Wat is de rol van Hollywood en de gameindustrie in het wapendebat? We zochten het uit.
Dus, klaar om een machinegeweer af te vuren?’ Ik glimlach als antwoord. De spanning wordt al meer dan een uur lang opgebouwd sinds de tour door de revolverkamer begon. Larry Zanoff, voormalig soldaat in het Israëlische leger en een van de meest gewilde wapenmakers van Hollywood, leidt me van de revolverkamer naar de westernkamer, waar ik me vergaap aan Gatling guns, hefboomgeweren en dubbelloopse jachtgeweren. De glimmende, splinternieuwe wapens zijn van vloer tot plafond in perfecte volgorde tentoongesteld op volgorde van jaar en fabrikant. ‘Het is een misverstand dat de wapens die je in films ziet nep zijn,’ zegt Zanoff. ‘De meeste zijn inderdaad reproducties, maar ze zijn wel echt.’ Al snel aai ik een Duitse Luger uit de Eerste Wereldoorlog, houd ik een Japans lontslotgeweer uit 1500 vast en ga ik schaamteloos op de foto met een vintage 18e-eeuwse duelleerpistool. Maar het hoogtepunt van mijn tour door Hollywoods grootste arsenaal, waar ongeveer 16.000 wapens in zes kamers worden ondergebracht, is de NFA-kamer. Deze is vernoemd naar de National Firearms Act uit 1934 die strikte regels over machinegeweren vaststelde in de ‘Al Capone’- glorietijd van smokkelaars, bankrovers en gang-gerelateerde moorden. Hier worden granaatlanceerders, mortierbuizen, .50 kaliber machinegeweren, snipergeweren en rekken vol andere wapens zoals, ironisch genoeg, tientallen semiautomatische AR-15’s tentoongesteld. Hoewel de commerciële verkoop van automatische wapens nog steeds verboden is in de Verenigde Staten, is de markt voor semiautomatische wapens groeiende en legaal, met als grootste ster, dankzij zijn veelzijdigheid en betrouwbaarheid, de AR-15. Je hebt er vast weleens van gehoord. Hij wordt massaal ingeslagen door hen die het einde der tijden vrezen en trots en openlijk gedragen door pro-gun-activisten. De AR-15 speelt de hoofdrol in meerdere mass shootings in Amerika (ook bij de recente slachtpartij in Las Vegas zou de dader een AR-15 eigenhandig hebben omgeknutseld tot een volautomatisch wapen).
Jason Bourne
Toen ik vanochtend door het pittoreske platteland naar de omgebouwde overheidsgebouwen reed, ten noordwesten van Los Angeles, die nu de Independent Studio Services (ISS) huisvesten (hét Hollywood decordepot bij uitstek), bleef ik denken aan de AR-15 en of er een verband is tussen Hollywood en geweld in Amerika. En ik haatte mezelf om die gedachte. Ik groeide op in de jaren tachtig, toen die waarschuwingslabels op cd’s (Parental Advisory!) meer uit Bijbelse preutsheid voortkwamen dan uit bezorgdheid voor de kinderen. Daarom geef ik meestal niet de creatievelingen de schuld van wat wij cultuur noemen. Maar toen was er een grote schietpartij in de nachtclub Pulse in Orlando op 12 juni. Toen kwam Alton Sterling (5 juli), Philando Castile (6 juli), Dallas (7 juli) en Baton Rouge (17 juli). Onschuldige burgers en politieagenten, allemaal zonder goede reden in een tijdsbestek van een paar dagen vermoord. Het was tragisch en schrikbarend, en woede, rouw, conflict en politiek opportunisme woedden door het land. Te midden van dit allemaal begon de marketingcampagne voor Jason Bourne. De poster was stijlvol, minimalistisch, met een gitzwarte achtergrond en maar een klein beetje van de hoofdpersoon Matt Damon zichtbaar, genoeg om te zien dat hij het licht in stapt om zijn Sig Sauer P229R pistool te richten.
