“Mensen liepen op straat met pistolen op heuphoogte. Muzikanten sloten zich al spelend aan bij de groep. Bij het ochtendgloren kon je door de muziek heen de geweerschoten horen als mensen gedood werden.”
Zo beschrijft Sandra Ávila Beltrán, ofwel de ‘Queen of Cocaine’, tijdens een interview in 2016 met The Guardian hoe ze op 13-jarige leeftijd getuige is van haar eerste moordpartij. Wat ze er niet bij vertelt, is dat de muzikanten ook de dood vonden. Ze waren tenslotte getuigen.
De Mexicaanse bendes hebben een groot gevoel voor ‘theater’, terwijl ze zich ook nog eens onaantastbaar wanen met de bandiet Jesus Malverde (1876-1911) – een soort Robin Hood – als narcoheilige aan hun zijde. Het ligt helemaal niet voor de hand dat vrouwen binnen de machowereld van Mexicaanse misdaadorganisaties posities veroveren. Vrouwen worden door drugsbazen eerder als een trofee gezien. Of erger nog. “Vrouwen worden misbruikt, als wegwerpartikel behandeld en aan de kant gegooid alsof het om een barbiepop gaat. Drugsleiders houden er een harem op na van soms wel tien vrouwen. De vrouwen zelf hebben natuurlijk geen enkele vorm van seksuele vrijheid. Ze worden als lustobject gezien en zeker niet als strijdster of als een persoon die werkelijk iets kan bereiken,” vertelt Sandra in datzelfde interview. En dit is precies wat zij niet wil. Ze wil respect afdwingen als vrouw die ertoe doet en niet alleen maar leuk genoeg is om de feestjes wat op te tuigen. Haar missie slaagt en binnen tien jaar is ze de Queen of Cocaine.
Zelf gebruikt ze geen drugs. En dat doet ze om strategische redenen. “Als je een gebruiker bent, dan ben je in de ogen van drugsleiders zo’n vrouw die je gemakkelijk aan de kant kan schuiven. Je wordt domweg niet gerespecteerd.” En dat respect krijgt ze wel van de beruchte drugsbaas Joaquín ‘El Chapo’ Guzmán, met wie ze bevriend raakt…
Als beesten
Ondanks alle obstakels heeft een aantal vrouwen wel degelijk carrière gemaakt in beruchte drugskartels. De Mexicaanse en alom gerespecteerde journalist Javier Valdez – in 2017 doodgeschoten vanwege zijn vele publicaties over de georganiseerde misdaad – maakte vele interviews met vrouwen in de drugshandel. Hij vertelde ooit in een interview in Time Magazine dat deze dames niet voor de makkelijkste weg kozen. “Het is een wereld waar mannen zich als beesten gedragen. Veel vrouwen worden behalve gebruikt en misbruikt ook vermoord door dezelfde drugsbazen voor wie ze werken. Vrouwen die werkelijk de top halen zijn uitzonderlijk. Ze moeten superintelligent, getalenteerd en stoutmoedig zijn.” Enedina Arellano Félix, ook wel ‘La Jefa’ of ‘The Boss’ genoemd, is er zo één.
Ze maakte deel uit van een criminele familie. Enedina Arellano Félix en haar broers, de Arellano Félix Brothers, verhuizen in de jaren 80 uit het diepe binnenland van Mexico naar Tijuana in het noorden aan de grens met de Verenigde Staten. Ze laten een bloedspoor aan geweld achter.
De personages in de film Traffic zijn op hen geïnspireerd. Terwijl haar broers nachtclubs overnemen, grootse, van cocaïne vergeven feesten geven en lijken in de barbecue laten smeulen, doet Enedina een accountantstudie aan de universiteit. Sinds 2000 zijn haar broers feitelijk uitgeschakeld en staat zij aan het hoofd van een heel kartel, wat zeer uitzonderlijk is. ‘La Negra’, ofwel Jessica Oseguera Gonzalez (33), is met de criminele paplepel grootgebracht en heeft zich ontpopt tot handige ‘zakenvrouw’. De dochter van de voortvluchtige Nemesio Oseguera Cervantes, beter bekend als ‘El Mencho’, wordt op 26 februari 2020 gearresteerd als ze in Washington een rechtszaak tegen haar broer wil bijwonen. Ze staat op de zwarte lijst omdat ze het Jalisco-kartel financieel zou steunen. Ze moet eind dit jaar in de VS voor de rechter verschijnen vanwege illegale transacties met onroerend goed, die volgens de fiscus gebruikt worden om buitenlands geld van criminele organisaties wit te wassen. Vanwege corona probeert ze op borgtocht vrij te komen. Dezelfde dag nog wordt haar verzoek afgewezen en dus moet ze nog een tijdje haar zaak afwachten in de cel. Ondertussen zijn de bankaccounts van het kartel bevroren.
