Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Hans Kazàn: 'Ik had allang dood moeten zijn'

Hans Kazàn: 'Ik had allang dood moeten zijn'

In maart 2023 tikt Hans Kazàn de 70 aan. Althans, dat hoopt de goochelende illusionist met wie generaties zijn opgegroeid. Na de afgelopen zenuwslopende maanden waarin hij doodziek was, gaat Kazàn er niet van uit dat hij hoogbejaard wordt. “Ik ben straks 70, maar als ik 75 word, ben ik al heel blij.”

Hans, wat zijn wij blij om tegenover je te kunnen zitten. Want het zag er eerder dit jaar toch wel anders uit…

“Inderdaad ben ik behoorlijk ziek geweest de afgelopen tijden. Het heeft lang geduurd en het was een lange, donkere tunnel met weinig lichtjes. Het begon allemaal met overgeven. Eén dag overgeven is nog wel te doen, twee dagen is vreselijk en na drie weken ga je helemaal kapot. Drie weken met een plastic teiltje onder m’n arm, het was niet te harden. Van ’s morgens vroeg tot midden in de nacht was ik echt kotsmisselijk en moest ik zeker drie, vier keer per uur overgeven. Er kwam ook niks meer uit. Niemand wist de oorzaak, ze konden niks vinden.”

Wat zal dat vermoeiend zijn geweest.

“Slopend was het. De energie die ik erbij verloren ben, die mis ik nog een beetje. Ik voel me wel weer helemaal oké, want de misselijkheid en narigheid zijn weg, maar ik voel me nog wel een batterij die leeggelopen is. Ik moet weer een beetje aansterken.”

Je oogt gezond en fit.

“Ik ben ook weer helemaal aan het werk, maar ik moet voorzichtig aan doen. Vroeger deed ik twee, drie optredens op een dag, dat zit er niet meer in. Ik doe er eentje per dag en Wendy gaat vaak met me mee, dus dan rijdt zij. Dat scheelt veel energie. Als ik klaar ben met optreden, laat ik mij heel luxe in de auto zakken en rijden we met z’n tweeën terug. Dat geeft een heleboel steun.”

Jullie wonen in Spanje. Voelde je je in goede handen daar toen het zo slecht met je ging?

“De medische zorg in Spanje staat op een heel hoog peil. Ze zijn erg goed en ik heb er het volste vertrouwen in. Ik woon er ook al meer dan twintig jaar, dus ik weet uit ervaring dat ze goed zijn. Maar ik heb echt honderden, zo niet duizenden mailtjes gekregen van mensen met tips. De één had een tante die ook misselijk was, de ander had een oom met een stuk dooie darm. Je kon het zo gek niet bedenken. Maar veel mensen riepen ook dat ik maar gauw naar Nederland moest komen omdat de ziekenhuizen in Spanje zo slecht zouden zijn. Nou, dat is dus echt niet zo, dat valt heel erg mee. De ziekenhuizen die ik heb meegemaakt, waren allemaal erg professioneel.”

Heb je in de zwartste dagen van je ellende op enig moment gedacht: ik ga dood?

“Ja. Dat heb ik wel heel even gedacht. En ik niet alleen, Wendy zat er ook heel erg mee. Dat kwam doordat ik me zó ellendig voelde dat ik niet meer wist wat ik moest doen. Ik smeekte de medici om me iets te geven tegen de misselijkheid. Dan kreeg ik weer iets ingespoten, maar dat hielp niks. Het was echt een lange, donkere gang. Heel donker en vooral onzeker. De onzekerheid nekt je ook. Niemand wist wat er precies aan de hand was, er konden duizend oorzaken zijn voor deze verschijnselen. Ga daar maar eens naar zoeken...”

Waar dacht je zelf aan?

“Misschien toch wel een of andere enge ziekte. Een eng gezwel, een soort van kanker, wist ik veel. Ze hebben het ook allemaal onderzocht. Er zijn scans van mijn hoofd gemaakt en van mijn hele lichaam. Elke keer kwam dan weer het goede bericht: u heeft geen kankergezwel hier, en niks engs daar. Dat was fijn, maar wat dan wel? Die onzekerheid brak me op een gegeven moment op, waardoor me het gevoel bekroop: zou ik hier ooit wel uitkomen? En: is dit dan het einde van Hans Kazàn? Ik dacht: jezus, daar heb ik helemaal geen zin in, want ik vind het nog veel te leuk. Maar dan moet ik niet zo misselijk zijn.”

