Met bloed op zijn witte broekje meldt Sam Poelman van Lent zich halverwege de tweede helft aan de zijlijn. De rode vlekken zijn een aandenken aan zijn doelpunt in de eerste helft, dat hij deels met zijn voorhoofd en deels met zijn neus maakte. “Echt een neusje voor de goal,” grapt gelegenheidsassistent-trainer Sonny Silooy als hij Sam hoort vertellen over zijn treffer.
Over zijn pijnlijke neus doet Sam verder niet moeilijk; het hoort erbij. Net als over de beuk die hij net heeft gekregen, waardoor hij toch maar naar de kant is gegaan. Hij is wel erger gewend. “Ik heb een keer met een dubbele breuk in mijn schouder gevoetbald,” vertelt hij lachend. “Op de training was ik al op mijn schouder gevallen, zo is het eerste breukje waarschijnlijk ontstaan. De zaterdag erop viel ik er tijdens de wedstrijd weer op. Toen ben ik toch maar even naar het ziekenhuis gegaan en bleek ik twee breukjes te hebben.”
Silooy, inderdaad de oud-verdediger van Ajax en het Nederlands elftal, is niet de enige die aandachtig meeluistert. Sams vader, Daan, volgt met zijn ogen het spel, maar is met zijn oren gericht op wat zijn zoon vertelt. “Kinderen met cerebrale parese hebben vaker een hogere pijngrens,” zegt hij. “Ik weet niet hoe vaak we met Sam al op de eerste hulp hebben gezeten. Hij deinst nergens voor terug. Dat zag je ook bij het doelpunt net. Hij dook zonder angst op de bal af met zijn hoofd. Ik had toch nog wel een keer goed nagedacht of ik dat zo zou doen. Sam niet.”
De inmiddels 21-jarige Sam loopt al vanaf zijn 5de rond bij Only Friends. Op aanraden van zijn fysiotherapeut, zo legt vader Daan uit. “Sam was al verliefd op de bal toen hij 2 was. Zijn fysio zei op een gegeven moment dat Only Friends misschien goed voor hem was. Bij een reguliere club zou hij zich voortdurend moeten bewijzen, hier zou hij helemaal zichzelf kunnen zijn. Sam heeft hier vanaf de eerste dag heel veel uren doorgebracht, en wij als ouders dus ook. Er heerst een heel leuke sfeer.”
Dat het anders kan, weet Sam ook; hij speelde ook een tijdje bij een reguliere club. “Ik had eerst een trainer die me achter de spits zette, zodat ik de diepteballen kon geven. Hij zette mij in mijn kracht. Op een gegeven moment, ik weet niet waarom, moest ik naar een ander team, met een andere trainer. Hij zette me vooral op de bank. Ik voelde me een outcast. Toen besloot ik dat ik alleen nog maar voor Only Friends wilde spelen. Ik wilde het spelletje leren en dat gaat niet als je op de bank zit.”
‘Een trainer zette me vooral op de bank. Ik voelde me een outcast. Toen besloot ik dat ik alleen nog voor Only Friends wilde spelen. Ik wilde het spelletje leren en dat gaat niet als je op de bank zit’
Shirts van Sneijder en Robben
We zijn op deze zonnige doch koude zaterdagmiddag neergestreken op het voormalige sportpark De Weeren in Amsterdam-Noord. Ooit was dit het vervallen onderkomen van diverse kleine sportverenigingen, maar sinds 2010 is Only Friends hier gehuisvest. Het geheel opnieuw opgetrokken sportpark bestaat uit twee voetbalvelden en het Friendship Sports Centre, dat volgens de feitjes op de eigen website het enige sportcentrum in Europa is dat volledig is toegespitst op kinderen met een beperking. Inmiddels worden er hier 29 sporten beoefend, van voetbal en basketbal tot duiken en boogschieten. Het mag met recht een indrukwekkend onderkomen worden genoemd, inclusief zwembad en grote sportzaal.
Wat meteen opvalt: het grote aantal unieke rode reclameborden rond het hoofdveld. Het bedrijfsleven van Amsterdam en omstreken heeft Only Friends duidelijk omarmd. Net als veel topvoetballers, zo blijkt rond de kleedkamers. Er hangen gesigneerde shirts van onder anderen Wesley Sneijder, Arjen Robben en Vincent Janssen, allemaal keurig ingelijst.
We wandelen hier op het sportpark eigenlijk over de werkelijkheid geworden droom van Dennis Gebbink. De oprichter van Only Friends neemt op een vrij moment in de verder verlaten bestuurskamer plaats om over het project te praten dat in februari 2000 het levenslicht zag. “De eerste jaren waren zeker niet gemakkelijk,” vertelt hij. “Alles wat je hier ziet, stond er nog niet. Ik had niet eens een vaste locatie. Het was elke week leuren bij andere sportverenigingen in en rondom Amsterdam om een veld, om sleutels van de kleedkamer. Dat voelde niet oké. Dus ben ik mijn droom op papier gaat zetten: het allermooiste sportpark, speciaal voor sporters met een handicap.”
En daar zijn we nu.
Benieuwd naar de rest van het artikel? Bekijk 'm in de nieuwste Panorama of check het via Blendle.
- Paul Tolenaar