De panters
Behalve vrouwen die als enkeling binnen misdaadkartels opereren, zijn er ook die als huurmoordenaars gerekruteerd worden. Las Panteras (de Panters) is de gewapende vleugel van Los Zetas, tot voor kort een van de gevaarlijkste Mexicaanse drugskartels, dat zich in 2010 afgesplitst heeft van het Golf-kartel. Las Panteras bestaat exclusief uit vrouwen tussen 18 en 30 jaar die opgegroeid zijn inarme gezinnen. Veel verder dan de middelbare school zijn ze niet gekomen. Deze zwaarbewapende vrouwen – geheel in zwart leder gekleed en onherkenbaar achter hun gitzwarte maskers – zijn speciaal getraind om te onderhandelen met politie, militairen en politici. Althans, ze dwingen overheidsambtenaren samen te werken met het kartel. Wie niet meewerkt, wordt zonder pardon door de dames vermoord. Een van de – in 2009 gearresteerde –leden is Maria del Pilar Narro Lopez, ‘Comandante Bombon’, die net als de andere vrouwen van Las Panteras door iedereen zeer gevreesd wordt. Ook door het kartel zelf. De vrouwen doen zeker niet onder voor de mannen en laten zich net als hen graag met vergulde wapens, auto’s en veel blingbling vastleggen voor de eeuwigheid. Het bevestigt de status die ze bereikt hebben en daar zijn ze trots op.
‘De Panters’ hebben ook meegedaan aan het beruchte San Fernando-bloedbad in 2010, waarbij 72 illegale migranten uit Centraal– en Zuid-Amerika genadeloos worden neergeknald. De reden voor deze massamoord is dat Los Zetas wil voorkomen dat deze migranten gerekruteerd zullen worden door het Golf-kartel.
Meer macht voor vrouwen
Volgens gegevens van de Mexicaanse procureur-generaal zijn tussen 2007 en 2015 meer dan 7000 bendeleden – van wie 22 procent vrouw – vervolgd vanwege lidmaatschap van een criminele organisatie. En het ziet ernaar uit dat vrouwen steeds meer macht zullen krijgen in Mexicaanse kartels sinds de regering in 2006 drugskartels de oorlog heeft verklaard en vele mannelijke bendeleden om het leven zijn gekomen.
In 2012 zouden al ongeveer 50.000 – vooral mannen – omgebracht zijn, waardoor hun weduwes, vriendinnen, dochters of zussen zich genoodzaakt voelen de drugshandel over te nemen en voort te zetten. Ook nu, tijdens de lockdown, stijgen de misdaadcijfers in moordend tempo, omdat de overheid wel iets anders aan het hoofd heeft dan drugskartels uit te schakelen. Mogelijk zullen de bendes om hun verliezen aan te vullen nog meer vrouwen moeten gaan rekruteren...
Volgens wetenschappelijk onderzoeker Arturo Santamaria hebben de kartels er zelfs baat bij dat vrouwen meer macht krijgen. “Ze zullen moeilijker te bestrijden zijn, omdat vrouwen slimmer te werk lijken te gaan,” meent hij.
DE GROTE DAMES
Dame of Death
Op sociale media gaan de laatste momenten van de 21-jarige zwaargewonde La Catrina, ook wel Dame of Death, de wereld rond. Een Mexicaanse soldaat probeert haar nog gerust te stellen: “Rustig maar.
De helikopter komt er zo aan. Hij komt zo, rustig, rustig maar. Je gaat het wel redden. Hou vol!” Maar ze sterft nog voordat ze het ziekenhuis bereikt op 13 januari 2020.
