Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Ultramarathons: 'Hoger, heter, verder, dieper'

Voor sommige hardlopers is een marathon niet zwaar genoeg. Zij pijnigen zichzelf door wedstrijden te rennen in extreme weersomstandigheden of op bizarre locaties, zoals in de woestijn, op de Noordpool of op de Chinese Muur. De vraag is: waarom?

https://cdn.pijper.io/core/panorama-fallback1.png

Op 5 september 2009 begon de nu 54-jarige Nederlander Han Frenken op de Chinese Muur aan een marathon met maar liefst 18.356 traptreden. Het was warm, 26 graden, en de luchtvochtigheid was hoog, 85 procent. Tree voor tree duwde hij zichzelf, hijgend, omhoog, 42 kilometer en 195 meter lang. Sommige treden waren wel een meter hoog, andere afgebrokkeld of zelfs ingestort. Frenken balanceerde langs afgronden en moest torens beklimmen via ladders, waarbij her en der ook nog eens toeristen ontweken moesten worden. Regelmatig vroeg hij zich af waarom hij hier ook al weer zo lang naar had uitgekeken. Met het rennen van een marathon had dit niets meer te maken, eerder met een survivalrun. Tergend langzaam baande hij zich een weg over De Muur. Zijn persoonlijk record op een marathon, 2 uur en 44 minuten, kwam niet in zicht. Hij kwam pas over de streep na 5 uur en 7 minuten.

Great Wall Marathon is bij lange na niet de enige marathon die Frenken op zijn naam heeft staan. Sinds hij in militaire dienst met hardlopen begon, heeft hij zo’n 250 marathons en ultramarathons uitgelopen. Hij staat vier keer in het Guinness Book of Records en op zijn cv pronken deelnames aan de heetste marathon (Mali), de koudste marathon (Canada), de diepste marathon (in een zoutmijn), de laagste marathon (de Dode Zee) en de hoogste marathon (Himalaya). Daarnaast liep Frenken, die twee boeken schreef over al zijn hardloopavonturen, ook wedstrijden in grotten, in een vrieshal, een parkeergarage, een tunnel, een safaripark, een kantorencomplex, een gevangenis en op een schip, een brug, een bobsleebaan en een vulkaan. De ene keer kwelt hij zichzelf nog meer dan de andere keer, en juist dat lijkt hem extreem gelukkig te maken. Maar waarom?

/ NIET VOOR BOUWVAKKERS

Psychologen maken onderscheid tussen twee verschillende soorten motivatie. Allereerst heb je de extrinsieke motivatie, waarbij niet de activiteit, maar de beloning ― zoals geld, prijzen of onderscheidingen ― de belangrijkste drijfveer is. Daarnaast heb je de intrinsieke motivatie, waarbij mensen gedreven zijn vanuit zichzelf, vanuit hun ambitie of hun interesse. Veel ervaringen combineren die twee, maar ultramarathonlopers worden vooral gedreven door intrinsieke motieven. Het gaat hen niet om de overwinning, maar om de ervaring. ‘Aan The Great Wall Marathon doen vooral veel denkers mee, mensen die een beroep hebben waarbij ze veel moeten nadenken,’ zegt Frenken, zelf in het dagelijks leven eigenaar van een taxibedrijf. ‘Je ziet veel professoren, onderzoekers en leraren. Bouwvakkers zie je een stuk minder.’ In feite zijn veel ultralopers volgelingen van, of hebben ze in ieder geval iets gemeen met het gedachtegoed van de charismatische Indiase spiritualist Sri Chinmoy, die in 2007 op 76-jarige leeftijd overleed. Hij wordt gezien als de grondlegger van het ultralopen. Hij werd in 1931 in India geboren en verhuisde in 1964 naar New York om zijn spirituele filosofie te delen met het Westen. Hij raakte bekend door zijn enorme productiviteit op het gebied van literatuur, muziek en kunst en blonk in de sportwereld uit toen hij in 1985 op 54-jarige leeftijd begon met gewichtheffen.

Hij was ook controversieel; enkele oud- leerlingen beschuldigden hem van seksueel misbruik. Met zijn vele krachtsinspanningen bij het gewichtheffen had hij één doel voor ogen: anderen aanmoedigen in zichzelf te geloven en te zoeken naar hun onbegrensde mogelijkheden.

