Eind augustus maakte de documentaire Tanja, dagboek van een guerrillera voormalig FARC- strijdster Tanja Nijmeijer weer even hot. Tijdens een uitverkochte filmvoorstelling in Rialto is er zelfs een videoverbinding met haar vanuit Colombia. Als haar gevraagd wordt of zij tevreden is met het resultaat, reageert ze met: “Hij (regisseur Marcel Mettelsiefen, red.) had er toch net iets meer mee kunnen doen.”
“Ze heeft een punt,” aldus een Belgische blogger van DeWereldMorgen. “Voor wie het boek heeft gelezen brengt de film weinig bij.” In dat boek, Van guerrilla naar vredesproces, beschrijft Nijmeijer hoe ze het voor haar verstikkende Twentse Denekamp inruilt voor de Colombiaanse jungle voor een heilige missie. Maar waarom doet een jonge vrouw zoiets? Waarom sluiten Tanja en allerlei anderen zich aan bij een rebellenclub van wie ze dan wel een AK-47 in handen geduwd krijgen, maar ook een kogel door het hoofd als ze losbandig zijn?
Ontmaagd
Nadat ze geslaagd is voor het vwo in 1996 gaat Tanja Nijmeijer Romaanse Talen & Culturen studeren in Groningen. Na het tweede jaar reist ze met een Erasmusbeurs af naar Spanje. Maar niet voordat ze de eerstejaars student Arjen Lubach ontmaagd heeft. Tijdens een introductiekamp ontmoet ze hem en ze kan het goed met hem vinden. Omdat ze haar studentenkamer al onderverhuurd heeft, vraagt ze of ze bij hem kan logeren voordat ze naar Granada vertrekt. “Hij was een jaar of zeventien denk ik, intelligent op een leuke manier, en een beetje verlegen. Na een paar wijntjes op mijn laatste avond in Nederland (…) bekende hij nog maagd te zijn en vroeg of ik hem wilde ontmaagden. Dat vond ik wel een leuk plan. We hadden er allebei geen flauw idee van dat ik guerrillastrijdster en hij televisiepresentator zou worden.”
Een paar jaar later zoekt ze het iets verder van huis en loopt ze stage in Colombia om Engelse les te geven. Eenmaal voor een klas met rich kids ontwikkelt ze een aversie tegen hen. Ze noemt de jongeren ‘monsters’ die niets willen leren. Daar tegenover staan de arme kinderen die bij gebrek aan genoeg potloden voor een opdracht het probleem oplossen door de potloden doormidden te breken.
Het zwart-wit denken trekt ze rechtlijnig door in haar boek. Ze raakt bevriend met een Colombiaanse die aan dezelfde school lesgeeft en een Amerikaanse die ook in het luxe resort verblijft. De Colombiaanse opent haar ogen voor de grote armoede in het land en neemt het op voor de marxistische guerrilla’s van FARC, die zich doodvechten tegen de staat. De Amerikaanse echter meent dat de minderbedeelden de armoede aan zichzelf te danken hebben en maakt de guerrilla’s uit voor terroristische drugscriminelen. Of, zoals een Amerikaanse defensie-adviseur stelt: “FARC was een van de grootste criminele marxistische multinationals van de wereld, die rond 2000 misschien wel miljarden dollars per jaar verdiende met coke-geld.”
Tussen deze twee uiterste zienswijzen begeeft Tanja zich. En waar haar sympathie ligt is duidelijk. Via de Colombiaanse vriendin komt ze rond 2002 in contact met een stadsmilitie van FARC, maar uiteindelijk kiest ze voor de jungle. Ze wordt later vertrouweling en tolk van de hoogste Oostblok-commandant ‘Mono Jojoy’ die een centrale positie heeft in de drugshandel met distributienetwerken in Venezuela en Brazilië. Na zijn dood zou ze volgens een bron delen van zijn grond beheren.
Benieuwd naar de rest van het artikel? Bekijk 'm in de nieuwste Panorama of check het via Blendle.
- ANP, YouTube