'Slachtoffers van oplichting zijn niet altíjd zielig'
Elke week schrijft misdaadverslaggever Henk Strootman een column over wat hem opvalt in de crimewereld. Deze week: oplichting.
Kees van der Spek, lang de rechterhand van Peter R. de Vries genoemd, heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot een bekwaam en succesvol televisiemaker. Het zat er altijd al in bij hem. Kees heeft een neus voor goede verhalen, is voor de duvel niet bang en wordt niet gehinderd door vliegschaamte, wat hem in elke uithoek van de aarde brengt. Al werkt een oplichter vanuit een golfplaten hutje in een Nigeriaanse sloppenwijk, de kans is groot dat Kees hem tot op de centimeter weet te traceren en vaderlijk de les leest.
Eenmaal terug in Nederland geniet Van der Spek met volle teugen van het knip- en plakwerk aan de montagetafel. Muziekjes uitzoeken – als het kan een stukje Bach – een effectje hier en daar, een paar goede cliffhangers vóór de reclameblokken – laat het maar aan Kees over. Toen ik nog met hem voor Peter R. de Vries werkte, vertrouwde hij me toe dat hij een nieuw format had bedacht. Iets met oplichters in het buitenland. Het bleek een schot in de roos.
Hoewel ik zijn programma’s niet altijd zie, viel ik twee weken geleden in een aflevering die haarfijn liet zien waar de combinatie hebzucht, wreedheid en naïviteit toe kan leiden. Het slachtoffer was een 70-plusser die met boter en suiker in de bekende erfenis-oplichterstruc was getrapt. Het werkt doorgaans zo: via de mail ontvang je het bericht dat je aanspraak kunt maken op een miljoenenerfenis van een ver familielid in het buitenland, maar om deze los te krijgen, moet eerst aan allerlei formaliteiten worden voldaan. En dan begint de ellende. Steeds moeten er bedragen worden gestort om de erfenis rechtsgeldig te houden, vrij te kunnen geven en meer van dat soort kulsmoezen. Een weldenkend mens trapt hier natuurlijk niet in. Maar dat ‘weldenkende’ verdwijnt soms als sneeuw voor de zon zodra iemand dollartekens in de ogen krijgt.
Lang verhaal kort: het slachtoffer in deze zaak had zich negen (!) jaar aan het lijntje laten houden. Achter zijn contactpersoon – een Afrikaanse ‘dominee’ – bleken meerdere oplichters uit Senegal schuil te gaan.
Het grapje heeft de Nederlander uiteindelijk vijf ton gekost.
U leest het goed: 500.000 euro, waarvan een deel geleend bij familie en vrienden. Als de bewindvoerder van het slachtoffer niet bij Kees aan de bel had getrokken, was hij mogelijk nog jaren doorgegaan.
Toen Kees hem uiteindelijk vertelde dat hij al zijn braaf overgemaakte geld kwijt was, stamelde de man nog: “Maar die erfenis dan?” Het werd even veelzeggend stil, totdat Kees antwoordde dat er helemaal geen sprake is van een erfenis:
“Het is allemaal nep, joh…” Nu wil ik het slachtoffer geen trap na geven, hij zal inmiddels zelf ook wel weten dat hij vrij onverstandig bezig is geweest. Enig medelijden is dan ook best op z’n plaats. Maar zoals in veel van dergelijke zaken heeft ook deze landgenoot mensen meegesleurd in zijn val. Want de kennissen die in vol vertrouwen substantiële bedragen aan hem hebben geleend, kunnen naar hun centen fluiten. Daar zijn in Senegal allang mooie huizen en glimmende bolides mee aangeschaft. Wat is het toch dat er nog steeds mensen in die doorzichtige en vaak overbekende oplichtingstrucs trappen? Waarom maken trouwlustige dames geld over naar een ‘Amerikaanse alleenstaande, gedecoreerde legerheld’, die in werkelijkheid een Nigeriaanse schooier blijkt te zijn? Hoe kan het dat er nog steeds mensen zijn die geloven in die erfenisonzin?
Het antwoord is helaas: hebzucht. Niet alleen de daders lijden aan een niet te stillen honger naar geld, ook de slachtoffers zijn uit op snel en zonder inspanning veel geld binnenhalen. En dat is vragen om moeilijkheden. Want gratis geld is nergens te krijgen. En zeker niet bij dominee Abubakar of professor Aliyu.
Toen Kees van der Spek vertelde dat de 70-plusser zijn naar Senegal overgemaakte geld kwijt was, stamelde de man: ‘Maar mijn erfenis dan?’
Kees antwoordde: ‘Allemaal nep, joh’
- Oplichters Aangepakt