U kunt het zich nu waarschijnlijk niet meer voorstellen, maar er was een tijd dat er nog geen mobiele telefoons waren, laat staan smartphones, laat staan internet, laat staan… afijn, u snapt wel naar welke tijd we willen; de tijd van fotorolletjes en wegwerpcamera’s die u bij de HEMA of Kruidvat liet ontwikkelen om er drie dagen later, bij het ophalen, achter te komen dat de helft mislukt was.
Ach, die goeie ouwe tijd… genadeloos om zeep geholpen door de invoering van de digitale fotografie waarin elk oneffenheidje als sneeuw voor de zon verdwijnt, iets wat in 1999 bijna net zo futuristisch was als een computervirus. Iedereen kan nu altijd overal spannende foto’s maken, kopten wij destijds, wat u natuurlijk allang wist als u uw koelkast van een computer aanzwengelde met het krakende en piepende geluid van de modem op de achtergrond en u plaatjes als hierboven in uw scherm zag verschijnen. Maar ook ons leven en dat van andere papieren media werd er een stuk prettiger op. Net nog, letterlijk nét: onze fotoredacteur had geen afbeelding van de cover gemaakt, de cover die u hier ziet, en vroeg aan de aanwezige verslaggever op de redactie of hij er een foto van kon maken met zijn telefoon en die aan hem kon mailen. Zo snel en simpel kan het dus gaan tegenwoordig.
Ook in 1999 dankten wij het opperwezen, waar die ook zweeft, op onze blote knieën voor digitale fotografie. Onze toenmalige fotograaf Harald Berkhout gaf een simpel praktijkvoorbeeld over hoe hij werkte in de analoge tijd en hoe sneller en beter het allemaal werd in het digitale tijdperk. Hij maakte er een schemaatje van, dat met de wetenschap van nu echt prehistorisch lijkt:
Vóór 1999 (gewone camera): 14.00. Locatie: showbizzparty in het Gooi. Harald schiet een rolletje BN’ers vol. Daarna: in de auto naar het fotolaboratorium. 15.00. Aankomst laboratorium, rolletje wordt ontwikkeld. 16.30. Film klaar, fotocheck, afdrukken. 18.00. Dia’s klaar, fotoselectie, dia’s in hoesjes, copyrightsticker erop en dan hop, naar de Panorama-redactie. 19.00. Aankomst redactie, dia’s sorteren en scannen in de computer. 20.00. Pagina’s mét foto’s naar de drukkerij.
1999 (digitale camera): 14.00. Hetzelfde feestje in het Gooi, foto’s maken, meteen checken of de belichting goed is, slechte foto’s deleten. 14.05. Flashcard in de laptop, foto’s verschijnen in het scherm. 14.20. Bellen met de redactie, bruikbare foto’s doorsturen per gsm-telefoon. 14.45. Foto’s verschijnen op het beeld van onze toenmalige artdirector Pieter van Acker die de foto’s meteen in het artikel plaatst. 15.00. Pagina’s naar de drukker.
“Ook handig voor de huizenmarkt, want een makelaar kan in no time digitale beelden van een huis (waar ook ter wereld) doorzenden naar geïnteresseerden,” schreven we destijds. En ook: “Rolletjes raken nog weleens zoek, zijn duur en maken de gang naar de fotozaak verplichte kost: leuk als u uw eega naakt heeft vereeuwigd.” Leuker kunnen we fotograferen niet maken, wel makkelijker.