Even, om te beginnen, de grootheid van Bruce Lee ter illustratie: hij werd door het toonaangevende Time Magazine genoemd tussen de honderd meest invloedrijkste mensen van de twintigste eeuw.
En in LA en Hongkong staat een levensgroot standbeeld van de karateka, wat nog steeds bedevaartsplekken zijn voor al zijn volgelingen. Want zo kun je zijn fans wel noemen, volgelingen, omdat hij niet alleen geroemd werd om zijn geweldige karatetechniek in de films waarin hij speelde en die hij maakte; zijn hele verschijning was en is een inspiratie voor miljoenen.
Legendarisch is een interview in de Pierre Berton Show uit 1971 die naar zijn geheim vroeg. “This is what it is, ok?” zegt Bruce met priemende ogen. “Empty your mind... be formless, shapeless, put water in a cup and it becomes the cup. Put water in a bottle and it becomes the bottle. Put water in the teapot, it becomes the teapot. Water can flow or it can crash.
Be water, my friend...”
Hij laat de interviewer sprakeloos met zijn woorden en zijn mysterieuze blik. Geheel in de lijn van zijn leven kleeft aan dit interview een bijzonder verhaal.
Het werd gefilmd in 1971, maar raakte verloren voordat het uitgezonden kon werden. In 1994 vonden de makers de tape terug in een archief en zonden het uit onder de naam Bruce Lee: The Lost Interview. De opname is ook van grote historische waarde omdat de karategrootheid zelden interviews gaf.
Kungfukoning
Wie was Bruce Lee? De kungfukoning was een Chinees-Amerikaan die op 27 november 1940 – in het jaar van de draak volgens de Chinese astrologie – het levenslicht zag. Hij kwam op de wereld in de wijk Chinatown in San Francisco tussen 6 en 8 uur, wat weer het uur van de draak is. Niks is toeval, lijkt het in het geval van Bruce Lee. Zijn ouders, woonachtig in Hongkong en als opera-acteurs op tournee in Amerika, waren niet bij de geboorte aanwezig omdat ze moesten optreden. In zijn eerste levensuren ontstond al het eerste mysterie: zijn ouders hadden hem de naam Lee Yun Fan gegeven. Echter, de Amerikaanse verpleegster in het ziekenhuis had een heel andere naam laten noteren: Bruce Lee. Waarom, dat is een raadsel.
Nadat hij op 13-jarige leeftijd total loss werd geslagen, besloot Bruce Lee kungfulessen te gaan volgen
Bruces moeder was bijgelovig, zoals veel Aziatische vrouwen, en veranderde zijn naam opnieuw om hem te beschermen tegen de invloed van Chinese demonen. Ze gaf hem merkwaardig genoeg de meisjesnaam Sai Fon, wat ‘kleine feniks’ betekent. In de familie was al een jongen op vroege leeftijd gestorven en ze gaven daarom aan hun twee zonen meisjesnamen, om de demonen in verwarring te brengen. Toch gingen zij later door het leven als Peter en Robert. Bruce had ook twee zussen: Phoebe en Agnes. Bruce Lee – dit werd zijn latere artiestennaam – trad al snel in de voetsporen van zijn vader Lee Hoi Chuen, die naast operazanger ook filmacteur was. De eerste film waarin de latere karateka optrad was Golden Gate Girl uit 1941. Veel hoefde hij nog niet te doen, want hij was nog maar een baby van 1 jaar oud. Negen jaar later, in 1950, speelde hij samen met zijn vader in de film Kid Cheung, gebaseerd op een stripfiguur. Het was zijn eerste hoofdrol. Bruce was amper 18 jaar toen hij al in twintig Chinese films had gespeeld. Voor de goede orde: in geen van de films was een karateka te bekennen; er was nog op geen enkele manier sprake van een zogeheten martialartsfilm: het genre waarmee hij later wereldberoemd zou worden.
Natuurtalent
Eigenlijk heeft Bruce Lee de basis voor zijn vechtfilmcarrière op straat gelegd.
Zijn woonplaats Hongkong, waar hij opgroeide, was het decor van nietsontziende straatbendes. Lee werd ook lid van zo’n bende, met de naam Tigers of Junction Street. Op 13-jarige leeftijd raakte hij betrokken bij een hels gevecht waarbij de jonge straatkat volledig total loss werd geslagen. Dit was het moment waarop Bruce Lee besloot kungfulessen te gaan volgen. Hij bleek een natuurtalent die zo goed was dat veel andere jongens niet tegen hem wilden vechten. In 1957 pakte hij zijn eerste grote vechtsporttitel: hij werd kampioen tijdens de Hongkongse amateurbokskampioenschappen.
In de tussentijd bekwaamde hij zich ook in de chachacha. Ook hiervoor bleek hij de juiste genen te bezitten en hij won in Hongkong diverse grote wedstrijden. De lenigheid die hij van het dansen kreeg, kwam hem goed van pas bij zijn grote ambitie: vechtfilms maken. Hij zou een van de meest iconische Aziatische filmsterren aller tijden worden en misschien wel de beste vechtsporter die de wereld ooit heeft gekend. Maar hij is vooral de man met een indrukwekkend levensverhaal. Sowieso was hij ’s werelds beroemdste ambassadeur van de oosterse vechtsport. Bruce Lee was een fenomeen, op heel veel vlakken.
Toen Lee de volwassen leeftijd van 19 jaar bereikte, verliet hij Hongkong. De wil van zijn ouders, die alle vechtpartijen op straat beu waren. Hij wilde in Amerika carrière maken en belandde in Seattle, Washington, waar hij, hoe kan het ook anders, in een Chinees restaurant ging werken. Intussen deed hij de opleiding toneeldrama aan de Universiteit van Washington en gaf daar kungfulessen aan medestudenten. Een van zijn leerlingen was Linda Emery, op wie hij op slag verliefd raakte. Ze trouwden, kregen een dochter en een zoon, die net als zijn vader jaren later als acteur aan de weg zou timmeren. Heel tragisch, en helaas passend bij het turbulente leven van Lee, stierf zijn zoon Brandon in 1993 tijdens de opnames van de film The Crow door een rondvliegende kogel.
De reden van zijn overlijden? Bijgelovige zielen stelden dat er een vloek op zijn familie rustte en dat demonen hadden toegeslagen
Klassiekers
In Amerika kreeg de jonge Lee zijn eerste toneelrollen en al gauw viel zijn ongekende dans-, vecht- en acteertalent op. Filmproducent William Dozier zag hem toevallig aan het werk en bood hem direct een rol aan in de speelfilm The Green Hornet. Dat was het startschot van een imposante filmcarrière. Nadat hij werd afgewezen door filmmekka Hollywood besloot hij vier martialartsfilms te maken in Hongkong, waarbij de rolprenten Enter the Dragon en The Way of the Dragon, uit respectievelijk 1971 en 1973, regelrechte klassiekers werden.
Vooral liefhebbers van oosterse gevechtskunsten aanbaden de jonge filmster, ook omdat hij een inspirerende vechtsportfilosoof bleek. Hij ontwikkelde een aparte vechtfilosofie en -stijl, die hij Jeet Kune Do noemde. Hij ontdekte dat traditionele vechtstijlen en technieken te stug en te strak waren voor de echte wereld van straatgevechten en streefde naar een ‘stijl zonder stijl’. En hij was een groot inspirator door zijn toewijding aan sport.
Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.
- ANP, BrunoPress