Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Voer- en vaartuig tegelijk - rijdend door de Amsterdamse grachten

Wat doe je wanneer je van asfaltvreters houdt, maar net zo lief in een schuitje ronddobbert? Dan koop je een amfibievoertuig! Met een amfibie navigeer je met hetzelfde gemak over de A1 als door de Amsterdamse grachten. Amfibie-rijdend Europa kwam onlangs in onze hoofdstad bij elkaar om hun hobby uit te oefenen: rijden en varen.

Voer- en vaartuig tegelijk - rijdend door de Amsterdamse grachten

Diep verscholen in Amsterdam- Oost ligt de natuurcamping Zeeburg. Waar het terrein normaal gesproken behuisd wordt door avonturiers, Duitse pensionados en blowende jongeren, is de camping dit weekend het toneel van een bont gezelschap autoliefhebbers. Op de campingplaatsen struikel je niet over onzichtbare scheerlijnen, maar stuit je op een bataljon aan amfibievoertuigen, die met een nauwkeurige precisie geparkeerd staan. Het is alsof je over een autobeurs rondwandelt. Eigenlijk stond er dit jaar een meeting in Italië op het programma, maar die ging niet door vanwege covid-19. En dus was een alternatief in Amsterdam snel gevonden. Natuurlijk vanwege de prachtige vaarroutes, maar bovenal vanwege de verscherpte regelgeving rondom oude benzinevoertuigen. Daarom kon dit misschien weleens de laatste toertocht door de hoofdstad zijn en die kans laat je dus niet liggen.

Niet geheel onopgemerkt zijn de eerste amfibieën vroeg in de middag de camping opgerold voor de driedaagse meet-up. Wanneer er een opgepoetste oldtimer voorbij pruttelt, laten de campinggasten alles uit hun handen vallen en vergapen ze zich aan de levendige kleuren. Sommigen voertuigen komen van ver. Er vallen nummerborden uit Italië, Frankrijk en Engeland te herkennen. Ze willen er allemaal bij zijn, want de club komt slechts één keer per jaar bij elkaar. Het internationale gezelschap moet eerst inchecken bij de receptie.

Daar heeft de camping ruimte gemaakt voor een hostess van de organisatie: Carmen. Ze heeft een oude tafel gepromoveerd tot incheckbalie en maakt een lichtelijk nerveuze indruk. “Ze komen overal vandaan. Maar mijn talen zijn niet zo denderend,” ontboezemt ze.

“I am here for the Amphicars!” brult een besnorde Italiaan in de receptie. Carmen zoekt vluchtig de bijpassende formulieren en geeft instructies mee. “Normaal gesproken doe ik de administratie op kantoor. Inhoudelijk weet ik niet zoveel over de voertuigen. Daar moet je Roy voor hebben.” Roy is de organisator van de bijeenkomst. Hij bestiert een autobedrijf in de Achterhoek en handelt in allerlei oldtimers, zoals de Ford GPA – die gebruikt werd voor militaire doeleinden in de Tweede Wereldoorlog – en de Amphicar. Hij heeft zijn bus, van het formaat zeecontainer, al gestationeerd en staat met luide toon te telefoneren. Het gesprek heeft iets weg van een veiling. “Die van 1960,2000,475 en 1550 euro. De startprijs van die brandstofpomp is 250 euro.” En: “Deze man heeft in totaal 10.000 euro geboden.”

Dikke business

Amfibievoertuigen blijken dikke business. Heb je er eentje een paar jaar geleden gekocht? Grote kans dat je inleg een paar keer over de kop is gegaan. Zo’n vijf jaar geleden kocht je een Amphicar voor pakweg 15.000 euro. Daarvoor betaal je nu een fortuin; tussen de 70.000 en 100.000 euro. Tussen 1961 en 1968 zijn er maar 3878 exemplaren geproduceerd, waardoor ze zeer zeldzaam zijn. In Nederland rijden er zo’n tien rond.

Sommige exemplaren belanden in een museum, anderen komen in de handel terecht. Onderdelen worden niet meer gemaakt, waardoor reparaties snel in de papieren lopen. Met een beetje geluk vind je een tweedehands onderdeel via een tussenhandelaar als Roy. Hij spoort ze op via een wereldwijd netwerk. Lampje stuk? Dan ben je zo een paar honderd euro verder. Om nu in te stappen, heb je dus een flinke portemonnee nodig. Veel eigenaren hebben echter al tientallen jaren een Amphicar in bezit. Want wie er een heeft, doet hem niet zomaar weg.

Ook al zijn reparaties schreeuwend duur.