Dit geloof noemde hij ‘self-transcendence’, een woord dat zich in het Nederlands laat vertalen naar zelfoverstijging: het vermogen van ieder mens om zijn of haar zelf ingebeelde beperkingen te overwinnen. Sri Chinmoy demonstreerde de verbinding tussen zijn lichaam en zijn geest door op een speciaal vervaardigd apparaat onder meer een piano, een motor en een olifant op te tillen. ‘Mijn gewichtheffen vindt volledig plaats op grond van de eenheid van mijn hart met de wereld,’ was de filosofie van Sri Chinmoy. ‘Wat ik met deze krachtsinspanningen wil laten zien is dat gebed en meditatie iemands uiterlijke kracht beslist kunnen vergroten. Als we onszelf overstijgen strijden we niet met anderen, strijden we niet met de rest van de wereld, maar strijden we op ieder ogenblik met onszelf. We concurreren enkel met onze vorige prestaties. En telkens wanneer we onze vorige prestaties overtreffen krijgen we vreugde.’

Met die gedachte richtte Sri Chinmoy in 1977 het internationale Sri Chinmoy Marathon Team op, inmiddels uitgegroeid tot een organisatie die jaarlijks zo’n 600 sportevenementen organiseert, van triatlons tot ’s werelds langste en meest uitdagende ultramarathons. ‘Sri Chinmoy heeft het langeafstandlopen op de kaart gezet,’ zegt Frenken. ‘Vroeger dacht men dat de marathon de langste afstand was die een mens aankon, door Sri Chinmoy zijn we gaan beseffen dat we veel langere afstanden kunnen lopen.

Langs de route van ultramarathons zie je vaak motiverende leuzen, zoals Keep going en Don’t give up. Dat heeft natuurlijk een positieve werking op de deelnemers. Een volgeling van Sri Chinmoy ben ik niet, maar ik ben wel spiritueel ingesteld. Dat zijn veel ultramarathonlopers. Dat spirituele, dat buitenaardse, dat trekt me aan.’

/ RUNNER’S HIGH

Frenken zegt dat hij vooral hardloopt omdat het hem een goed gevoel geeft. Hij heeft het over de runner’s high, een geluksgevoel dat wetenschappelijk bewezen is. Het wordt veroorzaakt door de opiumachtige stof endorfine, die het lichaam aanmaakt tijdens langdurige inspanningen. Het vermindert de pijn en zorgt voor een gevoel van geluk of euforie. Frenken vindt het een heerlijk gevoel. ‘Naarmate ik dichter bij de finish kom, geniet ik er meer en meer van. Ik zie het als een vorm van meditatie. Het helpt me vooruit en brengt me tot rust. Als ik hardloop, kom ik tot mezelf.’

In 1999 onderzocht de Amerikaanse professor George Loewenstein de vraag waarom bergbeklimmers bergen beklimmen. Ze doen het, zo stelde hij, omdat mensen fundamenteel gedreven zijn om doelen te bereiken. Ze beklimmen de Mount Everest, omdat de

Mount Everest er nu eenmaal is, aldus Loewenstein. Het bereiken van het ene doel betekent volgens hem vaak de geboorte van het volgende doel. ‘Nadat ik in 1983 in Berlijn voor het eerst in mijn leven een marathon had gelopen,’ zegt Frenken, ‘schreef ik me meteen in voor de Schipholloop, een wedstrijd van 61 kilometer. Vanaf dat moment ben ik telkens mijn grens gaan verleggen. Ik ben de extremen gaan opzoeken. Toen ik de heetste marathon had gelopen, dacht ik: wat ga ik nu doen? Toen ik ook de koudste, de diepste, de laagste en de hoogste marathon had gelopen, zocht ik wéér naar een nieuwe uitdaging. Ik ging marathons lopen in een vriescel, of op een vulkaan. Dat deed ik vooral omdat ik langer wilde genieten van dat heerlijke, zaligmakende, rustgevende gevoel tijdens het rennen. Hoe langer en extremer de wedstrijden waren waaraan ik deelnam, hoe langer ik mezelf in hogere sferen waande.’

Net als Sri Chinmoy gelooft Frenken dat rennen de kortste weg is naar zelfoverstijging. Hij is ervan overtuigd dat iemand die een halve marathon kan lopen ook een hele marathon aankan. Volgens hem is het, naast het aanhouden van een lagere snelheid, vooral een kwestie van positief denken. Frenken weet nog goed dat juist dat aspect bij hem misging tijdens een wedstrijd van 100 kilometer in Winschoten. ‘Ik zat in een hectische periode, ik had het erg druk met mijn taxibedrijf. Bovendien was het die dag extreem warm en had ik de verkeerde schoenen aan. Dat frustreerde me enorm. Ik kreeg negatieve gedachtes, waardoor ik niet in de juiste stemming kwam. Na 60 kilometer ben ik uitgestapt. Dat was puur een mentale kwestie. Als je het te druk hebt, niet relaxed aan de wedstrijd begint of net onenigheid met je vrouw hebt gehad, begin je je af te vragen waarom je het eigenlijk doet. Precies dat ging er mis in Winschoten.’

