Gefeliciteerd met het boek! Wat een verrassende combinatie eigenlijk, die keurige Fons de Poel met die brutale Willibrord Frequin…
“Zo keurig ben ik ook helemaal niet, hoor! Ik ben wel een ander soort journalist, zoals Willibrord het deed heb ik nooit bij iemand gezien. Hij stond echt 24 uur per dag aan en was niet het type CNN-journalist dat met zijn hoofd in beeld vertelde wat er op de achtergrond mogelijk gebeurde. We werkten samen bij Brandpunt en hebben veel reportages teruggekeken, hij heeft wel een tik gekregen van wat hij in die jaren heeft gezien. Daarna ging hij naar de commerciëlen, maakte hij veertig uitzendingen per jaar met daarin vier reportages per aflevering. Hij heeft zó hard gewerkt, want hij beperkte zich niet tot een gezellige première.”
Dat kun je wel stellen.
“Hij stopte niet voor iets was opgelost. De ouders van een gehandicapt kindje konden het schoolvervoer niet betalen. Willibrord had oud-rechercheurs in dienst die op verkenning gingen in het gemeentehuis, zodat hij precies wist hoe je een lift moest blokkeren. Liep hij bij de burgemeester naar binnen. Hoe zou je het vinden als dat jouw kindje was? Was het binnen een dag opgelost. Als er werd gebeld dat Willibrord alleen al interesse had in een onderwerp was dat vaak al genoeg om iets op te lossen. Dat hadden ze liever dan dat hij langskwam.”
Daarom stonden we te kijken van de titel van het boek, Verlegen Vlegel.
“Ik schrijf dat bescheidenheid het enige is waarvan hij nooit is beschuldigd. Maar dat is wel wat achter dat harnas zit. Hij kan ook slecht tegen complimenten. In de kern is het een verlegen jochie waarin zijn brutaliteit het overwon.”
Zijn manier van interviewen kennen we, maar hoe is het om hem zelf te interviewen?
“Ik ken hem al veertig jaar, maar eigenlijk kende ik hem helemaal niet. Het was een soort mannenvriendschap. De afgelopen periode heb ik hem pas echt leren kennen en ben ik ook om hem gaan geven. Hij heeft me altijd gefascineerd, maar soms is het ook een moeilijke man. Zo gesloten als een oester. Halverwege het gesprek kon de stemming zo omslaan. Het was een tocht die ik behoedzaam moest afleggen. Als ik zei: Je bent toch altijd bezig geweest met je imago, werd ie boos. Dat van dat imago is trouwens niet zo. Hij speelde niet dat hij boos was, dat was ie echt. Hij is zo authentiek als het maar zijn kan.”
Heeft Willibrord eigenlijk een troonopvolger?
“Die confrontatiejournalistiek bestaat bijna niet meer. Rutger Castricum heeft het even gedaan en je hebt Jaïr Ferwerda, maar de nieuwe Frequin wordt niet meer geboren. Het was niet altijd even chique en soms ging hij over een grens, maar hij heeft zoveel televisiemomenten gemaakt die bij miljoenen Nederlanders nog op het netvlies staan. Dat kunnen weinig televisiemakers zeggen. Hij is de uitvinder van een genre. Dit boek moest er daarom komen en ik vind dat het verplichte kost moet zijn op de School voor Journalistiek, want zijn werklust is ongeëvenaard. Hij was niet de beste interviewer, ook niet de beste televisiemaker, maar wél de markantste uit de televisiegeschiedenis. Absoluut.”
Willibrord heeft Parkinson en zijn gezondheid gaat hard achteruit. Heb je tijdsdruk gehad om het op tijd af te krijgen?
“Ja, het is wel in doodsnood tot stand gekomen. Hij kan nog best één of twee jaar leven, maar hij is de laatste maanden hard achteruit gegaan. In het begin speelde dat nog helemaal niet. Liep hij iedere dag 7 kilometer, nu komt hij nog twee tot drie uurtjes per dag uit bed en kan hij niet meer lopen. Dat is een helletocht voor iemand die zo stoer is. Aan de andere kant: het verbaast me dat hij tachtig is geworden. Nog los van dat er meer alcohol dan bloed door zijn aderen stroomde en hij nooit groente of fruit at. Hij heeft zó intens geleefd, stond de hele dag aan en heeft mentaal en fysiek alles gegeven. Straks wil hij God interviewen om te zeggen: Je hebt er een zooitje van gemaakt daar beneden. Dat wil hij echt, het is zo’n schilderachtig figuur.”
- Brunopress/Patrick van Emst