Met name in de bekende conflictgebieden in Zuid-Soedan, Centraal-Afrikaanse Republiek, Democratische Republiek Congo, Somalië, Syrië en Jemen worden jeugdigen ingezet om te vechten of aanslagen te plegen. Maar ook in Afghanistan, Mali en Myanmar worden ze geronseld om gewapende groeperingen te helpen.
Niet alle kinderen trekken daadwerkelijk ten strijde, velen moeten zich als spion of boodschapper verdienstelijk maken. Ze fungeren tevens als kok, drager of houtverzamelaar. Meisjes worden geregeld gedwongen te trouwen met militanten en seksueel misbruikt. In extreme gevallen worden de slachtoffertjes ingezet als levend schild.
Unicef heeft alle regeringen opgeroepen krachtiger te reageren op ernstige schendingen van kinderrechten. Op 'Red Hand Day' moet dat dinsdag kracht worden bijgezet met rode handafdrukken.