje te vinden.”

Had je een locatie voor Knuddeland op het oog?
“Dat zou op een vakantiepark in Otterlo moeten komen. Ik heb altijd goed contact met Wilfred Genee, dat idee kwam van hem. Johan Derksen zit trouwens niet zo op mij te wachten. Maar dat maakt niet uit, ik vind Johan een leuke kerel.”

Waarom zit Johan Derksen niet op jou te wachten?
“Hij heeft niets met die poppetjes. Tijdens het WK 2010 zaten Genee en René van der Gijp in VI Oranje altijd mijn strips te bespreken en lagen ze helemaal in een deuk, maar Johan moest er niets van hebben. Hij is niet zo van de satire.”

Kon Genee er niet voor zorgen dat jouw boek in Vandaag Inside even omhoog werd gehouden?
“Dat heeft Jeroen Mantel, die de pr van mijn boek verzorgde, ook aan Genee gevraagd. Maar hij schreef terug: Johan vindt het niet leuk. Ja, dan houdt het op.”

Maar even terug naar Genee en Knuddeland op een vakantiepark in Otterlo…
“Ik liep vaak met Wilfred in het bos. Hij wilde in het verleden ook mijn manager worden. Ik heb hem eens gevraagd: Wilfred als jij mijn leeftijd had en je stond in mijn schoenen, wat zou je dan doen? Hij zei: De stripkunst in. Maak het groter. Ik heb trouwens wel geleerd dat ik me niet moet focussen op de dingen die niet doorgaan. Dat is voor mij het beste.”

Maar, Knuddeland?
“Dat ga ik nu vertellen. Genee zei: je moet bij een vriend van mij, Andries Bruil, van Droomparken zijn. Op zijn park in Otterlo is ruimte genoeg en zijn mogelijkheden zat voor Knuddeland. Ik liet Andries vervolgens mijn schetsen van Knuddeland zien en hij was direct enthousiast. Ik vertelde hem dat Droomparken daar ook mee was geholpen. Want zijn bezoekers gaven hun geld vaak niet op het park uit, maar gingen in de omgeving leuke dingen doen en uit eten. Je moet Disney creëren, zei ik. De mensen moeten hun geld op het park uitgeven. Het is trouwens ook de bedoeling dat je helemaal kapot thuiskomt na een weekend Knuddeland. Zo van: Ik heb een knuddeweek gehad, ik ben kapot. Daar heb ik ook al een reclamecampagne voor verzonnen, met uitgewoonde mensen.”

En dat allemaal voor jouw kinderen en kleinkinderen.
“Ik wil iets doen voor de kinderen, omdat het thuis niet helemaal goed is gegaan. Ik hoop toch dat ze over een paar jaar, als ze op Zorgvlied (begraafplaats in Amsterdam, red.) de grond ‘van die lul’ aan staan te stampen dat ze denken: Hij heeft wel een leuk park voor de kinderen gemaakt, daar komen we graag. Dat zit in mijn hoofd. Ik wil ze, los van de inkomsten, voor ik de urn ik ga nog een keer blij maken.”

Maar toch is er nog geen Knuddeland.
“Nou, kijk. Er gebeurde wat. Andries Bruil zei: Dit is uniek. Die naam is mythisch. Hij gaf het aan zijn architect en dat bleek ook een grote Knudde-fan te zijn. Hij was net als ik ook zeventig plus en begon meteen te lachen toen hij me zag. Ik dacht: wat is dat met die man? Staat mijn gulp open? Maar die man ging dus vol enthousiasme mijn plan uitwerken en zo kwam de businesscase tot stand. Na een jaar gebeurde er echter iets onvoorziens: Andries fuseerde met Europarcs. En laten we het voorzichtig zeggen: aan het DNA-verschil wordt gewerkt. Op een gegeven moment merkte ik dat het niet doorging en toen had ik zoiets van: jammer, lik je wonden, niet zeiken, misschien komt er nog een ander langs. Om die reden heb ik achter in mijn boek een open sollicitatie op laten nemen, met daarin alle tekeningen van Knuddeland, want als Andries het niet doet, is er vast wel een andere gek die met me in zee gaat.”