/ SENSATIEZOEKERS

In de jaren zeventig deed de Amerikaanse psycholoog Marvin Zuckerman onderzoek naar emotionele toestanden. Hij concludeerde dat sommige mensen de voorkeur geven aan emotionele stabiliteit en andere mensen aan emotionele hoogte- en dieptepunten. Zuckerman noemde deze laatste categorie ‘sensatiezoekers’. Volgens zijn theorie zijn sensatiezoekers, zoals Frenken, bereid om de langdurige kwelling van het lopen van een ultramarathon te ondergaan in ruil voor de korte momenten van extreme vreugde tijdens en na de wedstrijd. Ze verlangen naar uitersten van verrukking, maar zijn ook gevoelig voor uitputting en lijden. Ook bij Frenken is dat het geval. ‘Het gaat momenteel niet zo goed met me. Ik heb extreem depressieve gevoelens en zit in een zwart gat. De afgelopen tijd heb ik veel voor mijn taxibedrijf moeten regelen. Ik zat dag en nacht in de taxi, deed nog steeds fanatiek aan hardlopen en was druk met het organiseren van wedstrijden. Daardoor heb ik mijn lichaam uitgeput. Ik dacht dat ik Jezus de Tweede was. Het is duidelijk dat ik te ver in de extremen ga. Aan de ene kant ervaar ik enorm veel geluk, bijvoorbeeld als ik een marathon loop, aan de andere kant krijg ik snel last van depressieve gevoelens. Het is bij mij zwart of wit, een tussenweg is er niet. Tegen die barrière loop ik nu aan. Ik heb het niet zien aankomen en ik kom er ook niet uit. Dat frustreert me.’

De Amerikaanse professor Adam Alter stelt dat ultramarathonlopers inderdaad een uitdaging aangaan, zoals Loewenstein zegt, maar dan wel vooral omdat ze zich daartoe verplicht voelen. Hij baseert zich op een onderzoek uit 2013 van Amerikaanse psychologen. Zij concludeerden dat mensen gelukkig kunnen zijn en zich tegelijkertijd kunnen afvragen of hun leven zinvol is.

In de ontwikkelde wereld waarin we leven, stelt Alter, stellen we onszelf vooral oppervlakkige vragen, zoals wanneer we een nieuwe smartphone kopen en of we wel of geen toetje na de maaltijd nemen. We concentreren ons op zaken die volstrekt onbelangrijk zijn voor mensen die hongerlijden of in armoede of kou leven. Geconfronteerd met een reeks van deze oppervlakkige beslissingen vragen sommige mensen zich af of hun leven zinvol is en wat hun doel is. Daarom zoeken ze een uitdaging, zegt Alter. Sommigen van ons kiezen ervoor om een maand lang geen alcohol te drinken, of een daad van naastenliefde te verrichten. Han Frenken streeft zingeving volgens hem op een andere manier na: door te rennen, te rennen en te rennen.

3 ultramarathons

MARATHON DES SABLES

WAAR: In de woestijn van Zuid-Marokko.

WANNEER: Net geweest, 7-17 april 2017.

WAT: De Marathon des Sables (Frans voor marathon van het zand) is een ultramarathon van 250 kilometer, verspreid over meerdere dagen. Overdag kan de temperatuur oplopen tot 40 graden Celsius, ’s nachts kan het kwik dalen tot 5 graden Celsius. De deelnemers moeten medisch gekeurd zijn en slapen in tenten. Het inschrijfgeld bedroeg in 2017 3.100 euro per persoon.

EVEREST MARATHON

WAAR: Op de Mount Everest in Nepal.

WANNEER: 29 mei 2017.

BIJZONDERHEDEN: De hoogste marathon ter wereld. Het hoogste punt ligt op 5.545 meter. Om de startplaats te bereiken, moeten deelnemers eerst een 15-daagse trektocht afleggen. Er is plek voor 20 deelnemers uit Nepal en 75 deelnemers uit andere landen.

BADWATER ULTRAMARATHON

WAAR: De Verenigde Staten.

WANNEER: 10-12 juli 2017.

BIJZONDERHEDEN: Deze driedaagse wedstrijd

van 217 kilometer begint op 85 meter onder de zeespiegel in Death Valley in California en eindigt

op 2.548 meter boven de zeespiegel in Mt. Whitney. Tussendoor moeten drie bergen worden beklommen. De temperatuur kan oplopen tot 54 graden Celsius.

Tekst: Marco van Nugteren