Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Sportcolumn: 'laten we een café kopen'

Iedere week schrijven onze Panorama-verslaggevers samen een column over wat hen opvalt in de sportwereld. Deze week: de verkoop van café El Faro.

Sportcolumn: 'laten we een café kopen'

Micha Jacobs

Bij wijze van pavlovreactie kreeg ik onsterfelijke dorst toen ik las dat café El Faro in het Vlaamse Galmaarden te koop staat. Wij zijn daar geweest, in 2009, toen het café nog gewoon café De Bosberg heette, naar de gelijknamige berg waarop het staat. Die helling gold tot 2011 als de laatste beklimming in de Ronde van Vlaanderen.

Destijds maakten wij een reportage over legendarische wielercafés langs de toenmalige route van Vlaanderen Mooiste – het verhaal heette De Dronken van Vlaanderen – en dronken waren we zeker. Café De Bosberg was de laatste halte voor het café op de finish in Meerbeke, dus de alcohol die we al de hele dag hadden genuttigd was ons behoorlijk in de benen gezakt. Toen we ons op de krukken van De Bosberg hesen, zagen we gebruikelijke wielerrelikwieën als foto’s en shirts van bekende renners hangen, maar één hele wand was gereserveerd voor wielrenners uit Kazachstan: volgens mij pronkte de blauwgele vlag van Kazachstan zelfs aan de muur.

Het café was sinds jaar en dag de uitvalsbasis van de Kazachse wielerbond en van wielerploeg Astana, van talentvolle renners als de toen al overleden Andrej Kivilev (in 2003 kwam hij dodelijk ten val tijdens de etappekoers Parijs-Nice waarna een helmplicht in het wielrennen werd ingevoerd), Andrej Kasjetsjkin en oud-olympisch kampioen Aleksandr Vinokoerov. Guido de Bleser, de uitbater van het café voordat zijn dochter er een tapasrestaurant van maakte, begeleidde die jongens en vereeuwigde ze aan de muur. We hingen aan zijn lippen, zoveel prachtige verhalen vertelde hij. Over dat die Kazachen geboren waren om die Vlaamse kasseien te teisteren.

Het stemde mij treurig om te lezen dat het café nu te koop staat, omdat ik bang ben dat het wordt opgekocht door iemand zonder affiniteit met de historie. Die zonder pardon die wielerrelikwieën in de prullenbak flikkert alsof het een paar dooie rozen zijn. Zoals bij café De Vluchtheuvel gebeurde, een ouderwets dartsen Ajax-café in de Amsterdamse Van Woustraat dat ik frequent bezocht en wat inmiddels een steakrestaurant is.

Ik weet dat we de tijd niet mee hebben en dat je waarschijnlijk niet 1,4 miljoen euro – want zoveel kost café El Faro – in een oude sok hebt liggen, maar zullen we het kopen? Alleen al om een oud sportcafé nieuw leven in te blazen?

Mario Wisse

Dus we hebben er geen geld voor, maar we kopen het tóch. Briljant idee, Jacobs!

Ik voel trouwens met je mee, hoor. Er gaat weinig boven voetbal- en wielercafé’s. Maar vergeet ook al die al maanden gesloten sportkantines niet: bier uit de fles, broodjes frikandel met veel mayonaise en aan het eind van zo’n heerlijke sportmiddag het onvermijdelijke rad van fortuin. Typisch kantinevermaak waarbij de plaatselijke middenstand doorgaans de prijzen ter beschikking stelt. Een gratis knipbeurt bij Haarmode Hans, een barbecuepakket dat nog maar een paar dagen over de uiterste houdbaarheidsdatum heen is of een minuut gratis winkelen in de buurtsuper. Dat je bij die laatstgenoemde prijs geblindeerd de winkel in moet, blijkt meestal pas wanneer je ‘m hebt gewonnen.

Wat ik mij van die Dronken van Vlaanderen kan herinneren, is dat ik vanwege een plotseling opkomende griep de meeste rondjes oversloeg (het was in de zwartwittijd dat je met griep dus nog gewoon op kroegentocht kon, in plaats van naar de teststraat en in quarantaine). Dronken werd ik dus niet. Meest tragische gevolg van mijn fysieke sores was dat ik die dag nauwelijks kon genieten van de ongetwijfeld fantastische wielerkroegen. Andere consequentie: ik bracht vooral veel tijd door in wielercafétoiletten. In een van de eerste drinklokalen die we bezochten stuurde de barman, een koppelkoerskampioen uit de jaren zestig, mij letterlijk naar buiten toen ik naar de route richting wc vroeg. Hij wees naar een deur en gebaarde iets van rechtdoor en rechtsaf. Toen ik de deur opende stond ik op het Vlaamse platteland. Via een modderig paadje en struikelend over wat afgedankt landbouwmaterieel kwam ik in een niet al te grondig schoongehouden toiletgebouwtje terecht. Zo één met een deur die een meter boven de grond hangt waardoor regen en storm vrij spel hebben. Je begrijpt: sindsdien weet ik ook een beetje hoe het voelt om af te zien in Vlaanderen. In talkshows hebben de deskundigen het er steeds vaker over dat we in deze moeilijke tijden perspectief nodig hebben. Wat denk je ervan om, wanneer het weer kán uiteraard, zo snel mogelijk een biertje op de Bosberg te doen? Het toilet dáár kan ik mij niet meer zo goed voor de geest halen namelijk. En ik wil ook de rest van El Faro even goed bekijken voordat we het koopcontract tekenen.

Sport
  • Micha Jacobs & Mario Wisse