Voor alles is een eerste keer, dus ook de eerste keer dat René van der Gijp in ons blad verscheen: 42 jaar geleden dus. Om aan te geven hoelang dat precies geleden is: Ronald Reagan moest nog gekozen worden tot president van Amerika en René, zoon van Wim en neefje van Cor van der Gijp – beiden oud-internationals – was amper 19 toen hij namens Sparta zijn debuut maakte in het betaald voetbal. Teamgenoten destijds waren, u kent ze misschien wel, onder anderen Louis van Gaal, Dick Advocaat, Danny Blind, Adri van Tiggelen en Ruud Geels, maar dat terzijde.
René, ‘de nieuwste prijsduif van de familie Van der Gijp’, was ‘de versnapering onder de jonge voetballers’, iemand die van ‘onverwachte attracties’ hield en die het leven als een ‘allerprettigste attractie’ beschouwde. Met de wetenschap van nu zou je kunnen zeggen: niks veranderd dus. Maar hoe jong hij toen nog was: je stelde hem een vraag en er rolde net als nu een smakelijke anekdote of levenswijsheid over zijn lippen. René: “Ik ben een jongen die met 200 gulden op zak ook 200 gulden uitgeeft. Als ik met vrienden in de stad ben, zeg ik niet: geef mij één biertje.
Nee, dan zeg ik: geef die anderen ook wat.”
Over meisjes versieren: “Ik heb fase één altijd vrij snel voor elkaar. Fase één is het onderhandelen en zorgen dat je weg kan met diegene op wie je van meet af aan geloerd hebt. Ik verlaat de discotheek ook op het moment dat vrijwel iedereen er nog is, want als het is gelukt, mag het anderen best een beetje prikken.”
Fase twee bestond natuurlijk ook: “Dat is in de auto kijken hoe ver je kunt gaan. Daarin ben ik ineens vol begrip.
Ik ben geen doordouwer. Ik vind het wel leuk wanneer alles mag, want daar ben je in wezen toch op uit. Maar als het niet mag, leg ik mij er toch vlot bij neer. Ik waardeer dat. Mag het wel, dan wijs ik het natuurlijk niet af. Ik bedoel: ik word niet opeens Nederlands Hervormd, maar ik denk na afloop toch: wat een dom snolleke.”
Over zijn eerste keer seks was hij ook al zo duidelijk: op een hete namiddag met een meisje ‘dat niet heel erg goed bij haar verstand was’: “Ik was binnen een kwartier binnen en buiten.”
Of hij een vriendin had toen we hem spraken? Tuurlijk, “maar in mijn hart ben ik nog vrijgezel,” zei hij: “Jongens die op hun 19de al vaste verkering hebben, lijden aan moedeloosheid. Die denken niet meer aan bod te komen. Ik bracht principieel op schoolfeestjes géén meisje mee. Dat deden alleen de lulletjes.”
En toch, zó’n testosteronbommetje was hij nu ook weer niet, gaf hij eerlijk toe:
René van der Gijp over zijn ‘eerste keer’: ‘Binnen een kwartier binnen en buiten!’
“Met een meisje alleen ben ik veel rustiger dan wanneer ik in een groep over meisjes praat. Ik vermoed dat dit een normaal verschijnsel is. Tenminste, dat hoop ik. (...) Ik heb de meeste flair als ik in een groep ben. Dat is zwak, maar ik vind het sterk om dat toe te geven.”
Vandaar dus zijn grote mond aan tafel: opeens is alles duidelijk.