Het hof bevestigde een eerdere uitspraak van de rechtbank in Den Haag uit december 2017, die oordeelde dat Insiya onmiddellijk moest terugkeren naar Nederland. Het hof hangt daar in hoger beroep nu een dwangsom aan vast, "gezien de aard en de ernst van de zaak, waarbij (de minderjarige) op abrupte wijze uit haar vertrouwde omgeving is gehaald en haar door de weigerachtige houding van de vader het contact met de moeder stelselmatig onthouden wordt".
Het bedrag kan oplopen tot een maximum van een miljoen euro.