Hoeveel het festival in Biddinghuizen, waarvan vrijdag de 27e editie is begonnen, betaalt voor zijn hoofdacts wil Eric niet zeggen. "Het zijn heel grote bedragen en die gaan steeds harder omhoog. Dat kunnen wij met onze kaartprijzen niet bijbenen."
Hoewel de festivalbaas niet klaagt over de hoge kosten, baalt hij wel van de "hyperkapitalistische industrie" die de muziekwereld volgens hem is. "Het is erger dan waar ook. Je zou zeggen: leuk, zo’n artiest, lekker hippie-flippie. Maar zo denken zijn manager en agent er niet over. Die kijken naar de markt: waar is het meeste geld te verdienen? Wereldwijd zijn er steeds meer festivals. Oost-Europa is "geopend", Amerika heeft de festivalmarkt ontdekt en een van onze grootste concurrenten zit in Japan. Ze jagen allemaal op de grote namen, dus wordt de artiest de monopolist."
Poster
Toch lukt het Lowlands wel jaarlijks om grote namen te strikken, maar de plek die de acts op de poster krijgen is soms nog een heel gedoe. "Dat is onze nieuwe frustratie. Sommige artiesten willen boven anderen staan, anders komen ze niet. Er heeft weleens iemand afgezegd om die reden. We hebben er net nog een vergadering over gehad: hoe gaan we de volgende aankondigingsronde doen? Je lost het niet op zonder iemand voor het hoofd te stoten."
In de negentien jaar dat Eric directeur is van Lowlands heeft hij genoeg bijzondere dingen meegemaakt. Maar uit de school klappen over artiesten doet hij niet. "What happens backstage, stays backstage", zegt Eric. "Ik mag nooit namen noemen, maar er is ’s nachts weleens een artiest over het hek van Walibi gesprongen en met z’n dronken hoofd - vrij hoog - in een achtbaan geklommen. Die heb ik er toen zelf maar uitgeplukt. Wel mad, haha."