Het gaat om de knappe Maria Guadalupe Lopez Esquivel die aan het hoofd staat van een moordcommando van het beruchte drugskartel Jalisco New Generation (CJNG) – kortweg het Jalisco-kartel – van Nemisio Oseguera Cervantes, ofwel El Mencho. El Mencho’s kartel voert een bloedige strijd om de macht met het beruchte Sinaloa-kartel van Joaquín Guzmán, die sinds 2019 in de VS een levenslange straf uitzit. De piepjonge leider Maria raakt betrokken bij een vuurgevecht tussen haar zwaarbewapende bende en politie en militairen. Ze groeit op in de stad Tepalcatepec bij haar vader, een boer, en haar moeder, die huisvrouw is. In 2017 verlaat ze haar ouderlijk huis omdat de liefde lonkt. Ze trekt ze in bij een lid van het Jalisco-kartel in Aguililla in de staat Michoacan. Op bevel van Mi-guel Fernandez ‘El M2’, met wie ze een liefdesrelatie heeft, verhuist Maria naar de groep in El Aguaje. Ze werkt zich al vrij snel omhoog als topkiller binnen de hiërarchie van het kartel. Aan deze reputatie dankt ze haar bijnaam La Catrina, een personage uit de volkscultuur die de Mexicaanse Grand Dame Death representeert. Op maandag 14 oktober 2019 belaagt het moordcommando van de CJNG het konvooi van de staatspolitie die in Aguililla surveilleert. De bendeleden rijden zwaarbewapend rond in vrachtwagens en doden dertien politiemannen. Negen anderen raken gewond. Een paar uur na het bloedbad wordt de identiteit van de moordenaars vrijgegeven. Maria – nog maar 20 jaar oud – wordt direct verantwoordelijk gehouden voor de massamoord die ze in opdracht van M2 heeft uitgevoerd. Haar missie is de politie uit te schakelen en narcomantas achter te laten. Een narcomanta is een boodschap – met dreigementen of rechtvaardiging voor de gepleegde misdaden – die door een drugsbende wordt achtergelaten op grote repen lakenstof die op de voorruit van politiewagens worden gelegd. En in dit geval ondertekend met ‘CJNG’.
Later is in een uitgelekte opname te horen dat M2 instructies geeft aan La Catrina, die hem verzekert dat de missie precies zo uitgevoerd zal worden als hij wenst. Haar loyaliteit jegens haar geliefde is onmiskenbaar.
Drie maanden later op 13 januari 2020 wordt in de stad Tepalcatepec eenzelfde soort aanval gepleegd op de militaire nationale garde en de politie om hun wegblokkades teniet te doen. Maar deze keer eindigt het desastreus voor de gang van La Catrina.
Als de bendeleden het vuur openen op de soldaten en de agenten, krijgt Maria een kogel in haar nek. Zes van haar gangleden worden gevangengenomen. De getroffen vrouw, die zichzelf graag met haar gouden AK-47 laat portretteren op sociale media, wordt wrang genoeg tot haar laatste ademtocht op film vastgelegd. Maria bloedt dood.
Queen of Cocaine
In 2016 geeft de voormalige Queen of Cocaine voor het eerst een interview nadat ze zeven jaar lang in gevangenschap geleefd heeft.
Voor haar woning, vlakbij Guadalajara, staat een altaar met brandende kaarsen die een schrijn vormen voor haar eerste man die is gedood tijdens een vuurgevecht, haar tweede echtgenoot die is doodgestoken en haar broer die is doodgemarteld.
Haar vader, Alfonso Ávila Quintero, is betrokken bij de oprichting van het Guadalajara-kartel. Haar oom is de leider Miguel Ángel Félix Gallardo. Sandra Ávila Beltrán is dus opgegroeid tussen de belangrijkste drugsbaronnen van Mexico. Geld is er in overvloed en ze krijgt een rijkeluisopvoeding met privé piano- en danslessen en veelvuldige tripjes naar SeaWorld en Disneyland.
Al heel vroeg leert ze met geld om te gaan door als kind urenlang cash geld te tellen.
Een handige vaardigheid, want later kan ze aan de dikte van de bundels biljetten precies zien om wat voor bedragen het gaat.
Na een korte periode waarin ze journalistiek studeert, belandt ze uiteindelijk toch in de onderwereld. Ze rijdt graag keihard rond in haar auto en doet als scherpschutter niet onder voor de mannen. Ook het flirten met de mannen gaat haar goed af, haar oog valt daarbij ook op hoge politiefunctionarissen. Tot twee keer toe stapt ze met een politiecommandant in het huwelijksbootje, beide mannen worden vermoord wanneer zij zich met drugshandel bezighouden.