Voor het zover is: hoe is FC Knudde ooit ontstaan?
“Ik was steward bij de KLM en dat was op een gegeven moment voorbij. Dat vond ik erg jammer, ik wilde graag door blijven vliegen. Zeker met al die stewardessen, dat was wel een gemis. Maar toen dacht ik: wat vind ik nu echt leuk? Tekenen. Kijk, hadden ze me bij de KLM gehouden, hadden we hier nu niet gezeten en was ik op mijn vijfenvijftigste met pensioen gegaan. In eerste instantie belandde ik een zwart gat, raakte zelf een beetje depressief, waarna ik met mijn tekeningen ben gaan leuren. Eerst bij Het Parool, maar zij hadden al een strip, Appie Happie. Maar mogen we je een tip geven? zei iemand van Het Parool. Er kan best nog een sportstrip bij. Binnen een week had ik de naam van FC Knudde bedacht en vijf stroken met strips gemaakt. Ik belde toen meteen De Telegraaf, maar de persoon die daar de beslissingen moest nemen was op vakantie, waarna ik met mijn tas met daarin de map met vijf FC Knudde-tekeningen naar de redactie van het Algemeen Dagblad in Rotterdam ging. Daar zat een man heer stuurs in die map te kijken en zei: Mag ik vertellen wat ik ervan vind? Ik zag de bui al hangen. Ik vind het wel raar, maar ik laat het even boven rondgaan. Vervolgens ging ik met een lege map naar huis en dacht: dit gaat ook niet door. Maar tot mijn grote verbazing kreeg ik een brief dat ze het drie maanden met me wilden proberen. Ik moest de strips toen ver van tevoren aanleveren, maar vertelde sportjournalist John le Noble - die was altijd lam, dus ik mocht hem wel – dat het actueler moest gaan worden. Dan zou het echt wat worden. Toen John niet veel later chef-sport werd, ging het snel. Dat merkte ik ook aan de pilsjes in de kroeg. Ik gaf altijd pilsjes weg, maar ik kreeg er ineens tientallen terug. Die ik ook allemaal opzoop, terwijl ik nog terug naar 020 moest. Mijn ster was rijzende, dat werd alleen maar erger toen ik ‘Tikkie terug, Jaap’ verzon. Die terugspeelballen betekenden mijn doorbraak. Toen riep heel Nederland: ‘Tikkie terug, Jaap!’

Na het WK van 1978 in Argentinië werd je populariteit alsmaar groter, maar – zo vertel je in je biografie – maakte je een grote fout door de rechten van FC Knudde aan uitgever Jacques de Leeuw te verkopen.
“Ik weet nog dat ik toen 10.000 gulden per maand verdiende en als een vorst in mijn woonplaats Bergen leefde. Maar ik was vrij gammel, altijd bang dat er iets met mijn poen zou gebeuren, en wilde zekerheid. De Leeuw meldde zich toen bij me en beloofde, in ruil voor de Knudde-rechten, mee te doen met mijn hypotheek. Daar heb ik toen mee ingestemd. Ik kan hem niet kwalijk nemen dat ik zelf heb lopen klooien. Ik moet eerlijk bekennen dat Jacques de Leeuw geen blaam treft. Toen hij op een gegeven moment goed boerde, had ik geen poot om op te staan. Hij was het type man: verkocht is verkocht. En als je moeilijk doet, zoek ik een andere tekenaar. Dat was killing, hoor.”

In die periode bedacht je je tweede zeer succesvolle strip: De Stamgasten. Hoe is dat ontstaan?
“Ik voetbalde hierachter en daarna zopen we ons hier in 1890 helemaal lam. Toen dacht ik: ik voetbal altijd, maar ik zuip ook altijd. Waarom zou ik dat niet combineren in een strip? Dat bleek baanbrekend. Stamgasten was een instant hit, nog nooit meegemaakt.”

Waarom was het meteen een hit?
“Ik had in De Stamgasten veel meer echte karakters dan in Knudde. Maar op een gegeven moment werd ik mijn eigen concurrent en streden FC Knudde en De Stamgasten tegen elkaar.”

‘Ik liep met de gedachte om een vieze strip te maken. Die Disney-tekenaren tekenden in hun vrije tijd ook strips waarbij Sneeuwwitje door een paar dwergen werd gepakt’

Filmproducent Rob Houwer wilde zelfs een film maken van De Stamgasten, maar dat ging niet door.
“Nee, dat kan. Als je nog een weekend hebt dan lullen we nog even door over dingen die niet zijn doorgegaan…”

