Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

De Camorra: de verneukers en de verneukten

Roberto Saviano verkocht tien miljoen exemplaren van zijn nonfictieboek Gomorra, dat een keihard beeld schetste van de Napolitaanse maffia. Na tien jaar ondergedoken te zijn, schreef hij opnieuw over de Camorra.

https://cdn.pijper.io/core/panorama-fallback2.png

Roberto Saviano verkocht tien miljoen exemplaren van zijn nonfictieboek Gomorra, dat een keihard beeld schetste van de Napolitaanse maffia. Na tien jaar ondergedoken te zijn, schreef hij opnieuw over de Camorra. Een roman dit keer. Hoe ziet het leven van Saviano er nu uit en hoeveel macht heeft de Camorra nog? 

De wereld smult van de manier waarop de in trainingspakken gehulde Tokkiemaffia 2.0 vanuit de periferieën van Napels z’n miljardenbusiness runt. Althans, zoals die door bestsellerauteur Roberto Saviano beschreven werd in het inmiddels verfilmde Gomorra. Saviano is met flonkerende pen doorgedrongen tot het hart van Il Sistema, ‘Het Systeem’, zoals de Napolitaanse Camorra zichzelf gewichtig noemt. Hij heeft zijn onthullingen met zijn leven moeten bekopen, in die zin dat hij geen leven meer heeft, omdat hij vanaf oktober 2006 onder permanente bewaking van de Italiaanse staat valt. En dat is zeker geen lichte bewaking. Want het onderwerp van Gomorra, de Napolitaanse Camorra, werd naarmate het succes van het boek wereldwijd groeide en doorgroeide, steeds bozer. ‘Als mijn boek was blijven steken rond hooguit 5.000 exemplaren, zoals ik en de uitgever hadden verwacht, waren ze er helemaal niet boos over geweest,’ heeft Saviano zo vaak gezegd.

Het waren de schijnwerpers die ineens op ‘de anus van de wereld’ (Saviano’s definitie van Napels), stonden, waarom de Camorra zo boos was. Want schijnwerpers brengen o’ business in gevaar, zoals ook is gebleken uit de grote hoeveelheid arrestaties onder de gelederen van de Camorra na verschijning van Saviano’s boek. Maar ze hebben er alweer wat op gevonden, onthult hij in zijn La Paranza dei Bambini. De titel is geleend van een gelijknamig juridisch onderzoek naar de kinderen die door de Camorra als volwassenen worden ingezet, omdat ze minderjarig zijn en dus minder strafbaar. Hun onschuld maakt ze onzichtbaar. Het onderzoek werd in juni 2016 besloten met een eerste robuuste hoeveelheid vonnissen: 43 jongvolwassenen van amper 20 werden veroordeeld wegens criminele activiteiten waar ze in veel gevallen al op hun tiende mee waren begonnen. En dan hebben we het niet over loopjongetjes van de Camorra die boodschappen mogen rondbrengen, zoals in Gomorra nog het geval is. De Napolitaantjes van nu lopen zelf rond met pistolen en zijn al volwaardig crimineel op hun veertiende.

Nog het meest onthullende aan Saviano’s nieuwste boek is dat het inmiddels geen kinderen meer zijn uit achterstandswijken, waar het pad van de misdaad het enige antwoord is op een leven waaruit de begrippen ‘hoop’ en ‘toekomst’ al vanaf de geboorte zijn geschrapt. Nee, de kinderen van de nieuwe misdaad in Napels zijn afkomstig uit wat Saviano ‘de exmiddenklasse’ noemt, ploeterende ouders die het hoofd met moeite boven water weten te houden, maar alles in het nette. Ouders die hopen op een betere toekomst voor hun kinderen, die veel belang hechten aan school, ouders die krom liggen om de in Italië nog altijd zo heilige studietitel voor hun kinderen te betalen. Losers zijn hun ouders, vinden de kinderen uit de sleepnetten van Saviano. De hoofdpersoon van zijn roman, Nicolas, een meedogenloos maar heel slim jochie dat notabene op het Liceo Artistico, het artistieke atheneum zit, beklaagt zichzelf dat hij ‘het gruwelijke lot heeft getrokken van een zwakke vader, een vader die hoort tot de fottuti (de verneukten) in plaats van tot de fottitori (verneukers), zoals Nicolas zelf, daarover was geen twijfel.’

Nicolas’ vader is gymleraar op een middelbare school, zijn moeder drijft aan de Via Toledo, de mooiste winkelstraat van Napels, een kleine stomerij waar ook gewassen en versteld wordt. Ze heeft jaren geploeterd om aan haar stomerijtje aan de Via Toledo te komen. Hopeloze losers, vindt Nicolas.