Sinds de jaren zeventig heeft ze geleefd, gewerkt en liefgehad in de hoogste regionen van de misdaadorganisatie. Ze reist rond in privéjets, zit midden in dodelijke schietpartijen tijdens vip-feestjes en op het hoogtepunt van haar carrière draagt ze koffers met miljoenen dollars bij zich.
In 2002 begint de politie grondig onderzoek naar haar te doen en al snel staat Sandra op de most wanted-lijst. Ze wordt ervan verdacht een hoofdrol te spelen in het vervoeren van tonnen coke en van het witwassen van crimineel geld. Ze slaat op de vlucht, moet steeds van identiteit veranderen en duikt onder op verschillende plekken. Hierover zegt ze later: “Adrenaline is een drug, een verslaving die de één van wapens krijgt en de ander als vrouw die haar man bedriegt. Mijn adrenaline was: ik kan gepakt worden.”
Tijdens haar onderduikperiode wordt zij vereeuwigd door een populair liedje Party in the Mountains. De song is een ode aan een illegaal verjaardagsfeest, (wie jarig is, wordt nergens vermeld) ergens hoog in de bergen, waar zij als eregast verschijnt. Drugsbaronnen, politici, militaire bevelhebbers en politiecommandanten staan op de gastenlijst. Het feest is alleen toegankelijk per helikopter. In het bosachtige gebergte wordt ruimte gemaakt voor een parkeerplaats waar de gasten met hun heli kunnen landen. Terwijl 200 bodyguards en scherpschutters hun opwachting maken, stapt Ávila zonder make-up met een AK-47 in de hand en een baseballpetje op uit de helikopter. Onder escorte wordt ze regelrecht naar de tafel van El Chapo Guzmán geleid. Maanden later wordt ze door twee mannen onder vuur genomen in een auto. Haar partner Joel overleeft het niet, maar Sandra weet te ontkomen. Een vrouw die getuige is van de miraculeuze ontsnapping, helpt Ávila door haar tijdelijk onderdak te geven. De vrouw geeft haar onopvallende kleding om zich mee te vermommen en redt daarmee Ávila’s leven. “Ze knuffelde me en gaf me drie dollar voor een taxi.”
Weer leeft ze als voortvluchtige. Ze ontmoet haar nieuwe liefde Juan Diego Espinoza, een knappe jonge Colombiaanse cocaïnedealer, die jarenlang elke maand tien ton coke van Colombia, via Mexico, naar de VS smokkelde.
Op 27 september 2007 wordt het tweetal opgepakt. Ávila probeert niet eens te vluchten. “Ik kon niet geloven dat ik gearresteerd werd en de politie mij bij naam kende... Eigenlijk was ik wel opgelucht.” Tijdens de rechtszaak kan uiteindelijk niet bewezen worden dat ze schuldig is aan drugstransporten, maar wel aan witwassen. Ze belandt in de Tepic-vrouwengevangenis.
Zeven jaar leidt ze een leven in gevangenschap, maar terwijl alle andere bezoekers opgevangen worden in een gezamenlijke ruimte, wordt haar visite naar haar cel begeleid. Daar voorzien drie dienstmeisjes de gasten van alcohol, sigaretten en maaltijden.
In februari 2015 komt ze vrij. Met een leger aan advocaten probeert ze haar bezit weer in handen te krijgen: vijftien huizen, dertig sportwagens en ongeveer 300 sieraden. Vooral aan haar Bentley is ze zeer gehecht. Als ze hoort hoe haar vriend El Chapo in 2015 via een lange tunnel uit de gevangenis bij Mexico-Stad is ontsnapt, zegt ze blij te zijn, maar niet verrast. Of corrupte ambtenaren een rol gespeeld hebben bij zijn succesvolle vlucht? Volgens Ávila is het heel goed mogelijk je vrij te kopen.
Maar dan gaat het echt niet om een gevangenisdirecteur of bewakers. “Je moet het veel hoger zoeken, op kabinetsniveau.”
Nu ze achter het altaar in haar woning omkijkt naar al het geweld dat de drugsoorlog, die de afgelopen decennia aan meer dan 100.000 mensen het leven heeft gekost, met zich meebrengt, kan ze kort zijn: ze heeft geen enkel schuldgevoel.
Ook zij is inspiratiebron voor een film:
Queen of the South, ofwel La Reina del Sur, met actrice Kate del Castillo in de hoofdrol. Deze actrice heeft samen met acteur Sean Penn nog El Chapo geïnterviewd, vlak voor de arrestatie van de drugsbaas. Sean Penn werkte toen in dienst van Rolling Stone Magazine, Del Castillo zag het waarschijnlijk als voorbereiding op haar rol.
