Wat maakt het pitchen van een tv- of filmproject zo lastig?
“Ik schrijf veel voor televisie, film en maak plannetjes. Daar ga je dan mee naar een omroep en dan gaat het meestal niet door. Dan ga ik weer lekker naar huis. Dat is Hilversum, hè. Daar moet je niet zijn. Op het Mediapark zijn ze altijd aan het lunchen of in bespreking. Ze zijn nooit bereikbaar. En ze beginnen pas om half elf en stoppen om half drie, omdat ze niet in de file willen staan.”
Wat doe je met je frustratie?
“Hard om lachen en relativeren.
In Hilversum zitten alleen maar Amsterdammers die tegen de middag een keer het gordijn opentrekken, dan heel hard gapen en toch maar weer even gaan liggen. Hardwerkende Rotterdammers staan om zes uur ’s morgens naast hun bed en hebben er al een hele dag op zitten als ze eindelijk een keer de voeten strekken. Niet lullen, maar poetsen, zeggen we hier.”
Een van de vorige films, De Marathon, heeft toch aardig gelopen?
“Die heeft het heel goed gedaan, maar deed er wel twaalf jaar over om een keer gemaakt te kunnen worden. Bij het Filmfonds stel je al snel geen klote voor, hoe groot je cv ook is. Het was uiteindelijk Reinout Oerlemans die erin geloofde een besloot ons te helpen. Die man is ook van het aanpakken. Heel even vergaderen, dan hard in de handen slaan en hup, aan het werk. Dan zag je ze allemaal wegstuiven. Ja, Reinout had de wind er wel onder. Daar kreeg ik een goed gevoel bij. We hebben zo ontzettend gelachen met elkaar. En dan was hij nog wel een tandje erger dan Matthijs van Nieuwkerk.”
Met het verschil dat hij orders vriendelijker bracht?
“Daar ben ik het helemaal niet mee eens. Er wordt op veel plekken gewerkt onder hoogspanning en dan zeggen mensen weleens wat. That’s life. If you can’t stand the heat, stay out of the kitchen. De Wereld Draait Door was een live programma waar dingen moesten gebeuren, en wel nu. Aan twijfelaars heb je niets. Wegwezen, volgende! Daar ben ik heel erg voor. De verhalen die ik in de krant over Matthijs lees, vind ik schromelijk overdreven. Het is een schande dat zo’n grote televisiepersoonlijkheid het veld moet ruimen omdat een paar mensen op hun tenen zijn getrapt.”
‘Op het Mediapark zijn ze altijd aan het lunchen of in bespreking. En ze beginnen pas om half elf en stoppen om half drie, omdat ze niet in de file willen staan’
Echt waar?
“Ja, joh! Wij zaten vroeger in de klas bij juffrouw Pauw met haar wandelstok vanwege een lam been. Als je een vlekkie op je kleding had, dan kreeg je daarmee een klap op je kop. Daar kwam echt geen traumahelikopter aan te pas om jou naar een psychiater te vliegen, hoor. Dat moest je zelf verwerken in het uur dat je vervolgens in de hoek moest staan. Niemand die daar een probleem van maakte. Speel je hoog, dan horen scheldkanonnades erbij en denk je op het fietsje terug naar huis hoe het de volgende keer beter kan. Maar ja, vandaag de dag kan dat niet meer.”
Misschien omdat we evolueren als mens en maatschappij?
“Ik ben nu eenmaal op deze manier grootgebracht en dat vind ik een goede mentaliteit. Als ik met zo’n vlekkie thuiskwam, dan kreeg ik van m’n vader nog vijf klappen en fluisterde hij de juf toe me nogmaals een draai om m’n oren te geven als ik de dag erna weer iets fout deed. Kreeg ik weer de hele dag klappen. Dat was nou eenmaal zo. Niets mis mee. Nu staan mensen al snel op hun achterste poten en dat komt door die vreselijke patatgeneratie. We zitten met watjes opgescheept.
Maak je oorlog mee in Oekraïne, dan heb je reden tot klagen. Hier in Nederland is daar geen enkele reden toe. Mieter toch op, man. Kom je nest uit en ga werken of vertrek als de sfeer je niet aanstaat. Want dat was het ook. Matthijs hield niemand gevangen, hè.”
Benieuwd naar de rest van het artikel? Bekijk 'm in de nieuwste Panorama of check het via Blendle.
- Clemens Rikken