Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Martijn Krabbendam

Feyenoord-watcher Martijn Krabbendam: 'Soms hoor ik dat ik dood moet'

De magie van De Kuip. De loyaliteit van het Legioen. De historisch gezien tegenvallende prestaties. Het is allemaal al oneindig vaak beschreven, maar over Feyenoord raak je nooit uitgepraat. Zeker Martijn Krabbendam niet. Hij volgt de Rotterdammers al 25 jaar namens Voetbal International. Samen met Michel van Egmond, zijn kompaan in de populaire Dick Voormekaar Podcast, schreef hij het nieuwe Feyenoord-boek Lourdes aan de Maas. “Ik vind het nog steeds raar als ik mannen in voetbalshirts naar het stadion zie gaan.”

Mijn vrouw moest gniffelen om de boektitel, terwijl Feyenoordsupporters het een volkomen logische naam zullen vinden. Leg buitenstaanders nou eens uit wat De Kuip een Lourdes maakt.

“Met Willem van Hanegem zat ik daar ooit over te filosoferen. Willem is scherp in zijn observaties, dus die had wel een paar dingen. Ten eerste dacht hij dat iedereen welkom is. Of je nou een rotjeugd hebt gehad, bent gepest of thuis geld- of gezondheidszorgen hebt, op zondag in het stadion verdwijnt alles. Dan word je opgevangen in een familie van mensen die misschien ook dat soort problemen hebben, maar je hoort wel ergens bij.”

Dat is toch in ieder stadion zo?

“Ja, maar dat schijnt in De Kuip extreem te zijn. Willem gaf nog een voorbeeld. Hij kende een man die ernstig ziek was en nog kort te leven had. Hij had nog één droom, met Willem nog één keer naar het stadion. Die man werd gebracht, keek naar de training en mocht daarna lunchen met de selectie. Volgens de overlevering van Van Hanegem, niet iemand die de dingen mooier maakt dan ze zijn, zag je de kleur op zijn wangen helemaal terugkomen. Zijn vrouw belde later en vroeg wat er allemaal was gebeurd. Thuis was hij niet meer vooruit te branden, lag hij op bed alleen nog voor zich uit te staren en was hij eigenlijk aan het doodgaan. Hij kwam terug van het stadion en blies op het balkon zo zijn longen vol. Die man heeft geloof ik nog een jaar of twee geleefd. Is echt een waargebeurd verhaal en dat is blijkbaar wat Feyenoord losmaakt. Laatst was er een bruiloft in De Kuip. Die mensen gingen daarna niet de taart aansnijden, maar hebben gewacht tot Arne Slot voorbijkwam. Even in trouwkleding op de foto met de trainer van Feyenoord. Weet jij wat het is? Het is lastig helemaal te doorgronden, maar ik denk dat Van Hanegem dichtbij komt met het ergens bij horen. En de liefde is onvoorwaardelijk. Natuurlijk heb je dat ook bij andere clubs, maar ik denk dat iedere voetballiefhebber het eens is dat De Kuip met geen enkel stadion is te vergelijken. Ik ben er in een hoop ge-weest, net weer bij Lazio in Rome. Ook mooi, maar De Kuip die het ergens mee oneens is, blij is of verdrietig, nergens is het zo als daar, zelfs niet in Engeland.

En de supporters willen overal bij zijn, die lotsverbondenheid gaat heel ver. Kijk, een Ajax-supporter zegt op zondag: ik ga naar Ajax.

Een Feye-noorder zegt: ik ga naar De Kuip. Dat is een simpel zinnetje, maar maakt een significant verschil. Ik ben helemaal geen Feyenoord-supporter, maar ik heb het in weinig stadions zo heftig meegemaakt als in De Kuip.”

Wat is Lourdes aan de Maas precies voor boek?

“We zijn eraan begonnen toen Arne Slot begon bij Feyenoord.

De zoveelste trainer die iets wilde veranderen bij de club, terwijl Feyenoord met al die stromingen, entiteiten en supporters zó ingewikkeld is. Michel zegt altijd dat iets veranderen bij Feyenoord is als een containerschip keren op zee. We hadden er dus niet veel vertrouwen in, al zag je op het veld al snel dat Slot écht iets probeerde te bewerkstelligen. We zijn alles gaan bijhouden en Michel heeft dat afgezet tegen het verleden van de club om een beeld te schetsen van hoe ingewikkeld Feyenoord is. Hij is de schrijver van het boek en heeft de structuur bepaald, ik heb hem ondersteund. Wat maakt de club nou zo lastig en tegelijkertijd zo mooi dat zoveel mensen er helemaal weg van zijn? Het is een soort zoektocht geworden waarin heden en verleden door elkaar lopen met tussendoor nog een minibiografie van Fred Blankemeijer. Hij heeft De Kuip gebouwd zien worden, het elftal van 1970 bij elkaar gescout en nog allerlei functies bij de club vervuld. Dat allemaal bij elkaar in een pan gegoten maakt het een leuk en apart boek. Het is ook leuk voor niet-supporters van Feyenoord die zich afvragen wat voor gekke club dat is. Zo krijg je wel een beeld, er staan krankzinnige dingen in uit het verleden.”

