Ongelukkige samenloop
Egypte (1956)
Tijdens de Koude Oorlog houden de leiders in Washington en Moskou hun vinger aan de rode knop. Eén inschattingsfout kan desastreuze gevolgen hebben.
Dit blijkt wel wanneer er in 1956 een conflict uitbreekt over het Suezkanaal. Aan de ene kant kernmachten Frankrijk, Groot- Brittannië en Israël met big brother Amerika. Aan de andere Egypte en de Sovjet-Unie. Stalins opvolger Nikita Chroesjtsjov dreigt verkapt met kernaanvallen op Londen of Parijs.
De spanning is om te snijden wanneer er op 5 november 1956 in korte tijd verontrustende meldingen binnenkomen bij de Amerikaanse inlichtingendiensten. Britse bommenwerper neergeschoten! Russische straaljagers boven Syrië! De Sovjet-marine-vloot rukt op richting Middellandse Zee! Ongeïdentificeerde gevechtsvliegtuigen boven Turkije! De NAVO-bondgenoten vrezen dat een nucleaire aanval op handen is. Gelukkig hebben ze op tijd door dat het een ongelukkige samenloop van omstandigheden betreft. Die straaljagers zijn een escorte voor de Syrische president, de Russische vloot houdt een grootschalige oefening en het Britse toestel is neergestort door technische mankementen. En die vreemde toestellen boven Turkije? Dat blijkt een groep zwanen te zijn! Iedereen kan, voorlopig, opgelucht ademhalen.
Opkomende maan
Groenland (1960)
Op 5 oktober 1960 slaat het Amerikaanse commandocentrum op Groenland groot alarm. Volgens het zogeheten BMEWS-waar-schuwingssysteem heeft Moskou tientallen kernraketten afgevuurd.
De wetenschappers schatten de betrouwbaarheid van de melding op 99,9 procent. Is de Derde Wereldoorlog begonnen? Binnen enkele minuten kunnen de raketten in Amerika zijn. Het toeval wil dat Chroesjtsjov op dat moment net in New York is. Waarom zouden de Sovjets een kernoorlog ontketenen terwijl hun leider in de VS is? De Amerikanen halen de vinger van de rode knop. Het blijkt toch die 0,1 procent kans te zijn: het waarschuwingssysteem is in de war geraakt door een opkomende maan boven Noorwegen. BMEWS wordt gelijk aangepast om herhaling te voorkomen. Toch zullen er nog vele incidenten volgen. Op 23 mei 1967 zorgen juist zonnevlammen ervoor dat het BMEWS-systeem op tilt slaat. Er worden gevechtsvliegtuigen met kernwapens in gereedheid gebracht, maar gelukkig wordt ook hier de fout tijdig ontdekt.
Afgebroken vleugel
North Carolina, VS (1961)
De nucleaire dreiging komt niet alleen van de vijand. Die les leren de inwoners van Goldsboro (VS) op 23 januari 1961 wanneer boven hun stadje de rechtervleugel van een B-52 in de fik vliegt. Er gutsen duizenden liters brandstof uit. Drie bemanningsleden komen om. Zorgwekkender is dat de twee zware atoombommen met een rotvaart richting aarde storten, elk met een vernietigende kracht van 200 Hiroshima’s... De parachute van een 3000 kilo wegende bom weigert dienst, waardoor die een metersdiep gat in een weiland boort. Toch komen de kernkoppen niet tot ontploffing.
Pas in 2013 wordt het rapport vrijgegeven waaruit blijkt dat bijna alle veiligheidsmechanismen het hadden begeven en slechts één schakelaartje ‘een enorme catastrofe in Amerika heeft voorkomen’. Zelfs in een dunbevolkt gebied hadden er tienduizenden doden kunnen vallen. Nog afgezien van de ellende die radioactieve straling en kernafval veroorzaken.
Bedrijfsongevalletje
Arkansas, VS (1980)
Bij onderhoudswerk aan kernwapens kan de kleinste fout gigantische volgen hebben, zo blijkt op een raketbasis in Arkansas op 18 september 1980. Tijdens een reparatie aan een Titan-raket in Complex 374-7 laat een monteur een moertje in de tientallen meters diepe silo vallen. Nou ja, moertje... Het bijna 5 kilo zware gevaarte slaat een flink gat in de brandstoftank van de kernraket. Terwijl de buurt wordt geëvacueerd, inspecteert een groepje experts de schade. Bij de silo slaat hun meetapparatuur op tilt. Er klinkt een oorverdovende knal waarbij de loodzware silodeur de lucht in wordt geslingerd. Het is een wonder dat er slechts één dode te betreuren valt.
Bij de ontploffing is de 4000 kilo zware kernkop tientallen meters verder terechtgekomen. Hij slaat een enorme krater, maar de kernkop met een kracht van 600 Hiroshima’s gaat niet af. Maar de wijde omgeving ligt bezaaid met brokstukken.
Er worden honderden miljoenen liters radioactieve koelstof weggepompt. De schoonmaakkosten lopen zo hoog op dat de luchtmacht het probleem oplost door er letterlijk zand over te gooien.
Nucleair afval
Spanje (1966)
In de lucht bijtanken is een routineklus voor vluchten met bommenwerpers. Maar in de ochtend van 17 januari 1966 gaat het boven de Spaanse kustplaats Palomares helemaal fout. Een Amerikaanse B-52 nadert het tanktoestel te snel waardoor ze elkaar raken.
Bij de botsing komen zeven van de elf betrokken bemanningsleden om. Beide toestellen storten neer, gevolgd door vier waterstofbommen. Er zijn twee krachtige maar ‘normale’ explosies, één bom gaat niet af en de vierde wordt maanden later, ongeschonden, uit de Middellandse Zee gevist.
Ook zonder paddenstoelwolk is een nucleair wapen een ‘vuile bom’. Hectares landbouwgrond zijn zwaar verontreinigd. Er worden 6000 vaten gevuld met radioactief afval en afgevoerd naar de VS. Zeker 2000 kuub vervuilde grond wordt rondom de plaatselijke begraafplaats gedumpt. In de regio worden nog steeds verhoogde hoeveelheden plutonium en uranium gemeten.
Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.
- iStock, ANP, NASA, U.S. Air Force, U.S. National Archives