Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Amerika-correspondent Erik Mouthaan: 'Er komen meer Capitool-rellen!'

Amerika-correspondent Erik Mouthaan: 'Er komen meer Capitool-rellen!'

Erik Mouthaan is dit jaar de langstzittende Nederlandse correspondent in The Big Apple en bundelde zijn ervaringen in een boek: New York, de gedroomde stad. Wat typeert de inwoners, waar loop je tegenaan als je er als dertiger komt te wonen en in welke zin is Erik in vijftien jaar tijd zelf veranderd? “Ik ben heel erg gevallen voor die cultuur waarin je het beste uit jezelf moet halen. Nooit tevreden zijn met een zesje, maar altijd streven naar meer.”

Geboren in Leiden, maar daar zou het nooit eindigen…

“Als kind was ik nieuwsgierig naar andere werelden en dan met name Amerika. Dat is wat je zag op tv. Videoclips van Michael Jackson en Madonna kwamen daar vandaan, net als series als The Knight Rider en The A-Team. Bovendien waren die Amerikanen onze machtige beschermers ten tijde van de Koude Oorlog. De fascinatie voor Amerika zat er dus al vroeg in, al hoefde ik er niet per se met alle geweld naar toe. Andere delen van de wereld mochten ook best verkend worden. Door de scheiding van mijn ouders en doordat m’n vader ergens anders werk kreeg, ben ik in mijn jeugd heel vaak verhuisd. Een soort thuishonk heb ik dus nooit gehad. Toen ik in 1995 voor het eerst New York bezocht, voelde ik daar gek genoeg wel direct een connectie mee.”

Hoe was die allereerste dag?

“Ik ging er met een vriend heen en we stootten elkaar al snel aan bij het horen en zien van twee taxichauffeurs die fuck you tegen elkaar riepen. Uiteraard. We hadden zo’n dure tussenvlucht met Royal Jordanian Airlines, waarbij we eerst stopten op IJsland en een paar uur later landden op JFK Airport. Dat ligt in de wijk Queens, dus in plaats van wolkenkrabbers stuitten we op van die houten eengezinswoningen. Was dit nou het New York dat ik kende van televisie? Een lange metrorit later stapten we uit in de buurt van ons YMCA Hostel en raakte ik door alle hoge gebouwen en drukte meteen totaal de weg kwijt. Het was koud, het sneeuwde en ons was op het hart gedrukt op onze hoede te zijn vanwege de hoge misdaadcijfers in die tijd. Op naar het centrum, nam ik me voor.

Waar was dat? New York is allesbehalve een oude, Europese stad met gezellig een plein bij de kerk. Hier was alles ‘het centrum’. Na onze check-in stapten we een kledingwinkel in om spijkerbroeken te kopen en zongen we mee met What is Love van Haddaway dat uit de radio kwam. Het werd m’n eerste kennismaking met de directheid van New Yorkers. You know who sings this song, vroeg de verkoopster met een zeikerig stemmetje. Ja, ja, Haddaway! antwoordde ik enthousiast. Zij weer: Yeah, let him sing it!”

Welkom in New York…

“In het algemeen zijn New Yorkers wel een beetje zo. Vaak vriendelijk, maar wanneer dat niet het geval is ook meteen heel hard. Amerikanen, buiten New York iets meer dan daarbinnen, maken heel snel een praatje of een snelle opmerking, maar ik zag ook wel meteen dat het een volk is dat heel hard werkt. Mensen met van die verbeten blikken bij de Dunkin’ Donuts en zakenmannen in pak op Wall Street. Toen ik er in 2000 kort terugkeerde en in 2006 voor vast, zag ik dat opnieuw. Amerikanen, ik heb er heel erg aan moeten wennen. Ze houden van een kletspraatje, maar ze willen niet snel de diepte in. Dan doen ze pas als ze je wat beter kennen. Ik ervoer dat in het begin ook. Tja Erik, zeiden ze dan, we gaan niet investeren in een vriendschap als de kans bestaat dat je over drie jaar weer ergens anders woont. Pas toen mensen het idee kregen dat ik voor langere tijd bleef, kwamen dat soort diepere contacten meer van de grond. Over emoties praat men dus niet snel, behalve bij echte vrienden of de psycholoog, want iedereen is natuurlijk in therapie.”

Omschrijf die beginperiode op sociaal vlak eens.

“Ik was soms best eenzaam omdat ik alleen afsprak met collega’s of vrienden uit Nederland die een weekje overkwamen. Uiteindelijk leerde ik vanzelf nieuwe mensen kennen door naar sportscholen en feestjes te gaan, maar waar ik erg aan moest wennen waren de aparte beleefdheidsvormen die hier gelden. Yeah, sure, we should do coffee together bijvoorbeeld, om vervolgens nooit meer iets van ze te horen. Ik kon daar heel boos om worden. Waarom dan zoiets zeggen? Nieuwe vrienden maken op je 33ste is niet makkelijk, al hielp het wel dat deze stad vol zit met mensen die overal ter wereld vandaan komen om het hier ‘te gaan maken’. Daarmee deel je eenzelfde soort achtergrond. Ook scheelde het dat ik snel kon inburgeren qua taal. Ik had maar een licht accent, dus een enorme drempel was dat niet.”

Waar liep je in die beginperiode verder tegenaan?

“Ik woonde in een appartement in The West Village, dat ik door de enorm gestegen prijzen van de laatste jaren nu echt niet meer zou kunnen betalen. De wijk deed heel Europees aan, met kleine straatjes en bakstenen gebouwen die niet hoger waren dan maximaal zes verdiepingen. Een fijne plek om de overgang makkelijker te maken. Maar dan loop je een straat verder, dieper Manhattan in, en is alles anders. In mijn eerste zomer maakte ik de fout om op slippers naar de drogist om de hoek te gaan. Bij terugkeer waren mijn voeten niet alleen zwart, maar had ik ook een allergische reactie opgelopen. En de vele flessen half opgedronken appelsap op straat bleken achtergelaten urine.”

De nieuwe Panorama ligt nu in de winkel en is hier te bestellen.

Bah!

“New York is ronduit goor, zeker als je er met Nederlandse ogen naar kijkt. De stad brokkelt langzaam af, maar toch is het een plek die ik te vuur en te zwaard verdedig. Amerikanen doen dat ook, zelfs tegenover mij als ik bijvoorbeeld afgeef op ‘het systeem’. Dat vinden ze niet leuk. Kritiek kunnen ze hebben, maar op dat moment ben ik dan wel weer ‘die buitenlander’ die te gast is. New York is geweldig, maar het is ook een heel lastige plek om te wonen. Je moet geld hebben, met heel veel ongemak genoegen nemen, het kan viezig zijn en er zijn crazy people overal. Alleen we blijven, omdat het ’t waard is. En als je op een gegeven moment denkt: voor mij hoeft het allemaal niet meer, dan staan er 100.000 anderen klaar die maar wat graag jouw plek innemen.”

Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.

Entertainment
  • Richard Koek