Gezien de timing was het weinig smaakvol. Tami Sagher, co-uitvoerend producent van de serie Girls, plaatste een foto op Instagram van de advertentie bij een metrostation waarbij het pistool van de poster was gescheurd. Ze opperde dat alle New Yorkers de Sig van alle Bourne-posters af moesten trekken. ‘Ik word zo moe van wapens,’ schreef ze. Actrice Lena Dunham deelde de post en ineens was de backlash zo groot dat Damon het wel aan moest kaarten en Universal de poster verving voor een wapenloos exemplaar. Natuurlijk gaan politiek en Hollywood niet samen, net als politiek en Facebook of Twitter, maar Sagher en Dunham kaartten belangrijke vragen aan waar we allemaal over zouden moeten nadenken. Moedigt Hollywood wapengeweld aan? Inspireert het agenten om eerder de trekker over te halen tijdens hun dienst? Of massamoordenaars die ervoor kiezen hun eigen pijn te verzachten met andermans bloed? Leert het ons te kijken, te rouwen en dan onze schouders op te halen om naar de volgende aflevering te gaan? In andere woorden, heeft Hollywood een wapenprobleem?
Als filmsets een dictatuur zouden zijn, dan waren regisseurs de dictators, wat betekent dat zij het laatste zegje hebben in welk wapen hun personage gebruikt. Het is dan aan wapenexperts als Zanoff om het script te bekijken en een kleine selectie aan de regisseur voor te leggen. Als het script een bepaald wapen specificeert, houdt Zanoff zich daar aan, maar meestal kijkt hij naar het historische tijdperk waarin het verhaal zich afspeelt en de achtergrond en kunde van de personages om te bepalen welke wapens hij meeneemt naar de regisseur voor zijn uiteindelijke keuze. Er is een reden waarom Hollywoodproducties vertrouwen op mensen als Zanoff en ISS om wapens te verzamelen en te bewaren: de overheid‘
Wij zorgen ervoor dat het legaal is,’ zegt Zanoff. ‘Dit zijn echte wapens, we kunnen ze niet zomaar aan iedere willekeurige persoon geven. We zijn verantwoordelijk voor veiligheid en zorgen ervoor dat de acteurs getraind worden en een vuurgevechtchoreografie leren.’ ISS heeft acht wapenexperts in dienst, inclusief drie smeden die de wapens aanpassen, bijvoorbeeld voor gevechten in de toekomst of in een fantasiewereld, en, belangrijker nog, die de wapens ombouwen zodat ze alleen nepvuren. Echte munitie wordt nooit gebruikt op de set.
ISS en andere wapenkamers moeten voorbereid zijn op een breed scala aan verhalen, dus ze ver van tevoren bevoorraden. En ook al flitsten wapens al voorbij op het scherm lang voordat er voor het eerst in een film gesproken werd, pas in 1971 realiseerden wapenfabrikanten zich dat ze hier een slaatje uit konden slaan.
‘Het begon met Dirty Harry,’ zegt David Fencl, een andere A-list wapenexpert, met films als Zero Dark Thirty, 13 Hours en de Transformers-franchise achter zijn naam. De verkoop van het wapen van de hoofdpersoon, de Smith & Wesson Model 20, ‘steeg aanzienlijk na die film,’ zegt Fencl, oprichter van de winkel Point Blank Props in Nevada.
‘Toen ze die revolver in Clints handen duwden wist niemand dat het de verkoop zo zou stimuleren. Geen enkele politieman droeg ooit dat wapen,’ voegt Zanoff toe. ‘Het was de vreemde eend in de bijt.’
‘Deze revolver was gemaakt voor vissers in Alaska om zichzelf te beschermen tegen beren,’ zegt Fencl. Maar dat hield fans van de film – en fans van wapens – niet tegen om het model toch te kopen. En dat was niet de laatste keer dat mannen wapens of munitie kochten die niet bij hen pasten.
Net als in Total Recall
Zanoff experimenteerde met de macht van films voordat hij de showbusiness inging. Mid jaren tachtig werkte hij voor een kleine fabriek genaamd Calico Light Weapon Systems. Hun signature wapen, de Calico, werd gebruikt in Total Recall, de klassieke Arnold Schwarzeneggerfilm. Toen Zanoff de maandag nadat de film uitkwam zijn kantoor binnenliep, stond hun voicemail vol berichten van mensen die de explosieve patronen uit de film wilden kopen. ‘En wij zeiden: het is een film. Er bestaan geen exploderende patronen van negen millimeter voor dit pistool, zegt hij. Maar munitiefabrikanten hadden de vraag snel door en bouwden exploderende patronen voor de Calico.
Zanoff noemt het ‘het leven dat kunst nadoet,’ en wapenfabrikanten zagen dit ook. ‘Na Dirty Harry realiseerden fabrikanten zich dat hun product in een film laten zien miljoenen aan marketing waard is,’ zegt hij. Vandaag de dag verschepen veel fabrikanten hun beste goed naar de wapenexperts in Hollywood in de hoop dat ze gebruikt worden.