/ NAPELS, RIO, MOLENBEEK

Saviano in het algemeen beschaafd Italiaans: ‘De kinderen van nu leven voor geld, voor dure merkkleding, voor spullen, spullen, spullen. Waarom? Omdat ze het wanhopige besef hebben dat ze nooit tot die levensstandaard zullen opklimmen als ze mikken op een eerlijke baan, op hun talent, op dingen op eigen kracht bereiken. De wereld die ze zien, is de wereld waar je met een app via online trading duizend euro in een minuut kunt verdienen. Of waar je aan de macht komt als je hebt gestolen, verraden en bedrogen. De optie dat je iets kunt bereiken door eerlijk je best te doen, bestaat niet meer voor deze kinderen. Ze doen alles razendsnel. Emanuele Sibillo, de baby-boss waar ik de figuur van Nicolas op heb gebaseerd, was 19 jaar toen hij in de zomer van 2015 werd neergeschoten. Hij was toen al getrouwd, vader van een zoontje, en had de economie van het lucratiefste deel van de stad, de lungomare, de Golf van Napels, al helemaal onder controle. Het zijn jochies met groot talent, intelligentie en scherpte. Ze lopen rond met oorlogswapens en sturen hartjes aan hun verloofdes. Ze weten dat hen een vroege dood wacht, of op zijn minst twintig jaar gevangenisstraf. Maar ze doen het voor de glorie van de komende drie jaar. Dat is hun horizon,’ aldus Saviano. ‘Mijn Napolitaanse kinderen hebben alles gemeen met de kinderen in Rio de Janeiro, Ciudad Juárez, Irak, Colombia en Molenbeek. Er is geen emancipatie mogelijk, er is geen toekomst. Er is alleen pakken wat je pakken kan, nu en meteen. De wereld bestaat uit verneukers of verneukten, andere categorieën kennen ze niet.’

/ LIEFDESLEVEN

Saviano loopt met dit boek iets minder risico dan met Gomorra, waarin hij verbijsterende praktijken van de Camorra door eigen onderzoek aan het licht bracht. Zelfs de maffiaonderzoekers van het openbaar ministerie keken op van de inside-kennis van Saviano. Die kon hij opdoen doordat hij destijds een onbekende 26-jarige student was, die op zijn aftandse scootertje door de afbraakgebieden van Napels kon struinen zonder dat iemand argwaan kreeg. Saviano ziet er zelf uit als een handlanger van de Camorra, hij spreekt het native slang, hij heeft het talent om zich in te blenden in criminele milieus door een beetje onopvallend rond te hangen. En dus kwam hij aan zijn gouden materiaal, dat hij zo wist op te schrijven dat de hele wereld het vrat.

Die tijden zijn niet meer, want Roberto Saviano is inmiddels net zo’n bekend gezicht in Italië als Berlusconi of de paus. En dus heeft hij zich voor zijn Paranza helemaal moeten baseren op het juridische onderzoek, waar hij alle afgeluisterde telefoongesprekken en verbalen van heeft mogen inzien. En dat is dan zijn grote talent: hij brengt de wereld achter de gesprekken en de verbalen tot leven met zijn baby-gang van materialistische crimineeltjes die weigeren plaats te nemen in de levenslange wachtkamer van Italië. Dit keer heeft hij er zelfs een roman van gemaakt, en niet meer faction, literaire non-fictie, het genre dat Truman Capote met In Cold Blood op de kaart zette. Alles in Saviano’s roman is gebaseerd op de waarheid. Hij heeft de feiten tot de zijne gemaakt, maar het blijven de feiten. De kinderen van Napels in de sleepnetten van de Camorra bestaan, daarover is geen twijfel.

Niet meer kunnen leven in de echte wereld, niet meer deel uit kunnen maken van het leven op straat, dat juist in Napels zo vitaal is om aan te voelen wat er aan de hand is, het is de grootste straf die er bestaat voor een rasspeurhond als Roberto Saviano.

In de tegelijk schrijnende en komische documentaire ‘Una vita sotto scorta’ (‘Een leven onder bewaking’) volgt de jonge, geestige regisseur/acteur Pif de nog jongere Saviano in zijn dagelijkse zwaarbewaakte leven. Je ziet ze zitten in een bedompt appartementje ergens in een stad, waar de ramen hartje gloeiend hete Italiaanse zomer niet open mogen, omdat Saviano erin zit. ‘Zelfs niet als je de luiken dicht laat?’ vraagt Pif ongelovig. ‘Zelfs dan niet,’ zegt Saviano. Of ze komen een slaapkamer binnen in een kazerne van de carabinieri, omdat Saviano in Napels alleen in een kazerne kan overnachten vanwege de extra hoge risicofactor. ‘Eens kijken….’ zegt regisseur Pif, terwijl hij alles zelf draait met een digitaal handcameraatje, ‘wij zien hier een tv-toestel uit 1992. Zou die het nog doen? En een cassetterecorder…. neeeee…..wat enig, een heuse cassetterecorder! Shit man, heb je bandjes?’ Roberto Saviano schudt van het lachen en proest: ‘Deze kamers in kazernes zijn altijd een beetje ingericht met wat er nog over was, geloof ik. Kijk maar naar het bed.’ Het cameraatje draait naar het bed, met een zwaar doorgestikt deken uit 1940 en een grote spuuglelijke kermispop op het hoofdeinde.