Joop Klepzeiker is ook door jou bedacht.
“Ik liep met de gedachte om een vieze strip te maken. Die Disney-tekenaren tekenden in hun vrije tijd ook strips waarbij Sneeuwwitje door een paar dwergen werd gepakt, ik deed dat ook in mijn vrije tijd. Maar op een gegeven moment zei ik tegen wijlen striptekenaar Peter de Smet: De voornaam heb ik al, Joop, weet jij nog een leuke achternaam? Toen zei hij: Ik vind Klepzeiker wel een leuke naam. Toen was het klaar. Vervolgens kwam ik met striptekenaar Eric Schreurs in contact, hij maakte vaak vieze strips. Toen hij twee pagina’s van Joop Klepzeiker had gemaakt en ik dat onder ogen kreeg, lag ik meteen in een deuk en was ik verkocht. We hebben dat toen een jaar lang samen gedaan, onder de naam S. Treurschoon, maar groeiden op den duur uitelkaar. Schreurs signeerde altijd met een condoom op zijn neus, dat vond hij leuk… Ik zei: daar doe ik niet aan mee. Toon, zeik niet. Op een gegeven moment zei ik, na zoveel pils: Zoek het maar uit, steek die strip maar in je reet. Ik hoor er niet meer bij. Je bent voor mij te ingewikkeld om mee door te gaan. Het eerste wat Schreurs deed, was de naam S. Treurschoon veranderen in zijn eigen naam. Alsof hij alles zelf had gedaan, daar had ik wel moeite mee. Hij zei in de pers ook dat het allemaal door hem was bedacht. Het werd vervolgens wel een grote hit, dus dat heb ik ook gemist. Maar later werd hij er toch uitgegooid, want hij was geen goede tekstschrijver. Degenen die tekenen en tekst goed kunnen combineren, zijn de beste striptekenaars.”

Je was ook betrokken bij moppenkonijn Ab Normaal
“Ondernemer Cees Vrisekoop, die de lavenbeelden in De Efteling had bedacht, stond op een dag bij me aan de deur en vertelde dat hij een tv-programma wilde maken rondom een vies konijn dat voortdurend schunnige moppen vertelde en of ik daarin mee wilde denken. Ik heb toen Ab Normaal bedacht en producent Frank Timmer maakte er een tv-show van. De opnames vonden plaats in een nagebouwd café in Almere en bardame Beverly, die we Bef noemden, stond achter de tap. We gingen daar iedere keer knetterlam weg. Rob Ronalds verzorgde de muziek, iedereen in de polonaise. Kleine blonde Mariandel, waar ik ook zit of sta of wandel... We selecteerden de figuranten en gasten aan de bar ook zelf. Dat moesten mannen met ontblote bovenarmen zijn. Houd je van zuipen? Ja? Dan mag je komen. Geweldig.”

Wie verzon de kenmerkende, dubbelzinnige synoniemen die Ab Normaal gebruikte, zoals geknotsknots, broodje rosbief, staafmixer?
“Die kwamen min of meer uit de koker van Frank Timmer. Nilfisken voor pijpen, dat soort woorden. Hij overlegde dat wel altijd met mij.”

En ineens belandde je in China.
“Cees Vrisekoop wilde Ab Normaal-merchandising doen en vroeg me met hem mee te gaan naar China. Daar was ik ook weer lam. Als ik lam ben, durf ik echt alles. Ik weet nog goed dat we in een karaokebar vol Chinezen zaten, waar ik ter plekke Frank Sinatra nadeed. Een van de leukste anekdotes van onze tijd in China was dat we in de fabriek allemaal van die kleine Ab Normaal-poppetjes lieten maken. Cees riep dan als we die fabriek binnenkwamen: Hé Chinezen! Ja, hij was een tactvolle man… Op een gegeven moment zei hij: Die Chinezen snappen er niets van. Ik heb ze gezegd dat die Abjes niet stuk mochten gaan en zei letterlijk: al keil je ze van tweehoog naar beneden, ik wil dat die dingen heel blijven. Toen zijn die Chinezen dus naar tweehoog gegaan en hebben een aantal laven, die hij daar ook liet maken, naar beneden gegooid. Dus toen hij later weer naar China ging, gaf hij andere instructies. Die laven moeten sterk en stevig genoeg zijn dat, als ze vallen, ze niet kapotgaan. Die laven verkocht Vrisekoop later aan De Efteling.”

Even over je jeugd. Je had geen goede band met je vader. Hij boorde, zo vertel je in je biografie, gaatjes in je deur zodat hij jouw vrijpartijen met je eerste vriendinnetje Ina, je latere vrouw, en moeder van je drie oudste kinderen, kon bekijken.
“Na de dood van mijn vader vertelde mijn moeder dat mijn vader kijkgaatjes in mijn slaapkamerdeur had gemaakt. Daar kreeg ik wel een klap van. Het was dan geen incest, maar leek er wel op. Hij had een jaar lang bij me gekeken en de deur in een bepaalde kleur geschilderd zodat het gaatje niet opviel. De band met mijn vader was heel slecht. Hij was heel militaristisch, een communist, gek op Rusland, en had een hekel aan zwarte mensen, die noemde hij negers. Maar hij moest ook niets van homo’s en Joden hebben. Hij begreep Hitler ook goed. Als ik dan vertelde dat het allemaal niet klopte wat hij beweerde, ging het hard tegen hard. Ik weet nog dat ik 16 jaar oud was, een mes uit de la pakte en dat op hem richtte. Tot hier en niet verder. Je raakt me nooit meer aan. Daarna heeft hij me nooit meer aangeraakt. Mijn vader was een enge man.”

