Het is november 1972 als de Surinaamse drugsdealer August Loswijk met 30 kilo hasj en 4 kilo heroïne de deur van zijn woning Echtenstein 543 in de Bijlmermeer achter zich dichttrekt. Hij heeft een afspraak met iemand die de drugs van hem zal kopen. Straatwaarde: 54.000 gulden.
Niet dat hij veel thuis is: August Loswijk (27) leeft en werkt op straat. En wel als ripper, een van de eerste rippers in Amsterdam – nog voordat ‘rippen’ een werkwoord zal worden.
Loswijk – in 1945 geboren te Paramaribo – woont sinds 1967 in Nederland en is sindsdien een bekende van de politie. Want talentvol is hij bepaald niet: doorgaans wordt hij opgepakt voordat hij de buit heeft kunnen consumeren of doorverkopen. Zo bindt hij in 1969 een man op diens hotelkamer in de Nieuwebrugsteeg vast op een stoel en gaat er met enkele waardevolle spullen en 3500 gulden vandoor. Om de hoek wordt hij aangehouden.
Misschien daarom wel probeert hij nu iets nieuws: de 30 kilo hasj en 4 kilo heroïne die hij bij zich heeft zijn nep. En zijn opzet slaagt wonderwel, de koper stinkt erin. Die koper, de Bulgaarse crimineel Bogamil Krantcharov, werkt in opdracht van ‘Witte Wolf ’, een homoseksuele miljonair uit Parijs. En die is niet blij als Krantcharov thuiskomt. Dus stuurt Witte Wolf hem terug naar Nederland. Loswijk krijgt nog de kans het goed te maken, maar die is eigenwijs en levert opnieuw nepdrugs. De acht kogels die de Bulgaar op hem afvuurt, zijn wel echt. Loswijk sterft aan de voet van de Echtenstein-flat. Het is de derde moord in de Bijlmermeer – kortweg Bijlmer, nu Amsterdam-Zuidoost – en de eerste dodelijke ripdeal. Maar bepaald niet de laatste.
Dubbele roofmoord
De bedoelingen met de Bijlmer waren goed. De wijk is in de jaren 60 gebouwd voor grote gezinnen, maar omdat de ‘honingraadflats’ slecht gebouwd zijn en de binnenstraten unheimisch, kiest men toch vaak liever voor Almere, Purmerend of Lelystad. Ook al omdat de huren in de Bijlmer hoog zijn. In 1973 – vijf jaar nadat de eerste bewoner de sleutel van de voordeur in ontvangst heeft genomen – staat een kwart van flat Gliphoeve leeg. De woningen vertonen gaten en scheuren, de binnenmuren bewegen.
Een jaar later is dat kwart gekraakt. Vooral door Surinamers, die zich tot de aanstaande onafhankelijkheid van Suriname in 1975 nog vrij in Nederland kunnen vestigen. Maar ook door autochtone verslaafden, die elders in de stad uitgekotst zijn.
De Bijlmer is een getto geworden. 1975 is ook het jaar waarin bedrijfsleider Quirinus van Dijk en zijn dochter worden vermoord.
De 22-jarige in Indonesië geboren Johnny S. heeft nog maar 1,25 gulden en denkt te weten hoe hij dat bedrag kan aanvullen. Hij heeft ooit voor supermarkt Simon de Wit gewerkt en weet waar zijn toenmalige filiaalchef Van Dijk woont. Hij is weleens bij hem thuis geweest en weet ook waar Van Dijk de sleutels van zijn winkel opbergt.
Gewapend met een mes en het vuurwapen dat hij van Durango N. (42) heeft gekregen, belt hij aan bij Van Dijk aan de Kempering 207. Meteen nadat is opengedaan, verwondt hij de echtgenote van de filiaalchef, bindt hun 6-jarig zoontje vast op bed, eist de sleutel van de kluis en zet die eis kracht bij door het 8-jarige dochtertje Patricia met vier steken te doden. En daarna Quirinus van Dijk zelf. Met veel meer messteken. De echtgenote en haar zoontje weten te ontsnappen, maar S. heeft de sleutels gevonden, gaat naar de winkel en leegt de kluis: 15.000 gulden. Dan gaat hij naar zijn woning, waar de politie al op hem staat te wachten. Mevrouw Van Dijk had hem herkend.