‘Ik denk ook wel dat dit soort ambiances het bittere einde zijn voor je liefdesleven, hè Roberto,’ zegt Pif. ‘Man, hou op,’ zegt Saviano, ‘de liefde, die heb ik uit romans. Daar heb ik dan wel weer alle tijd voor, ’s avonds in mijn eentje, om romans te lezen.’

/ VERRASSING

Als verrassing voor Saviano heeft Pif een filmpje gemaakt van de locaties in Napels die Roberto opsomt als zijn laatste momenten van vrijheid. Zijn appartementje in een oude volkswijk van Napels, waar hij Gomorra met kloppend hart zat te schrijven, want hij wist natuurlijk heel goed wat hij aan het schrijven was. Het wijnwinkeltje beneden aan het pleintje, waar hij zich soms een flesje permitteerde, ‘goedkoop, want ik was arm toen’. Een tentje aan zee dat eruitziet als een container, maar waar je volgens Saviano ‘de allerlekkerste frittura di paranza’ (gefrituurde visjes uit de sleepnetten) van heel Napels kunt krijgen. Pif doet het allemaal voor hem, en zwaait in de camera vanachter zijn bord: ‘Op jou, Roberto, je hebt gelijk, dit is de beste frittura di paranza van mijn leven!’

Roberto Saviano is hevig ontroerd als hij het verrassingsfilmpje ziet, en de mensen die hoorden bij zijn toen nog normale, anonieme leven als student die undercover werkte voor het universitaire ‘osservatorio della Camorra’, het Camorra-observatorium. Hij krijgt tranen in zijn ogen bij de boekhandelaar van om de hoek die hem groet in de camera. ‘God, die bestaat nog,’ fluistert hij voor zich uit.

Hij doet het allemaal, zegt Roberto Saviano, om de dwarsverbanden tussen op het eerste gezicht niet met elkaar verbonden feiten bloot te leggen. Het juridische onderzoek naar de ‘Bambini della paranza’ in Napels had in Italië nauwelijks tot ophef geleid. Ach ja, Napels weer, daar is het altijd een puinhoop, dat was het zo’n beetje. Terwijl, beweert Saviano, de uitgeholde wereld van vandaag waarin alles zich met een klik op het schermpje afspeelt zonder morele kaders, levensgevaarlijk is. ‘Ik beschrijf niet Napels, ik beschrijf de wereld,’ zegt hij. ‘En vaak zie je de wereld eerder in Napels, maar deze wereld komt eraan. Let op mijn woorden.’

Ai morti colpevoli. Alla loro innocenza. ‘Aan de schuldige doden. Aan hun onschuld.’ Dat is de opdracht die Roberto Saviano voorin zijn boek heeft gezet. ‘De onschuldige criminele kinderen van de paranza denken dat ze de grote manipulators van de wereld zijn,’ zegt hij ergens in een interview, ‘maar ze zitten in de sleepnetten. Ze wórden gemanipuleerd. Ze zijn de mensheid zonder hoop, en die hoop hebben wij ze ontnomen. Wie vandaag probeert de wereld te verbeteren door op een legale manier zijn best te doen, is lachwekkend, in hun ogen. Wie wint is wie schiet, wie het geld grijpt. De rest is een loser. Dat is het enige kader dat ze hebben.’

/ HUIDIGE STAND VAN ZAKEN

Sinds Saviano’s aanklachtboek Gomorra is er de afgelopen tien jaar niets veranderd wat betreft de florissante business van de Napolitaanse Camorra, behalve dat er nog meer wordt verdiend. De Camorra staat in de schaduw van de machtigste en rijkste tak van de Italiaanse maffia, de ondoordringbare Calabrese ‘Ndrangheta. Deze organisatie heeft wereldwijd vertakkingen die nog veel moeilijker aan het licht zijn te brengen, omdat men in Calabrië pas echt weet hoe je je onopvallend moet gedragen. De gezamenlijke ‘maffia bv’ van Italië (de vier vertakkingen ‘Ndrangheta, Camorra, Cosa Nostra en Sacra Corona Unita) zet naar schatting rond de 170 miljard euro per jaar om. Zwart, uiteraard.