‘Ik ben hetero, maar als je zo naar Graziano Pellè zat te kijken dacht je ook bijna van... Wát een verschijning’

Een boek van Michel van Egmond is een garantie voor de jackpot, nu staat ook jouw naam op de cover. Wat ga je met de binnenstromende tonnen doen?

“Tonnen?! Haha, laat mijn vrouw dit maar niet lezen dan. Nee, je krijgt een deel van de opbrengst naar ratio van wat je hebt gedaan en nogmaals, bijna al het werk is van Michel. Ik heb wel geholpen, hem gevoed en stukjes gemaakt vanuit de trainingskampen bij buitenlandse reizen. Ik ben de sous-chef, hij de échte chef, de Sergio Herman (Van Egmond imiteert Herman regelmatig in hun podcast, red.). Wel echt leuk om zo’n proces te zien ontstaan. Ik ben een stukjesschrijver, leef bij de waan van de dag. Als Feyenoord in Rome speelt, ga ik mee en beoordeel ik de wedstrijd.

Michel heeft de helikopterview om die hele brij aan informatie in een boek te proppen en als je dat dan zo mooi kan opschrijven als hij, vind ik dat bewonderenswaardig. Echt knap.”

Wat een valse bescheidenheid!

Jij hebt het standaardwerk Pellé spreekt geschreven. Duizend vragen aan Graziano Pellè.

Lourdes aan de Maas is vast mooi, maar jij gaat je eerste boek nooit overtreffen.

“Dat is waar, kun je nagaan. Pellè spreekt, ja, dat was wat. Hij had al een paar keer gezegd dat ik een boek over hem moest schrijven. Tuurlijk, je bent net begonnen bij Feyenoord, wat heb jij nou te melden, dachten we toen nog.

Maar via zijn agentschap kwam dat terecht bij VI-hoofdredacteur Johan Derksen, die zag er wel brood in en ik moest dat regelen. In drie maanden tijd moest het uit de grond worden gestampt. Duizend vragen aan Pellè, die iedereen kon insturen. Was nog een hele onderneming, al was het vraag-antwoord, dat is niet zo ingewikkeld. Een lopend verhaal maken zoals Michel doet, met steeds weer een andere invalshoek en dat honderden pagina’s lang, is wel even iets anders. Maar het was leuk om te doen. We gingen altijd lunchen en wie wil dat nou niet met Pellè? Ik ben hetero, maar als je zo naar hem zat te kijken dacht je ook bijna van... Wát een verschijning.”

Toch is het gek. Pellè heeft maar twee jaar voor Feyenoord gespeeld, ik kan zo vijftig spelers opnoemen die een boek meer verdienen.

“Natuurlijk, maar ook dat is misschien wel Feyenoord. Liep er opeens een model tussen jongens als Jordy Clasie en Bruno Martins Indi met zijn haartjes in een scheiding waar heel Rotterdam op een gegeven moment mee liep. Feyenoorders vinden dat leuk, een buitenbeentje die zijn grote mond waarmaakt.”

Ik ben zo geobsedeerd door Feyenoord dat ik het boek nog gelezen heb ook. Vraag me niet waarom, maar er is me vooral bijgebleven dat Pellè liever witte dan rode pastasaus eet. Jij schrijft altijd over voetbal, heb je het opeens over dat soort dingen. Hoe was dat voor jou?

“Ik vond het schitterend. We spraken af om drie of vier keer in de week te lunchen, zaten we steeds in een ander Italiaans restaurant. En dan maar zoveel mogelijk vragen afvuren. Hij kon weleens uitweiden, dus dat was een flinke klus. Ik heb me scheel gegeten aan Italiaans in die weken. Hij blééf maar bestellen. Hadden we het toetje gehad, al die aperitiefjes weggeharkt en dan kon ik echt niet meer. Maar dan zei hij: Alore. Hij had er nooit genoeg van om over zichzelf te praten, bleef maar doorgaan. Diep in mijn hart vond ik dat wel mooi, zo was hij gewoon. Ik heb een zwak voor dat soort types.”

De nieuwe Panorama ligt nu in de winkel en is hier te bestellen.

Moet ik er voor de lezers even bij zeggen dat Feyenoord over twee uur tegen Sparta speelt en we hebben afgesproken in een horecagelegenheid bij De Kuip, maar we waren nog niet binnen of je werd al op je schouders geslagen door liefhebbers van jullie podcast en moest op de foto. Een paar jaar geleden werd je nog geboycot door de Feyenoordselectie, het kan verkeren...

“Kritiek interesseert me niet en het maakt me ook niks uit wat mensen van me vinden, maar ik ga liever op de foto met ze, dan dat ik hoor dat ik dood moet. Dat is ook weleens gebeurd, maar alleen op internet. Op straat hoor je weleens ‘klootzak’ of zo, maar dat is op de vingers van één hand te tellen. Zo zie je maar dat er een groot verschil is tussen de werkelijkheid en online. Eerst zagen mensen me op tv bij Veronica Inside in vijf minuten uitleggen wat er slecht ging bij Feyenoord, in die podcast heb ik anderhalf uur de tijd. Ik hoor nu best vaak: Zo’n grote, zure lul is het niet. Grappig eigenlijk.”

Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.

Sport
  • Ivo van der Bent