Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
John DeLorean

John DeLorean: miljonair, technisch ingenieur, drugsdealer én oplichter

Een formidabele loopbaan in de auto-industrie maakte John DeLorean miljonair, maar de in 2005 overleden Amerikaan wilde méér. Hij droomde over het scheppen van een iconische auto, dankzij de Back to the Future-films is dat meer dan gelukt met de DMC-12. Maar de auto werd ook zijn ondergang. Het bizarre levensverhaal van een drugsdealer, zoon van een meppende alcoholist, vredestichter van Noord-Ierland én oplichter.

"Zou u een tweedehands auto van mij kopen?” vraagt John DeLorean in 1984 aan een journalist. Het is een retorische vraag. Niet lang daarvoor verkocht hij nog een soort Batmobile, maar nu krijgt hij nog geen Golfje van de hand, waarschijnlijk niet eens een pakje kauwgom. DeLorean is diep gevallen, verzopen in zijn eigen grootheidswaanzin. Het enige goede nieuws halverwege de jaren 80? Dat hij op vrije voeten is...

Zo rond 1970 heeft DeLorean zijn zaken uitstekend voor mekaar. Een uitstekende carrière in de auto-industrie heeft uiteindelijk geleid tot de één na hoogste positie bij het befaamde General Motors. Toch knaagt het. Van status heeft hij nooit genoeg en hij laat zich het liefst omringen door Hollywood-sterren, maar hoe comfortabel het pluche ook zit, DeLorean wil méér. Met zijn huidige functie oogst hij lof bij insiders, maar om een serieuze factor te worden in de autogeschiedenis is meer nodig. Véél meer en hij weet het. Het is een kwestie van tijd voordat hij de allergrootste baas is bij General Motors, toch is het moment aangebroken om verder te kijken. Hij wil terug naar hoe het ooit begon, naar het sleutelen aan auto’s. Uiteraard keert hij niet terug in een functie als monteur, nee, hij gaat zijn eigen auto bouwen. Een auto waarover de hele wereld zal spreken. Anno 2022 kunnen we stellen dat er ontzettend veel is mislukt in het leven van John DeLorean, maar met die eeuwige roem is het goed gekomen.

Pa aan de fles

DeLorean is het product van een Roemeense vader en Oostenrijkse moeder. Zoals meer Europeanen steken ze de oceaan over naar Amerika, om precies te zijn naar Detroit. Daar is aan het begin van de vorige eeuw een welige autoindustrie opgebloeid waar de banen dus voor het oprapen liggen. “Mijn vader, hij was de jongste in een boerengezin van dertien kinderen, kwam rond zijn 16de naar Amerika. Helemaal in zijn eentje,” reconstrueerde DeLorean jr. ooit.

1966. John DeLorean (rechts) is het mannetje bij General Motors.

“Hij vocht zijn weg omhoog via allerlei baantjes, zelfs als cowboy.”

Vader Zachary groeit uit tot een gewaardeerde kracht in de fabriek bij Ford, maar hij heeft altijd het idee dat hij meer in zijn mars heeft. “Dat frustreerde hem,” wist zijn zoon. Senior spreekt niet voldoende Engels om de werkvloer te kunnen ontstijgen, een promotie die sowieso niet is weggelegd voor Oost- Europeanen. Hij drinkt de frustraties van zich af, maar dat helpt uiteraard ook niet. Zijn relatie met de fles heeft zijn weerslag op die met moeder DeLorean. Het huwelijk raakt dermate verstoord dat ze met haar kinderen regelmatig het huis ontvlucht. Een ideale jeugd geniet kleine John zo niet. “Soms vertelde hij erover,” vertelde Johns zoon, die opmerkelijk genoeg dezelfde naam heeft als Johns vader: Zachary. “Op vrijdag kregen mijn opa en zijn maten altijd betaald. Dan gingen ze naar de lokale pub, om te drinken, maar ook om te vechten, het liefst met agenten. Dat vond mijn opa prachtig. Pa vertelde dat hij een alcoholist was en dat hij ook thuis geweld gebruikte.”