‘We zien er de waarde van in als onze producten gebruikt worden in een film of serie,’ zegt Kevin Wilkerson, marketingmanager voor Walther Arms uit Arkansas, fabrikant van het stijlvolle PPK-pistool gebruikt door James Bond. ‘Wapenmakers nemen weleens contact met mij op en we doneren producten. Ik heb nog nooit gehoord dat iemand ervoor betaalt.’
Soms worden er vriendendiensten bewezen in het vak. In 2012 was Fencl in Amman, Jordanië, voor Zero Dark Thirty. Volgens Fencl gebruikten twee SEAL Team Six-leden de HK417 automatische rifles, die toen alleen beschikbaar waren voor het leger. Net toen regisseur Kathryn Bigelow zich klaarmaakte om de scène op te nemen, kwam een burgerversie uit van het wapen, de MR308. Fencl belde de fabrikant, Heckler & Koch. ‘Iedereen wilde ze,’ zegt hij. ‘Maar ik vertelde ze over de film en kreeg de eerste twee exemplaren.’
Soms verbinden wapenfabrikanten voorwaarden aan het gebruik van hun producten. Toen Fencl ingehuurd werd om te werken aan Patriots Day, de film over het Boston Marathon bombardement, ontdekte hij dat de agenten die de klopjacht begonnen Glocks bij zich droegen. ‘Glock wil meestal dat je iets ondertekent om te beloven dat het wapen niet door de bad guy gebruikt wordt.’ Zegt Fencl. ‘Gelukkig gebruikten de gebroeders Tsarnaev geen Glock, dus ik ondertekende het.’ Zanoff en ISS weigeren dit soort beloftes te doen. ‘We beloven niets over wie wat vasthoudt en hoe,’ zegt Zanoff. ‘Te veel beslissingen worden on the go gemaakt.’
Sommige bedrijven zijn bereid om beloftes af te kopen. Een andere film, Lone Survivor, een verrassende hit met Mark Wahlberg in de hoofdrol, werd het grote voorbeeld voor sluikreclame voor vuurwapens in 2013. De film vertelt het verhaal van een marine SEAL-team dat werd overrompeld in de bergen van Afghanistan in 2005. Hoewel de echte SEAL’s Sigs gebruikten, betaalde wapenfabrikant Beretta blijkbaar $250.000 om er zeker van te zijn dat wanneer Matthew ‘Axe’ Axelson (gespeeld door Ben Foster) niet genoeg ammo meer heeft voor zijn geweer, in plaats daarvan een Beretta M9 pistool afvuurt. Rolfe Auerbach, CEO van Brand In Entertainment, regelde deze deal. Auerbach zit al sinds 1996 in de productplaatsing en houdt vol dat Lone Survivor geen uitzondering is.
We werken vaker samen met wapenfabrikanten,’ zegt hij. Hij reageert minachtend als hij hoort wat Beretta betaalde om hun product in de film te plaatsen en suggereert dat het bedrag veel hoger is geweest.
Hij claimt dat Beretta het geld meer dan terug heeft verdiend. ‘Het ging Beretta voor de wind, kan ik je vertellen,’ zegt hij.
ISS heeft ook deals zwart op wit staan om bepaalde vuurwapens te gebruiken, maar Zanoff benadrukt dat dit zeldzaam is. Het komt vaker voor dat regisseurs groter, beter en nieuwer eisen. ‘Elke film die uitkomt, vooral nu, moet de vorige overtreffen,’ zegt hij. Is dat omdat we al te veel hebben gezien? Zijn wij, het publiek, degenen die meer en meer nodig hebben om iets te voelen? Als dat zo is, is er een geneesmiddel. Hoe spannend de actie in een film ook is, het is niet zoals het echt meemaken.
Na de tour van ISS neemt Zanoff me mee naar de schietbaan en hij geeft me een Heckler & Koch MP5A2 sub-machinegeweer. Hij voelt licht wanneer ik hem op mijn schouder zet. Ik knijp mijn ogen samen om door het vizier te kijken en richt op de metalen muur. Er is geen doelwit omdat we leeg schieten, wat betekent dat er ook geen kickback is. Maar wanneer ik de trekker overhaal, komt er vuur uit de loop en gebruikte hulzen vallen uit de kamer en kletteren naast mijn voeten neer, net als in de films. ‘Mag ik het nog een keer doen?’ vraag ik. Deze keer moet zelfs Zanoff glimlachen.
