Ook nu belde hij direct weer zijn mensen bij de politie. “Maar burgemeester,” zeiden de agenten. “Wat moeten we dan met die drie gasten die we hebben gearresteerd en die afzonderlijk hebben bekend dat ze betrokken zijn bij de diefstal?”
Of het half of helemaal waar is, vertelt het verhaal niet. Misschien is het een legende. Maar het sluit aardig aan bij de gedachte die veel Marokkanen bij hun agenten hebben: ze zijn er bang voor. Volgens de Marokkaan die mij de anekdote van de burgemeester vertelde, kun je in Marokko van alles flikken. “Maar je moet wel weten bij wie.”
Het gesprek ontvouwde zich nadat we elkaar op straat tegenkwamen en het vrijwel direct over de liquidatie onlangs in Marrakech ging. Niet het vermoedelijke doelwit, de Nederlands-Marokkaanse eigenaar van Café La Creme, werd op het terras doodgeschoten, maar een jongen die helaas op de verkeerde tijd, op de verkeerde plek zat. Toevallig de zoon van een hoge rechter.
Toen ik het bericht hoorde, dacht ik twee dingen: iemand wil Mustafa ‘Moes’ F. liquideren en is bereid dat in Marokko te doen. Meerdere mensen gaan door deze liquidatie hoofdpijn krijgen. De Marokkaanse autoriteiten houden namelijk niet van schietpartijen, en niet van vuurwapens die je daar voor nodig hebt. Je kan er terreurdaden mee plegen, of zelfs op de koning schieten, is de gedachte. Of, zoals nu, op de zoon van een van onze rechters.
Voor wie nog niet weet wie Amersfoortse ‘Moes’ is, moet even de pagina’s hiervoor doorbladeren. Dan krijgt u een aardig beeld. Maar hem liquideren in Marrakech, het toerismewalhalla van Marokko? Waande iemand zich onaantastbaar? Was iemand wanhopig? Waarom stuur je anders twee mannen uit de Bijlmer om de klus te klaren? En dat tegenover het hotel waar de conciërge en de schoonmakers zich al een week over hun rastafarikapsel hadden kunnen verwonderen. Ze hadden net zo goed met een zwaailicht op hun hoofd rond kunnen lopen. Wat heeft iemand hen wijs gemaakt? Dat ze alles en iedereen in hun zak hadden zitten en hen weinig zou kunnen gebeuren?
Binnen 24 uur wisten Marokkaanse media al te melden dat er arrestaties waren verricht in Casablanca, waar de vermoedelijke schutters naartoe waren gevlucht. Ook ‘Moes’ F. mocht in die stad zijn verhaal aan de politie vertellen. Of dat geheel vrijwillig is gegaan, is niet bekend. Weer 24 uur later meldden lokale media de namen van de vermoede schutters. Dat ze uit Nederland komen en dat dat ook geldt voor hun opdrachtgever, die in de Dominicaanse Republiek zou verblijven.
In Nederland komt de recherche zelden achter de identiteit van een opdrachtgever tot liquidatie. En als dat wel lukt, is dat na jaren rechercheren en met hulp van kroongetuigen. Maar zeker niet binnen 24 uur, en al helemaal niet uit de mond van een verdachte.
Gelijk gingen er wilde verhalen over de heren: die zouden gauw zingen nu ze ‘aan hun voeten ondersteboven in een Marokkaanse kerker hingen.’
Kruitdampgeruchten uit het koffiehuis of hebben de Marokkanen inderdaad weinig op met de Geneefse Conventie, helemaal als de zonen van hun rechters in koelen bloede worden afgeknald? Stel dat het waar is, wat hebben ze dan aan informatie uit de verdachten getrokken? En, delen ze die informatie off the record met hun Hollandse collega’s?
Ik moest opeens denken aan Hamza B., die in Marokko een straf van twintig jaar uitzit voor de moorden in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt. Hij vertelde me drie jaar terug zwaar te zijn uitgelachen door de Marokkaanse politie toen hij zich – vastgebonden op een stoel – op zijn zwijgrecht beriep. “Zwijgrecht?” zeiden de agenten terwijl ze hem klappen gaven. “Hahaha, welkom in Marokko!”