Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
De slag om de soepketel (en andere bizarre oorlogen)

De slag om de soepketel (en andere bizarre oorlogen)

Of je het nou een oorlog, invasie of speciale vredesmissie noemt, internationale conflicten hebben doorgaans een vrij voorspelbare oorzaak: grondstoffen, politieke machtsspelletjes, religie of een doorgeslagen dictator. Maar soms is de aanleiding zo bizar dat het conflict een plek in dit artikel verdient. Want wie gaat er nou oorlog voeren om een soepketel of een doodgeschoten varken?

De Paardenoorlog (532 na Christus)

Justinianus is een populaire keizer die vrij vertaald ‘Make Rome Great Again’ als lijfspreuk heeft. Dat hij met een ‘schaamteloze’ prostituee is getrouwd, maakt hem alleen maar geliefder. Justinianus draagt geen rode honkbalpetjes, maar snapt wel wat Het Volk wil: brood en spelen.

In zijn woonplaats Constantinopel (tegenwoordig Istanbul) is het wagenrennen volksport nummer 1. Bij de felle strijd tussen twaalf renwagens, elk aangedreven door vier paarden, is bijna alles toegestaan. De twee sterkste ‘renstallen’ in Constantinopel zijn de Blauwen en de Groenen. De rivaliteit tussen Ferrari en Red Bull is er niks bij. Er vallen regelmatig doden in het hippodroom, zowel op de baan als in het publiek. Maar Justinianus zorgt er in het jaar 532 onbedoeld voor dat de aartsrivalen de handen ineen slaan. De keizer heeft namelijk hooligans van zowel het blauwe als het groene kamp ter dood veroordeeld. Beide partijen zijn ziedend. In plaats van ‘Hup Blauw’ of ‘Grooooen!’ scanderen ze nu eensgezind ‘Nika! Nika!’ Het betekent zoiets als: ‘We gaan net zo lang door totdat je die gevangenen vrijlaat, keizertje!’

Wanneer Justinianus de race laat stilleggen, stormen de woedende fans de straat op. Het blijft niet bij wat gesneuvelde winkelpuien. Na een dagenlange orgie van geweld ligt half Constantinopel in puin en as. Wanneer zijn keizerlijk paleis omsingeld wordt, wil Justinianus het hazenpad kiezen, maar zijn omstreden echtgenoot haalt hem over om terug te slaan... Het plan is even simpel als meedogenloos. Met een smoes worden de oproerkraaiers het stadion ingelokt en door de Keizerlijke Garde aan het zwaard geregen. In plaats van Groen of Blauw kleurt het hippodroom rood van het bloed. Ongeveer 30.000 inwoners worden afgeslacht. Sindsdien juicht men gewoon weer voor de keizer...

De Oorlog om het Oor (1739-1748)

Maart 1738, Londen. Er speelt zich een merkwaardig tafereel af in het Britse Lagerhuis. Een zeevaarder genaamd Robert Jenkins wordt door de gangen van het parlementsgebouw geleid. In een achterkamertje laat hij aan politici zijn afgesneden oor zien. Dit is het werk van brute Spaanse kapers voor de kust van Florida. De boodschap is duidelijk: kijk eens waartoe die vermaledijde Spanjolen in staat zijn! En ja, Engeland verklaart Spanje de oor-log... Natuurlijk spelen er ook andere motieven mee zoals handelsroutes en het recht om slaven te verkopen, maar Jenkins’ getuigenis wordt gezien als de oorzaak van het slepende conflict waarbij duizenden slachtoffers zullen vallen. Zo blijkt maar dat politici altijd wel oren hebben naar een conflict.