Call of Duty
Dus ja, ik genoot ervan. Maar ik weet niet zeker of het kwam door de ervaring zelf, of omdat ik wapens associeer met de helden en verhalen die ik leuk vind. In andere woorden, was de spanning fysiek of slechts theoretisch? Misschien een beetje van beide.
De volgende keer dat ik een vuurwapen gebruik is slechts een paar weken later. Het pistool naar keuze: een Heckler & Koch G36. Deze keer sta ik niet, maar zit ik in een tent op de parkeerplaats van het Forum in Inglewood, Californië, en de trekker die ik over wil halen is die van een gameconsole. Over een paar seconden beginnen een stel ongeschoren millennialmannen, plus één of twee vrouwen, een spelletje Call of Duty: Modern Warfare Remastered.
First-person shooters zoals Call of Duty domineren de gamemarkt omdat ze twee dingen combineren: je kunt een held op het slagveld zijn, met de fantasie van een goede verhaallijn. Het geluid, de graphics en personages trekken je de wereld van het spel in, en het gevoel van overwinning wanneer je een directe hit scoort en je vrienden inmaakt verhoogt de spanning ook nog eens. Terwijl ik in een tent met normale mensen zit, zitten Michael Phelps, Derrick Rose en Karl-Anthony Towns in een vip-kamer ergens anders een battle te doen. Dit kermisachtige evenement, Call of Duty XP, is een initiatief van fans. Het is Activisions eerste evenement in vijf jaar, en mensen zijn van over de hele wereld hiernaartoe gekomen om mee te doen. Het bouwt ook de spanning op voor de release van Call of Duty: Infinite Warfare. Het evenement heeft drie tenten om het spel te spelen, een paintballveld, een virtual-realityruimte gemaakt van omgebouwde containers, een kampioenschap e-sports in het Forum zelf, militaire voertuigen om te bekijken en een tokkelbaan.
Call of Duty is een gamegigant. Elke nieuwe release is de grootste entertainmentlancering van het jaar. Activision verdiende $550 miljoen aan Call of Duty: Black Ops III in slechts drie dagen, en Hollywood valt in het niet naast de game-industrie, waardoor het een makkelijk doelwit is. Na de schietpartij op basisschool Sandy Hook in 2012 had uitvoerend vicepresident en CEO Wayne LaPierre van de National Rifle Association het op de game-industrie gemunt. ‘Er bestaat in dit land… een harteloze, corrupte en corrumperende schaduwindustrie die geweld tegen eigen mensen verkoopt en promoot,’ zei hij. ‘Wrede en gewelddadige games.’ Geef niet de wapens de schuld, was LaPierre’s argument, geef de games de schuld. Dat is misschien vergezocht, maar als miljoenen kinderen eindeloze uren spenderen aan deze schietspelletjes, is het niet meer dan fair om te onderzoeken of dit ze afstompt of immuun voor geweld maakt. Natuurlijk liet LaPierre een paar dingen weg in zijn argument. Zoals het feit dat wapenfabrikanten samenwerken met gamemakers om de games zo echt mogelijk te laten lijken.
Zo realistisch mogelijk
Geen enkele gamemaker wilde deze samenwerking met wapenfabrikanten bevestigen, maar Mark DeLoura, voormalig senior adviseur voor digitale media in het Witte Huis en veteraan van de game-industrie, heeft met eigen ogen gezien dat gamedesigners wapens afvuurden op een schietbaan om het geluid op te nemen voor hun spellen. ‘Realisme is zo belangrijk geworden,’ zegt hij. ‘Gamedesigners doen er alles aan om hun spellen zo realistisch mogelijk te maken, want ze willen realisme en de spelers willen realisme.’ ‘Wapenfabrikanten hebben CAD-diagrammen, de originele 3D-modellen,’ zegt Simon Parkin, auteur van Death by Video Game, ‘hiermee kunnen ze alle informatie naar de gamemakers sturen. Omdat zij ook werken met 3D-software, kunnen ze gemakkelijk een exacte replica van het wapen maken. Ik weet dat dit sowieso gebeurt in de Call of Duty-franchise.’
