Het verhaal achter het drama
Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: Die ene melding.
Binnenkort verschijnt het boek Die ene melding, waarin Volkskrant-journaliste Wil Thijssen een aantal politiemannen en -vrouwen aan het woord laat over ingrijpende gebeurtenissen tijdens hun werk. “Zoals het schrijnende verhaal van de agent die een woning doorzoekt na een gezinsmoord,” aldus uitgeverij Prometheus in een promotietekstje, “Van de ME’er die geen filter op haar gasmasker heeft als ze in traangaswolken vecht voor haar leven, tot de politieman die op het Centraal Station in Amsterdam een terrorist neerschiet.” Dat belooft wat, never a dull moment in het leven van de politieagent.
Zoals de vaste lezers van deze column weten, heb ik zelf ook een tijd in het blauw rondgelopen. Op grond van die ervaringen kan ik zeggen dat de impact van het werk op straat niet altijd verband houdt met grote gebeurtenissen an sich, zoals in het boek van Thijssen ongetwijfeld aan de orde komen. Niet alles wat een agent meemaakt, haalt namelijk de krant. Over zelfmoorden bijvoorbeeld wordt eigenlijk nooit bericht, ten eerste omdat het privacygevoelig is en ten tweede om copycatgedrag te voorkomen. Om diezelfde reden lees je ook nog maar zelden iets over gezinsdrama’s, alhoewel die ongeschreven regel in de media niet altijd meer wordt geëerbiedigd.
Waar je ook nooit iets over leest, zijn bijvoorbeeld de slechtnieuwsgesprekken, ook zo’n ingrijpend onderdeel van het politiewerk. Ga er maar aanstaan, als 20-jarige agent. “Dag mevrouw, mogen we even binnenkomen...” En dan te moeten vertellen dat de partner of het kind om het leven is gekomen. De reacties die daarop volgen zijn onvoorspelbaar. De één zet het op een hysterisch gillen, de ander laat zich verslagen en zwijgend in de stoel zakken.
Als ik terugkijk op mijn tijd bij de politie schieten me altijd een paar gebeurtenissen te binnen die meer betrekking hebben op het verhaal erachter dan op het incident zelf. De zelfmoord van een man bijvoorbeeld die zich op een zondagochtend had verhangen omdat hij ervan overtuigd was dat hij iets ernstigs onder de leden had. Zijn vrouw vond hem toen ze thuiskwam van kerkbezoek. Op tafel stond een leeggedronken jeneverfles met daarnaast een opengeslagen medische encyclopedie. De vrouw vertelde dat de man zich de ene levensbedreigende kwaal na de andere had ingebeeld. Het idee dat hij longkanker had was een beetje gezakt om onmiddellijk plaats te maken voor de overtuiging dat er iets mis was met zijn prostaat. Daarover ging ook precies de bladzijde die hij erop had nageslagen. Hoe hard de huisarts ook zijn best had gedaan om de man, die niets bleek te mankeren, gerust te stellen, het haalde niets uit. En over die lege jeneverfles zei de vrouw: “Hij dronk eigenlijk nooit, die drank was voor de visite. Ik denk dat hij zich moed heeft willen indrinken. Hij was liever dood dan te moeten leven met die angst.”
Zeer indrukwekkend was ook de dood van de Rotterdamse hoofdagent Willem Schepen (25). Hij werd in 1985 tijdens een nachtdienst doodgeschoten door mannen die net een illegaal gokhuis hadden overvallen. Ik kende Willem niet heel goed, maar zat net als hij op de motor en zag hem weleens tijdens de ochtendspits bij de Van Brienenoordbrug. Alsof zijn dood nog niet tragisch genoeg was, maakte ook hier het verhaal erachter zoveel indruk. Willem bleek min of meer in een hinderlaag te zijn beland. De overvallers waren opeens gestopt en terwijl Willem en zijn collega geen kant op konden, openden de criminelen met automatische wapens het vuur. Uit het radioverkeer werd al snel duidelijk welk drama zich hier voltrok. Voor één collega in de meldkamer draaide het uit op een regelrechte nachtmerrie. Het was Willems vrouw. Ook zij had dienst en moest live aanhoren hoe haar grote liefde was overleden. Zoiets vergeet je nooit.
- ANP