The Boss
Enedina Arellano Félix is een accountant en het brein achter het Tijuana-kartel, dat in 1989 door haar broer Benjamin Arellano Félix is opgericht. Maar voordat het zover is, werken haar broers onder het grote Guadalajara-kartel met hun neef Miguel Angel Félix Gallardo, voormalig politiefunctionaris, aan het hoofd. Thuishaven Tijuana is hun uitvalbasis.
Enedina probeert Benjamin ervan te overtuigen dat hij hun aandeel in de cocaïnehandel los moet maken van het Guadalaja-ra-kartel door in crack te gaan handelen, omdat dat meer opbrengt dan cocaïne.
Zo kunnen ze als eigen organisatie uit Gallardo’s schaduw treden. Maar haar broer durft de concurrentie met Gallardo niet aan. En dat is begrijpelijk want Gallardo voert een onverbiddelijk en keihard bewind over zijn gangleden en schuwt werkelijk geen middel om opstandige leden en/of hun families te vermoorden. Daarbij wordt hij in de jaren 80 beschermd door de CIA en de Mexicaanse regering.
De voornaamste reden voor Enedina om zich samen met haar broers definitief uit de samenwerking met Gallardo terug te trekken, is een conflict dat uitgelokt wordt door Gallardo als hij in 1989 grote hoeveelheden cocaïne voor het grote Colombiaanse Cali-kartel – dat in Zuid-Amerika, Miami, New York en LA opereert – over de Mexicaanse grens naar Californië smokkelt. In ruil voor deze ‘dienst’ krijgt zijn kartel 50 procent van de cocaïne in plaats van cash geld. Hij tipt de Amerikaanse DEA die een inval doet in een opslagplaats waarbij zestig ton cocaïne met een straatwaarde van 7 miljard dollar in beslag wordt genomen. Deze actie van Gallardo is bedoeld om het Cali-kartel te raken om zodoende – in zijn ogen – een nog betere deal met het kartel af te kunnen dwingen. Als reactie hierop haalt Enedina haar broer over om de cocaïne direct van het zwaar getroffen Calikartel af te nemen. Benjamin besluit zich terug te trekken uit de Guadalajaramisdaadorganisatie om nu dan eindelijk in 1989 het Tijuana-kartel op te richten. Sinds ook Félix Gallardo gevangen is genomen, gaat het bergafwaarts met het Guada-lajara-kartel dat in twee partijen uit elkaar valt. Aan de ene kant het Tijuana-kartel en aan de andere kant het Sinaloa-kartel dat door El Chapo Guzmán wordt geleid.
Voor Enedina, die gerespecteerd wordt door Guzmán, breken roerige tijden aan als ze een relatie aangaat met El Chapo’s beste huurmoordenaar Armando Lopez. Haar liefde voor hem leidt tot een heuse oorlog. Er komt namelijk een einde aan de relatieve vrede tussen beide kartels, die sinds hun oprichting met elkaar strijden om hun territorium. De broers van Enedina zijn dan ook helemaal niet blij dat hun zus verliefd is op de hitman van hun rivaal El Chapo. Wat ergens wel te begrijpen is omdat zij de financiële touwtjes van het kartel in handen heeft. De broers openen de strijd met iedereen die banden heeft met El Chapo. Dus ook met Armando Lopez. De moord op Enedina’s geliefde leidt tot gewapende conflicten tussen beide criminele organisaties. De climax van hun strijd vindt plaats op 24 mei 1993 als bendeleden van het Tijuana-kartel het vuur openen op de menigte op de luchthaven van Guadalajara met als doel El Chapo te vermoorden. Een kerkelijke sleutelfiguur – de kardinaal van Guadalajara – overleeft het niet. Dit incident markeert het begin van het einde. De grote klopjacht is begonnen en een voor een worden de leiders van beide kartels door de overheid uitgeschakeld.
Volgens Amerikaanse berichtgeving is Enedina nog volop in business en staat ze aan het roer van het kartel nu haar broers in de gevangenis zitten of dood zijn.
Haar ongewone leven is inspiratiebron geweest voor onder andere de Netflix-serie Narcos: Mexico.
Online onbeperkt lezen en Panorama thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Hieke Wienke Jans m.m.v. Francisco Guillermo Alonso
- ANP, Getty e.a.