Anne Faber (25) verdween op 29 september 2017, tijdens een fietstocht in het gebied tussen Soest en Den Dolder. Haar lichaam werd bijna twee weken later op aanwijzing van P. gevonden in een door hem gedolven graf, in de buurt van Zeewolde. De politie was veroordeeld zedendelinquent P. op het spoor gekomen via DNA op de jas van Faber, die tijdens de massale zoektocht na haar verdwijning werd gevonden.
P. ontkende in hoger beroep opnieuw dat hij met een vooropgezet plan handelde. Zijn verklaring kwam erop neer dat hij in het bos met zijn scooter toevallig op de fietsende Faber botste. Daarna verkrachtte hij haar en dwong hij haar achterop zijn scooter mee te rijden naar een plek bij vliegbasis Soesterberg, waar hij haar naar eigen zeggen min of meer "impulsief" de keel doorsneed. Tegen het hof zei hij "oprechte spijt" te hebben. Volgens het Openbaar Ministerie zijn er echter sterke aanwijzingen dat P. het slachtoffer bewust heeft staan opwachten.
De dood van Faber was aanleiding om onder meer het resocialisatietraject - waar P. in zat na zijn gevangenisstraf voor een dubbele verkrachting in 2010 - tegen het licht te houden. Afgelopen maart publiceerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid een vernietigend rapport daarover. "Bij de geleidelijke terugkeer van P. in de samenleving na zijn gevangenisstraf voor een dubbele verkrachting in 2010, is totaal niet gekeken of zijn hernieuwde vrijheden een gevaar zouden opleveren voor de omgeving. Dat is slechts een van de lange rij aan fouten die door de hele keten is gemaakt", luidde de conclusie.