De 36-jarige Freek*, een man met tatoeages op armen, handen en vingers, zit nu negen dagen in voorarrest, maar op de gloeiende plaat van zijn 31 pagina’s tellende strafblad is dat nauwelijks een druppel. Bovendien is er niemand – geen geliefde, geen familie, laat staan een werkgever – die hem mist. Nonchalant gooit hij zijn petje op tafel.
“Zo,” zegt hij. Op een toon van ‘zitten we weer’.
Dit keer wordt hij verdacht van de diefstal van zes potjes medicijnen ter waarde van 180 euro bij de Jumbo, en van het stelen van 1200 euro door ongeoorloofd gebruik te maken van andermans pinpas.
Het eerste feit bekent hij zonder omwegen, al weet hij er niet heel veel meer van. Het tweede feit dat hem vandaag wordt verweten, staat hem scherper voor de geest. De officier schetst een laffe daad waarbij Freek tot tweemaal toe met de gestolen pinpas van een invalide man geld zou hebben gepind. Eerst 200 euro, en kort daarna nog eens 1000. Volgens Freek zit het anders. Hij kent Patrick, de eigenaar van de pinpas, persoonlijk. De man zit ‘vol aan de GHB’, zo vertelt Freek, die zelf ‘alles’ gebruikt. De twee leerden elkaar kennen in de gebruikersscene. Anders dan veel andere leden van die scene heeft Patrick een eigen woning, waar Freek, net als veel andere gebruikers regelmatig komt. Om te slapen, om ongestoord te kunnen gebruiken, maar ook om Patrick, die in een rolstoel zit, te helpen met alledaagse dingen als boodschappen doen en zijn huis enigszins aan kant houden. En pinnen.
“U noemt het helpen?” vraagt de rechter.
“Ik noem het helpen, ja,” antwoordt Freek. “Zijn GHB was op. Hij heeft me zelf gevraagd om die 200 euro te gaan pinnen om nieuwe te kopen. Dat geld heb ik ook keurig aan hem gegeven.”
“Dat is niet wat Patrick zegt,” houdt de rechter hem voor.
Freek schiet in de lach. “Nee, dat zal wel niet,” zegt hij. “Die was helemaal wappie van de G. Die heeft daar geen idee meer van. U kent hem niet, maar geloof mij maar, Patrick is behoorlijk van het padje af, zeg maar. Ik heb hem al een paar keer helemaal out in z’n karretje teruggevonden. Soms midden op straat, of ergens in een winkel. Die is wel vaker hele stukken film kwijt.”
“En die 1000 euro, die u een paar uur later zou hebben gepind?” vraagt de rechter.
“Dat was ik niet. Ik heb die 200 euro gepind, in opdracht van hem, en meer niet. Honderd procent.”
“Volgens de politie is op beelden van de pinautomaat te zien dat u het was.”
“Die beelden zou ik dan heel graag willen zien, want dat is onmogelijk,” zegt Freek stellig.
De rechter werpt een vragende blik op de officier van justitie. Die verontschuldigt zich voor het ontbreken van de beelden in het dossier. De politie heeft ze op een dvd gebrand, en die gisteren naar het Openbaar Ministerie gestuurd, maar daar had men vanmorgen nog niets ontvangen, zegt ze.
Wat haar betreft zijn de beelden ook niet per se nodig, omdat meerdere politieagenten Freek erop hebben herkend. Hun verklaringen kunnen wat haar betreft als bewijs volstaan.
“Op een dvd gebrand?” zegt Freek verontwaardigd. “Serieus? Wat is dit? We leven toch niet meer in 1980?”
‘Zijn GHB was op. Hij heeft me zelf gevraagd om die 200 euro te gaan pinnen om nieuwe te kopen’
De rechter besluit met zijn uitspraak te wachten tot hij de beelden van de tweede pintransactie heeft gezien.
Over een week wordt Freek terugverwacht bij de rechtbank. Tot die tijd wordt zijn voorarrest opgeheven.
“Maar dan moet u wel echt komen,” gebiedt de rechter hem.
“O, ik ben er wel, hoor.” verzekert Freek. “Ik sta er namelijk niet op, dat weet ik heel zeker.”
Een week later is hij terug. Volgens de officier is er sprake geweest van een misverstand. De herkenning van de politie betrof de beelden van de eerste pintransactie. Op de beelden van de tweede pintransactie, die van 1000 euro, is Freek niet te zien. “Zie je nou wel,” zegt Freek triomfantelijk.
Omdat beide pintransacties inmiddels door de officier van de tenlastelegging zijn geschrapt, blijft alleen de winkeldiefstal over. Daarvoor legt de rechter een celstraf op van negen dagen, die Freek tijdens zijn voorarrest dus al heeft uitgezeten.
*Alle namen in deze rubriek zijn om privacy-redenen gefingeerd.
- Petra Urban