Advocaat André Seebregts: 'Die Nederlandse IS-kinderen moeten terug'

Je doet werk dat je door veel mensen niet in dank wordt afgenomen. Waarom?

“Strafrecht heeft me altijd al getrokken. Het op zijn plaats houden van de overheid, het opkomen voor de underdog. Het is intellectueel werk, maar tegelijkertijd ook heel ruw. Liquidaties, moorden, verkrachtingen, onthoofdingen. Je staat met je poten in de modder. Je spreekt mensen die net iemand vermoord hebben. Of jihadisten. Of drugsdealers. Ik vind het een genot om hun dossiers te lezen. Kijken wat er gebeurd is en hoe ze uiteindelijk gesnapt zijn. Het is suf om te zeggen, maar mooie, grote zaken zie ik bijna als een cadeautje.”

Maar uitgerekend jihadisten?

“Het is een misverstand dat ik alleen maar jihadisten verdedig. Maar dat krijgt de meeste aandacht in de media. Daarom denken mensen: die Seebregts is een terroristenadvocaat. Ik heb een klant gehad die boos wegliep. Ik ben een keurige drugsdealer en wens niets met terrorisme te maken te hebben, zei hij.”

Lees ook: In botsing met de wet: 'Vluchteling Sum kreeg niet één eerlijke kans'

Je staat mensen bij die onze Nederlandse rechtsstaat volkomen afwijzen, maar tegelijkertijd wel profiteren van de geneugten ervan.

“Klopt. Ik zou – als atheïst – redelijk snel onthoofd worden als zij het hier voor het zeggen hadden. En dat zonder enige vorm van proces. Vrijheid van meningsuiting zou ik al helemaal niet hebben.”

Terwijl jouw cliënten wél maximaal gebruikmaken van dat recht.

“Sterker nog, ze rekken hun rechten tot het uiterste op. Maar ze mógen dat doen. Ik zal nooit tegen hen zeggen: het is of het een of het ander, ook al volg ik hun standpunten in het geheel niet.”

Maar waarom verdedig je ze dan?

“Mijn cliënten staan tegenover een machtig staatsapparaat en kunnen zich daartegen niet verdedigen. In ieder geval niet zonder goed advies. Ik geloof er heilig in dat elk verhaal, elke zaak, ook een andere kant heeft die verteld moet worden.”

‘VAN DIE ONTHOOFDINGEN HEB IK VEEL MEER GEZIEN DAN ME LIEF IS.
DIE BEELDEN ZIJN ZÓ WALGELIJK.’

Maar ook die van een jihadist?

“Een jihadist heeft, net zoals ieder ander, recht op een advocaat die zich een slag in de rondte werkt om hem zo goed mogelijk te verdedigen. Dat is mijn vak. Het is volstrekt onacceptabel om te zeggen: deze cliënt is zo afschuwelijk, laat ik mijn werk maar half doen. Dan moet je echt een ander vak zoeken. Je doet het óf zo goed mogelijk en op een zo hoog mogelijk niveau, óf je doet het niet. Zo simpel is het.”

Je las een gratis voorstukje van het gesprek dat onze Luuk Koelman had met Seebregts. Benieuwd naar het complete interview? Je vindt het in nummer 32 van Panorama, nu in de winkels. Ook bestel je de editie online of lees je 'm op Blendle.