Heb je veel gehuild?

“Niet zoveel, maar er waren wel momenten dat ik dacht: stel je voor dat ik hier echt de pijp uit ga… dan laat ik Wendy alleen achter. De kinderen redden zich allemaal wel, die zijn zelfstandig en gaan allemaal goed. Maar ik vind het niet leuk om Wendy alleen achter te laten. Dat zou ik vreselijk vinden. Op een gegeven moment zal dat wel gaan gebeuren, ik ben natuurlijk een stukje ouder dan zij. Maar daar had ik nog even geen zin in. Daar word ik nou verdrietig van. Niet van het afscheid nemen of van het feit dat ik doodga, dat wil ik nog wel duidelijk zeggen. Want dat ik doodga, dat weet ik. Iedereen gaat een keer dood. Daar heb ik nog mazzel mee, ik ben bijna 70! Er zijn zoveel mensen die al veel jonger weg moeten, doodgaan en hun familie achterlaten. Natuurlijk is dat niet leuk, maar dat is nou eenmaal zo. Doodgaan moet je accepteren. Maar je laat ook mensen achter en dát maakt me verdrietig.”

Heb je een streefleeftijd?

“Natuurlijk denk ik daar weleens over na. Maar kijk, ik heb natuurlijk nogal wat kwaaltjes in mijn lichaam zitten. Wendy zegt altijd: Je zit al in je reservetijd. Eigenlijk had ik allang dood moeten zijn. Wat ik allemaal aan kwaaltjes heb, daar praat ik nooit over, want daar heb je niks aan, maar ze zijn bijzonder serieus. Ik ben straks 70, maar als ik 75 word, ben ik al heel blij. Maar 80 zou ik ook leuk vinden, hoor. Zolang het geestelijk goed blijft, én ook lichamelijk.

Want elke vorm van aftakeling is niet fijn. Dat wil je niet. Ik wil zijn zoals ik nu ben. Ik voel me niet 70. Ik wil leuke dingen doen en die dóé ik ook, want ik heb heel leuk werk. Ik kan heen en weer reizen, ik kan onderweg zijn, ik kan lezingen geven en ik kan optreden: ik kan van alles. Ja, dat wil ik graag nog een tijdje volhouden. En daar is gezondheid voor nodig. Een bekende uitspraak is ook van toepassing op mij: een gezond mens wil wel duizend dingen, maar een ziek mens wil maar één ding: beter worden. Maar als je gezond bent, loop je niet de hele dag te dansen van: tralalala, wat ben ik blij dat ik gezond ben. Gezond zijn vind je heel normaal en je gaat gewoon maar door. Pas als je ziek bent, denk je: verdómme, ik wil beter zijn. Ik wil me goed voelen en weer genieten van de dingen om me heen. Ook al zijn het maar de kleine dingen. Gelukkig is dat nu weer zo. Dus op dit moment zit hier een blij mens.”

De nieuwe Panorama ligt nu in de winkel en is hier te bestellen.

Zonder dat het een uitgebreid medisch interview wordt: een van jouw kwaaltjes is de ziekte van Dupuytren, waarbij het bindweefsel in je hand verandert. Funest voor iemand die z’n geld verdient met vingervlugheid?

“Dat is inderdaad heel ellendig.

Het gaat er ook niet supergoed mee. Als ik mijn handen op tafel leg, zie je dat mijn vingers niet plat op tafel kunnen. Dat komt doordat alle pezen in mijn handen zijn vergroeid, waardoor mijn vingers krom staan. Heel veel goocheltechnieken kan ik daardoor niet meer. Dat heb ik overigens al zowat mijn hele leven. Sinds mijn twintigste werd ik al iedere vijf jaar geopereerd, totdat ik ongeveer een jaar of 60 was. Toen vond ik het wel genoeg geweest. Ik besloot te gaan leven met die kwaal en me aan te passen waar nodig. Met bepaalde technieken heb ik me aangepast aan de handicap, en daar doe ik het nog steeds mee. Als ik mijn vingers zo in de lucht beweeg, lijkt het allemaal nog fantastisch te gaan, maar het is een stuk moeilijker dan vroeger en bepaalde technieken voor trucs beheers ik gewoon niet meer. Maar voel ik me er naar onder of ben ik er verdrietig van? Nee, helemaal niet. Het belangrijkste is dat ik erbij kan praten.”

Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.

Entertainment
  • Ivo van der Bent