Een anonieme bron van Activision zegt dat het bedrijf patent aanvraagt op de wapens die gebruikt worden in Call of Duty. Vertaling: Activision betaalt de fabrikanten van de wapens. Hoe hoog het bedrag op deze overeenkomsten is, is onbekend. Het zou één bedrag kunnen zijn of een klein bedrag per game die verkocht wordt. Hoe het ook zij, het lijkt alsof wapenfabrikanten – en dus ook de NRA – deels gefinancierd worden door Call of Duty. De grotere impact van wapens in de media is onduidelijk. ‘Het is marketing,’ zegt DeLoura. ‘Mensen zien een wapen in een game en misschien willen ze die wel hebben omdat het cool is.’ Evengoed zijn er geen duidelijke statistieken die een verband tussen de verkoop van wapens en games kunnen aantonen, en de meerderheid van academici beaamt dat er geen duidelijk oorzaak-en-gevolg is tussen de consumptie van gewelddadige media – games, films of tv – en een toename in wapengeweld. ‘Als het al een factor is, is het de 25e factor uit een lijst van 25 factoren,’ zegt professor Constance Steinkuehler van de universiteit van Wisconsin, die videogames, educatie en game-based leren bestudeert. ‘Armoede, mentale gesteldheid en controle op wapens zijn significanter.’ ‘Ik heb niet veel bewijs gevonden dat het kijken van gewelddadige films of het spelen van gewelddadige spellen mensen boos of agressief maakt of dat het gekoppeld is aan gewelddadige misdaad,’ zegt hoogleraar psychologie Christopher Ferguson van Stetson University, die veel heeft geschreven over het onderwerp. Het tegenovergestelde zou weleens waar kunnen zijn. Een onderzoek van Villanova University uit 2014 genaamd ‘Violent Video Games and Real-World Violence: Rhetoric Versus Data’ illustreert dat wanneer nieuwe versies van populaire games worden uitgebracht, inclusief de gewelddadige Call of Duty, gewelddadige misdaad onder jongeren afneemt omdat zoveel jongeren vastgekleefd zitten aan hun spelletje. Tenminste, voor even. Toch kan ik het niet van me af zetten dat de media mensen in aanraking laten komen met wapens, waardoor ze populairder worden. En dat is niet alleen de fout van Hollywood of de game-industrie, maar ook van het nieuws en social media. Denk eens aan de dagen na de massamoord in Orlando, toen werd keer op keer herhaald dat de schutter, Omar Mateen, een AR-15 gebruikte. Er werd toen veel naar dit wapen gegoogeld. Toen het duidelijk werd dat hij eigenlijk een Sig Sauer MCX gebruikte, werd er meer naar dat wapen gezocht. Mensen wilden zien wat voor wapen hij gebruikte en kochten er ook een voor zichzelf, wat ons terugbrengt naar de wapenliefhebbers in Hollywood en hun meest krachtige wapen van allemaal: verhalen.
Jarenlang zijn verhalen, vooral heldenverhalen, gebruikt om mensenlevens te beïnvloeden. Joseph Campbell, antropoloog en auteur van The Hero with a Thousand Faces, werd beroemd omdat hij de reis van mythische helden uit culturen van over de hele wereld vastlegde. George Lucas gebruikte Campbells werk overduidelijk in Star Wars. Hordes aan filmmakers volgden, en de helden van nu zijn bijna altijd gewapend met een pistool.
‘Ik denk dat Call of Duty gamers hun machtsfantasieën laat uitoefenen. Je kunt een held zijn en een episch leven hebben in een fictieve wereld,’ zegt Steinkuehler. ‘En om eerlijk te zijn vind ik dat niet meteen beangstigend.’
De greep van de NRA
Maar wat als instabiele mensen hun eigen heldenverhaal willen vertellen. Zag Gavin Long, die trouwens een marinier was, zichzelf niet als een held toen hij drie agenten in Baton Rouge vermoordde? En Mateen in Orlando of Micah Johnson, ook een veteraan, in Dallas? Ze waren allemaal aan het fantaseren en voorbereiden, maar belangrijker nog, ze hadden allemaal toegang tot wapens ook al hadden ze problemen met hun mentale gezondheid. Wij als kiezers, en de politici die zeggen dat ze ons vertegenwoordigen, kunnen blijkbaar niet vrijkomen uit de greep van de NRA. Zelfs niet als negen van de tien Amerikanen – wapenliefhebbers en -haters gelijk – voorstander zijn van universele achtergrondchecks.
De hele wereld kijkt Hollywoodfilms en speelt gewelddadige videospellen, en toch zijn er 25 keer meer moorden met vuurwapens in de Verenigde Staten dan in andere Westerse landen, omdat we meer wapens op straat hebben. Misschien zorgt Hollywood niet voor de invloed, maar reflecteert het juist. We voelen ons comfortabel bij het kijken van deze films, bij het spelen van deze games en doen net alsof we kwaad en verdrietig zijn, maar we zijn te blind om het laserpuntje tussen onze eigen ogen te zien.