‘De band met mijn vader was heel slecht. Hij was heel militaristisch, een communist, gek op Rusland, en had een hekel aan zwarte mensen, die noemde hij negers’

Je hebt zes kinderen. Wat ben je zelf voor een vader?
“Toen mijn eerste vrouw heel erg ziek werd, kreeg ik van de rechter onze kinderen toegewezen. Vervolgens kwam ik op een stripbeurs mijn tweede vrouw Jolanda tegen. Zij heeft, na ons huwelijk, de drie kinderen van mijn vrouw overgenomen. Maar mijn ene zoon had geen zin in Jolanda en de andere had adhd, dus die deed ook maar wat, waarna we besloten om de oudste naar een internaat te brengen. Het ging gewoon niet. De enige die goed met Jolanda kon opschieten was mijn dochter. Toch is dat wel pijnlijk, hoor. Ik ging soms huilend bij het internaat weg als ik mijn zoon daar had afgezet. Hij vond het daar wel leuk, had vriendinnetjes en ging lekker tekeer. Het was zelfs zo dat hij, als ik hem in het weekend wilde ophalen, liever daar bleef. Misschien was dat ook wel het begin van het einde met Jolanda, die kinderen dreven een wig in onze relatie. Ik maakte er trouwens ook nog drie bij Jolanda. Dus ik had mijn eerste setje en mijn tweede setje. Dat laatste setje wilden we wel goed gaan opvoeden. Ik werd in die periode steeds rijker. We kregen een steeds grotere kennissenkring met allemaal omhooggevallen idioten, maar groeiden uitelkaar. Vervolgens kwam ik mijn huidige vrouw Laura tegen. Toen wist ik: als ik dit riskeer, verlies ik alles. Want: Jolanda was een gehaaide vrouw. Dat bleek ook. Jolanda had intussen weliswaar ook een andere man, maar ik heb rechtszaak op rechtszaak gehad.”

Hoe is de band met de kinderen op dit moment?
“Met mijn kunstkinderen kan ik het beter vinden dan met mijn eigen kinderen, behalve dan wat mijn oudste dochter betreft. Die is hondstrouw. Zij is mijn eerste vrouw blijven verzorgen en krijgt een platina stoel in de hemel. Ik heb mijn eerste vrouw nooit meer gezien, dat was te pijnlijk. Als ik daar nog aan denk, breekt mijn hart weer.”

En het contact met de andere vijf?
“Met mijn dochters heb ik goed contact, maar met mijn zoons niet. Die kozen er zelf voor om weg te blijven. Mijn tweede zoon Marcel heeft twee jaar geleden een hersenbloeding gehad. Dan valt alles weg en sta je langs de rand van zijn bed. Maar ja, toen kwam hij er goddank na een jaar weer volledig bovenop, pakte zijn werk als fotograaf weer op, maar ik merkte dat er een hoop draadjes bij hem kapot waren gegaan. Toen hij voor het eerst begon te roepen: Ik vind je een eikel, wist ik: die is weer aardig aan het opknappen.”

Je hebt ook vijf kleinkinderen, hoe is dat contact?
“Daar heb ik niet echt contact meer mee. Ik ben geen hop-opaatje, hop-opa, maar ben meer een locatie-opa. Dus ik ga liever met ze naar De Efteling. Daar geniet ik dan enorm van, ga met ze in attracties.”

In je biografie staat dat je vorig jaar een beroerte hebt gehad
“Dat gebeurde eerst thuis. Ik zat op de wc en toen vond mijn vrouw me op de grond. Ik wist niet meer waar ik was en was twee minuten weg. Later gebeurde dat hier nog een keer, in 1890, toen ik aan tafel zat en met mijn hoofd voorover viel. Ik heb toen ook in mijn broek gepist. Ik dacht: ik heb of een herseninfarct, of een hartinfarct, er is iets niet goed. Toen ben ik door de molen gegaan en bleek mijn hoofd goed. Honderd procent goed. Maar ik had wel hartritmestoornissen. Alles gaat nu goed. Maar ja, je weet het niet. Misschien val ik zo wel om. Ik heb een sporthart, door al dat voetballen en gedoe. De arts zei: Je hebt een ijzersterk hart. Ja, hier en daar lekt er wel wat, maar niets schokkends.”

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Entertainment
  • Clemens Rikken