Stroef en plichtmatig, zo viel het eerste optreden van Ajax in 2020 het beste te typeren. De ploeg van trainer Erik ten Hag begon best aardig, met heel wat kansen in de openingsfase. Al was de eerste grote mogelijkheid binnen een minuut voor Sparta. Spits Ragnar Ache schoot rakelings voorlangs. Ajax, met de teruggekeerde aanvaller Ryan Babel aan de rechterkant en de weer fitte Quincy Promes op links, was na 10 minuten ook heel dicht bij een doelpunt. Babel legde de bal met z'n hoofd terug op de vrijstaande Dusan Tadic, maar de aanvoerder schoot de bal zo slap in, dat doelman Ariel Harush nog redding kon brengen.
Enkele minuten later deed Donny van de Beek het in een vergelijkbare situatie een stuk beter. De middenvelder schoot de bal hard en hoog in het doel, nadat een voorzet van Hakim Ziyech uit de kluts voor zijn voeten was beland: 1-0. Ziyech, die als aanvallende middenvelder speelde, was bij vrijwel alle gevaarlijke momenten van Ajax betrokken. De Marokkaan moest kort na rust wel geblesseerd naar de kant. Zijn creatieve ingevingen werden daarna gemist.
Ajax liet de bal in een te laag tempo rondgaan om Sparta uit elkaar te spelen. De Rotterdammers mochten daardoor tot de laatste seconden hopen op een stunt, ook nadat Ryan Gravenberch de voorsprong van Ajax had verdubbeld. De 17-jarige middenvelder prikte de bal na een uur spelen in een vol strafschopgebied langs Harush (2-0). Sparta bracht een kwartier voor tijd de spanning echter weer terug via een doelpunt van invaller Joël Piroe.