De Keteloorlog (1784)

In de achttiende eeuw leeft de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden ook voortdurend op voet van oorlog. Onder andere met het machtige Heilige Roomse Rijk dat pakweg het gebied dat nu België is heeft ingelijfd. Tot frustratie van deze machtige zuiderburen is Antwerpen afgesloten voor scheepvaart, waardoor alle handel via de Republiek moet verlopen. Keizer Jozef II is daar niet happy mee en besluit de boel te provoceren. Hij stuurt drie handelsschepen de Schelde op, richting Antwerpen. Bij het Zeeuwse Saeftinghe komt het konvooi de Nederlandse vloot tegen. Ze worden uiteraard gesommeerd om rechtsomkeert te maken. Wanneer de kapiteins dat weigeren lost het Hollandse schip Dolphyn een waarschuwingsschot. De kanonskogel schampt het dek van de Louis en treft een soepketel. Alhoewel iedereen ongedeerd blijft, keren de schepen meteen om. De provocatie heeft gewerkt. De keizer grijpt het onbenullige incident aan om Nederland de oorlog te verklaren. De ‘Keteloorlog’ blijkt gelukkig een bloedeloze strijd en een jaar later is de vrede alweer getekend. De Schelde blijft trouwens gesloten. Het is dus de vraag of die soepketel voor niks is gesneuveld.

De Gebakjesoorlog (1832-1880)

In de beginjaren van de Mexicaanse onafhankelijkheid zijn onlusten en schermutselingen aan de orde van de dag. In 1832 slaat de vlam in de pan in Tacubaya. Mexicaanse officieren hebben de buitenwijk van Mexico-stad in de as gelegd. Talloze winkels zijn geplunderd, waaronder de patisserie van ene monsieur Remontel. Als buitenlander kan de banketbakker wel fluiten naar een schadevergoeding van de regering. Dan maar een briefje sturen naar de Franse koning Louis Philippe... Remontel wil 60.000 pesos vergoeding, terwijl zijn bakkerij nog geen fractie daarvan waard is. Algauw trekken ook andere Franse ondernemers aan de bel. De koning belooft dat zijn gedupeerde onderdanen worden gecompenseerd... Door Mexico wel te verstaan.

Wanneer de Mexicanen dit weigeren, stuurt Louis Philippe in 1838 een oorlogsvloot de oceaan over. Maandenlang worden havens bestookt. Wanneer de Mexicanen nog steeds niet over de brug willen komen, volgt een Franse invasie... Pas in 1880, wanneer de Franse monarchie al is afgeschaft, begraven de twee landen de strijdbijl. Bijna een halve eeuw en 50.000 slachtoffers verder is de ‘Gebakjesoorlog’ eindelijk voorbij. De banketbakker heeft nooit een rooie cent schadevergoeding ontvangen.

Frankrijk valt Mexico binnen. Reden: een geplunderde patisserie.

De Varkensoorlog (1859)

Zolang er grenzen bestaan, worden er oorlogen over gevoerd. Halverwege de negentiende eeuw is er gesteggel over de landsgrenzen van de Verenigde Staten en Canada (toen nog Brits grondgebied). Het is grotendeels een kaarsrechte lijn, maar er zijn wat knelpunten. In het westen loopt de grens dwars door San Juan, een eilandengroepje tussen Vancouver en Seattle. Britten en Amerikanen wonen er op gespannen voet naast elkaar.

De nieuwe Panorama ligt nu in de winkel en is hier te bestellen.

Dat blijkt wel wanneer op een dag in 1859 een varkentje van een Britse boer zich naar het Amerikaanse gedeelte begeeft. Daar doet het zich tegoed aan wat aardappelen uit de tuin van Lyman Cutlar. De Amerikaan pikt dat niet en schiet het varken zonder pardon dood. De Britse varkensboer eist een compensatie maar Cutlar wijst hem de deur. De boel wordt verder op scherp gezet wanneer Britse officieren de Amerikaan, op Amerikaanse bodem, willen arresteren. Het Amerikaanse leger trommelt meteen 500 infanteristen op. Hierop sturen de Britten vijf oorlogsschepen met 2000 manschappen. De Britse gouverneur geeft zelfs het bevel om aan te vallen. Gelukkig weigert de Britse admiraal dit. Hij heeft geen zin om een oorlog tussen twee grootmachten te ontketenen omwille van ‘een ruzietje over een varken’. Het loopt met een sisser af en het varken blijft het enige slachtoffer van de ‘Pig War.

Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.