De toen 22-jarige Scheele-Gertsen heeft haar kind nooit heeft willen afstaan, maar haar kind werd in februari 1968 onmiddellijk na de geboorte weggehaald. De jonge moeder is volgens de advocaat uit de ouderlijke macht gezet terwijl aan de voorwaarden daarvoor niet was voldaan. De kinderbescherming had volgens de advocaat kunnen weten dat ze haar kind helemaal niet wilde afstaan.
"Wat met mij is gebeurd, is mensonterend", zegt Scheele-Gertsen in de krant. "Daarom wil ik het aan de kaak stellen." Ze wil dat de rechter vaststelt dat ze haar zoon gedwongen heeft afgestaan. Ook wil ze duidelijkheid over de rol van overheidsinstanties in het ontstaan het idee, in de jaren vijftig, dat het bij elkaar houden van ongehuwde moeders en kinderen onwenselijk was.