We kunnen dus moeilijk spreken van een rolmodel, tóch stapt John in de voetsporen van zijn ouweheer. Al heeft dat wel een lange aanloop. John gooit hoge ogen als ingenieursstudent, maar de studie wordt even onderbroken. Hij voert drie jaar lang zijn dienstplicht uit tijdens de Tweede Wereldoorlog. Vervolgens gaat hij eerst aan de slag als tekenaar, dit om zijn inmiddels gescheiden moeder financieel bij te staan. Na anderhalf jaar keert hij terug in de schoolbanken. In zijn studietijd heeft hij een ander bijbaantje: DeLorean verkoopt valse advertenties voor in het telefoonboek. En ook bij de eerste baan na zijn studie draagt hij nog geen overall. Hij verkoopt levensverzekeringen. Dat vindt hij net zo saai als dat het klinkt, maar hij heeft buiten het inkomen nóg een doel: zijn verlegenheid overwinnen. Dat lukt, maar als zijn oom hem na enkele maanden wijst op een vacature bij Chrysler, houdt DeLorean het binnen een jaar gezien in de verzekeringswereld.

Een jonge John.

Bij Chrysler volgt hij een interne opleiding, terwijl hij tegelijkertijd kennismaakt met diverse afdelingen op de werkvloer. Deze branche bevalt wél, na Chrysler wordt hij technicus bij Packard Motor Car Company, waar hij zich al snel opwerkt tot afdelingshoofd. Het bedrijf gaat failliet, maar DeLorean is zo weer onder de pannen. Voor iemand met zijn kwaliteiten is er altijd werk. Het wordt General Motors. Binnen tien jaar heeft hij zich opgewerkt tot de tweede man van het bedrijf. Het is dan begin jaren zeventig, hij verdient bijna driekwart miljoen dollar per jaar. Zijn grote geheim? “Luister naar de top 40 en je zult de jeugd begrijpen,” verklaart hij zijn succes. Zijn alcoholistische vader leeft dan al enkele jaren niet meer, John is inmiddels een midden-veertiger, maar toch blijft zijn jeugd hem parten spelen. Schrijver Gail Sheehy interviewt DeLorean in die periode en merkt duidelijk hoe hij worstelt met zijn jongere jaren. “Zijn vader stierf en liet het gezin met niets achter, geen enkel gevoel van liefde, verbondenheid of eigenwaarde. Aan de manier waarop hij het vertelde, kon je zien hoe diep de pijn zat. Hij was altijd bang om niets voor te stellen. Het publiek zag een heel andere kant, maar vanbinnen heeft hij altijd een machteloos gevoel gehad. De angst om niks voor te stellen, moest hij altijd onderdrukken.”

Foto: ANP

Plastische chirurgie

Dat lukt kennelijk niet met het riante salaris dat General Motors op zijn rekening stort. DeLorean wil meer. Hij vindt de koers van het bedrijf sowieso te conservatief, dus hij denkt: dan doe ik het zelf wel. DeLorean Motor Company is een feit, hij gaat zijn eigen auto bouwen. En dan niet zo’n inwisselbare fabrieksauto, nee, het moet iets speciaals zijn, iets waarover iedereen praat. Hij is dan 45, in die periode wisselt hij niet alleen van baan, maar ook van partner en uiterlijk. Hij ondergaat plastische chirurgie en laat vooral zijn kaaklijn verbouwen. “Als je foto’s bekijkt van voor en na die ingrepen, leek hij wel getransformeerd,” zei schrijver Sheeby.

Het is zijn omgeving wel duidelijk, DeLorean kampt met alle verschijnselen van een midlifecrisis. Dat remt hem overigens niet in zijn ambities. Hij hengelt Bill Collins binnen, de hoofdontwerper van General Motors. Na DeLoreans vertrek bij diezelfde werkgever is hij eerst actief als adviseur voor diverse grote bedrijven. Hier harkt hij liefst 5 miljoen dollar mee binnen en zo heeft hij een aardig budget om zijn droomauto te realiseren. Dat wordt uiteindelijk de DMC-12, de letters staan voor DeLorean Motor Company, de cijfers voor het bedrag dat de auto kost, 12.000 dollar.