S. was een van die probleemfiguren die in de Bijlmer een woning had gekraakt. De dubbele roofmoord is van een gruwelijkheid die Amsterdam nog niet eerder gezien heeft. En dan te bedenken dat S. het hele gezin had willen uitmoorden. Een week na de berechting van S. (hij krijgt twintig jaar) zegt de Amsterdamse rechtbankpresident mr. Asser tijdens de behandeling van enkele straatroven dat de opzet van de Bijlmer criminaliteit uitlokt, met die binnenstraten en parkeergarages ver van de flats gelegen. De straatroven nemen in aantal dan ook snel toe.
In 1977 komt de 13-jarige Clifford Goeders met zijn moeder, maar zonder vader, uit Suriname naar Amsterdam. Ze nemen hun intrek in flat Gliphoeve. Als Clifford van huis gaat en moeder hem vraagt waar naartoe, zegt hij: “Mama, ik ga nergens.”
Als hij maar niet gaat stelen, waarschuwt ze: “Wat zou je zeggen als iemand mijn tas zou afpakken en mijn uitkering zit erin?” Vier jaar later heeft haar zoon echter al tientallen straatroven op zijn naam staan.
Stewardess Annemiek S. woont al jaren in de Bijlmer als ze in begin 1981 op straat wordt overvallen; de daders worden niet gepakt. S. neemt een besluit: ze laat zich niet nog eens beroven. Ook niet door Clifford Goeders. Hij is het die in september 1981 met zijn vriend Stanley R. (17) op zoek gaat naar het volgende slachtoffer. Ze zien Annemiek S., bij de lift van flat Kruitberg. De jongens bedreigen haar met een mes. S. trekt daarop het vuurwapen dat ze sinds de eerste beroving bij zich draagt, een.22. Ze schiet eerst in de lucht, maar dat schrikt de jongens niet af. Dan gericht. Stanley R. vlucht, Goeders wordt tien uur later in de bosjes gevonden. Dood. Hij is dan net een halfuur 17 jaar. S. wordt ontslagen van rechtsvervolgingen: noodweer.
METEEN NADAT IS OPENGEDAAN, VERWONDT JOHNNY DE ECHTGENOTE VAN DE FILIAALCHEF, EIST DE SLEUTEL VAN DE KLUIS EN ZET DIE EIS KRACHT BIJ DOOR HET 8-JARIGE DOCHTERTJE PATRICIA MET VIER STEKEN TE DODEN. EN DAARNA VAN DIJK ZELF
Gebroken gezinnen
De opzet van de Bijlmer – de binnenstraten, de parkeergarages – is niet het enige probleem. De Bijlmer is vanaf het begin een wijk met een lage opleidingsgraad, hoge werkloosheid (onder jongeren) en met een bevolking die op verschillende terreinen wordt gediscrimineerd. Dat er veel Surinamers wonen, is ook een gevolg van het feit dat ze elders in de stad niet erg welkom zijn. Ja, alleen in pensions die door andere Surinamers worden gedreven. En in arme wijken wonen nu eenmaal verhoudingsgewijs meer daders en slachtoffers van moord en doodslag.
De dood van Clifford Goeders openbaart nog een groot probleem van de Bijlmer: eenoudergezinnen. In de misdaadstatistieken zijn jongeren uit gebroken gezinnen in het algemeen al sterker vertegenwoordigd dan jongeren die met twee ouders opgroeien. In de Bijlmer was en is dat nog sterker het geval.
En zo stijgt het aantal moorden in de Bijlmer tot dertien in 1995, ruim 26 procent van alle moorden dat jaar in heel Amsterdam, terwijl daar maar 10 procent van de bevolking woont. Bovendien: veel van de slachtoffers en daders van moorden die elders in Amsterdam worden gepleegd, zijn bewoners van de Bijlmer.
Zo wordt Ruben Benito Lynch uit de G-buurt in september 1995 doodgeschoten aangetroffen op de Theemsweg in Amsterdam-Noord. Motief: drugs.
Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.
- ANP en Stadsarchief Amsterdam