Op de camping wordt het gesprek met Roy onderbroken door een Duitser.

“Torsten kommt heute nicht; seine Mutter liegt im Koma.” Roy schakelt lenig over in het Duits. “Schade, dank für dein Bericht,” antwoordt hij. Want naast de grootste handelaar in amfibievoertuigen ter wereld is hij ook een s qoort buurtvader voor de amfibie-gemeenschap. Elke deelnemer keuvelt even kort met hem bij. Maar nu heeft hij haast. Vanavond staat de ‘candlelight tour’ door de grachten op het programma. Vanaf vanochtend vroeg heeft het doorlopend geregend.

“Maar vanavond wordt het droog en anders doen we het dak dicht,” zegt hij optimistisch. Even later rijdt de sliert auto’s op militaire wijze naar het centrum van Amsterdam. De colonne wordt aangevoerd door Roy, als een hedendaagse rattenvanger van Hamelen. In de stromende regen gaat de tewaterlating bij één voertuig mis; een Amphicar loopt vol met water. “Die hebben we net op tijd eruit kunnen slepen. Daar moest een monteur bijkomen en die gaat hem repareren,” vertelt Roy later die avond.

54 voertuigen

De volgende morgen ontwaakt camping Zeeburg. Gepaard met een geeuw peutert een slaperige tiener voorzichtig de rits van zijn tent open. Verderop sloft een hongerige mevrouw op leeftijd voorbij met een stokbrood onder haar arm.

Gehuld in regendruppels doemen de amfibievoertuigen op. In totaal zijn er 54 voertuigen op komen dagen. Een stuk minder dan twee jaar geleden, wat te wijten is aan covid-19. Hierdoor zijn amfibieën uit Amerika noodgedwongen thuisgebleven. Er klinkt een knal. Het blijkt Jacques te zijn die de schuifdeur van zijn bus met een zwieper in het slot zwaait. Naast zijn bus staat een knalgele sportauto, die iets weg heeft van een Volkswagen ‘on steroids’. “Ja, deze is van mij,” vertelt hij met een lang gezicht. De expeditie van gisteravond is voor hem uitgedraaid op een grote teleurstelling.

Eén van de tien Nederlandse drijvers.

“Mijn waterpompen draaien niet meer, dus ik kon niet meer varen,” zegt hij enigszins bedroefd. “Het onderstel is van een Kever. Ik heb hem helemaal zelf gebouwd en opgevoerd van 1600 naar bijna 1800 cc. Alles wat je ziet is nieuw. Vroeger heb ik van alles gemaakt, van boten tot hovercrafts, maar dit is mijn eerste amfibie. Deze wagen is uniek.”

Met het blote oog is niet direct waar te nemen dat het een amfibie betreft. “Het was de bedoeling om een sportieve wagen te maken. Alleen aan de jetskiuitlaten kan je zien dat het een amfibie is. Het enige nadeel: er bestaat geen ander exemplaar, dus je kan niet afkijken hoe je hem moet repareren.”

Trots laat hij een filmpje zien, waarin het vehikel door het water tuft. Maar ook deze keer bleek hij onfortuinlijk. “Daar ging hij voor het eerst het water in. Toen kwam er lucht in de pompen te zitten.

Gister was de derde keer en elke keer was er iets kapot. Wat ik nu ga doen? Ik stap zo gewoon in bij een vriend.”

Vandaag staat er weer een tocht door het centrum van Amsterdam op het menu.

Dit keer bij daglicht. Er breekt een zonnetje door op het kampeerterrein.

In tegenstelling tot gister is het vandaag prachtig weer. De stoet ronkende motoren rijdt bij vertrek opnieuw gecoördineerd achter elkaar aan. Een meisje maakt snel van de gelegenheid gebruik om op de motorkap van een stilstaande Amphicar te gaan liggen voor een selfie. Aangekomen bij de botenhelling naast museum NEMO, dompelen de voertuigen het water in. Via de Oude Schans, Singel, Brouwersgracht en de Prinsengracht, varen de voertuigen door de Amstel. Het is een kolderiek gezicht; varende auto’s in de eeuwenoude Amsterdamse grachten. Op elke brug ontstaat een klein verkeersinfarct door stoppende fietsers, jubelende kinderen en stilstaande auto’s. Iedereen neemt de tijd om het merkwaardige tafereel vast te leggen en bij eenieder valt een kleine glimlach te betrappen.

Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het hele verhaal in de nieuwste Panorama of op Blendle.

Nieuws
  • Rens Nijholt
  • Rens Nijholt