Een opmerkelijk laag bedrag voor een futuristische auto met de vleugeldeuren als grootste blikvanger. Hij heeft alleen nog een fabriek nodig. Heel bewust kiest hij voor Belfast. Dat is in die periode niet de gezelligste plek van Europa, de hoofdstad van Noord- Ierland wordt verscheurd door het conflict tussen katholieken en protestanten. Maar Belfast is nou eenmaal de plek waar hij de meeste subsidie kan opslurpen. DeLorean benadert landen met veel werkloosheid, Puerto Rico en Spanje zijn lang in de race, maar als Belfast zwaait met een cheque van 80 miljoen pond, zijn de onderhandelingen snel afgerond. DeLorean heeft de Britse overheid wijsgemaakt dat er in Amerika al 30.000 auto’s zijn besteld, een leugen. DeLorean schept 2500 banen. “In twee jaar werd de fabriek uit de grond gestampt en ondertussen werden de matige prototypes van de DMC-12 verder ontwikkeld,” vertelde Robert Lamrock, bestuurslid van de internationale DeLorean Owners Association, in Autovisie. “John wilde daarvoor Porsche inschakelen, maar die hadden vijf jaar en te veel geld nodig. Binnen achttien maanden moest de auto namelijk productieklaar zijn. Lotus-baas Colin Chapman nam daarentegen de klus wel aan.”

1985. Doc Brown en Marty McFly geven de DMC-12 eeuwigheidswaarde.

Een schitterend gedrocht

Een matig prototype? Dat is zacht uitgedrukt. De DMC-12 ziet er schitterend uit, maar is in werkelijkheid een gedrocht. De auto kost het dubbele van de eerder aangekondigde 12.000 dollar. Maar dat is nog ongeveer het minste probleem.

“Als het regende dan druppelde het water bovenin langs de scharnierpunten van de deuren naar binnen. Dat hebben ze geloof ik nooit kunnen oplossen,” aldus Arnie Black, destijds testrijder. Netflix lanceerde vorig jaar een mooie documentaire: Myth & mogul: John DeLorean. Hierin vertelt een autojournalist hoe hij tijdens de perspresentatie opgesloten raakt in de auto. Juist de openslaande vleugeldeuren zijn met geen mogelijkheid te openen. Toch ziet het er in 1981, het jaar waarin de eerste DMC-12 van de band rolt, allemaal nog prima uit. De bestellingen vliegen de deur uit, al snel gaat de productie omhoog van vijftig naar tachtig auto’s per dag. In Amerika worden in dat eerste jaar net zoveel auto’s verkocht als Mercedes in de eerste vijf jaar zou doen. Daarnaast krijgt DeLorean iets voor elkaar wat nog niemand lukte in Noord-Ierland. “Er was hier in Belfast nauwelijks werk te vinden, dus iedereen was blij met de komst van de fabriek,” reconstrueerde Liam Dyer, destijds werknemer, in Autovisie. “Het was de beste baan die ik ooit heb gehad. DeLorean betaalde goed, het was warm in de fabriek, er stond altijd muziek aan en de sfeer was hier prima. Het was ook een sociaal experiment van de regering, want katholieken en protestanten werkten hier zij aan zij. Daarvoor was dat ondenkbaar, want in de meeste grote bedrijven in Belfast werkten alleen maar protestanten. Hier ging het prima samen. Ook buiten werktijd begonnen we te mixen, dat was uniek in die tijd.”

Gouden auto

Tot zover het goede nieuws. De kwaliteit van de auto laat te wensen over en vanwege de wereldwijde recessie kelderen de verkoopcijfers. Daarnaast is de Britse regering niet meer zo blij met DeLorean. In de tabloids staan wilde verhalen over het extravagante gedrag van de Amerikaan. Het grootste bezwaar: DeLorean zou de helft van die 80 miljoen pond overheidsgeld helemaal niet investeren in het bedrijf, maar in zichzelf. Via een ondoorzichtige constructie van spookbedrijven, fraude en een bizarre deal met Lotus-baas Colin Chapman laat hij miljoenen verdwijnen. Via rekeningen in Panama en Zwitserland krijgt Chapman bijna 20 miljoen bijgeschreven. In wiens zakken het geld verdwijnt, wordt nooit duidelijk. Chapman staat op het punt een verklaring af te leggen aan de curator, als hij wordt getroffen door een hartaanval. Volgens bepaalde theorieën door een door DeLorean toegediend gif.

“Het overlijden van Chapman kwam DeLorean niet slecht uit,” zei Lamrock. Als Barrie Wills, voormalig chef van DMC, in 2015 hoort dat Autovisie in Belfast is voor een reportage, pakt hij de telefoon. Over DeLorean gaan de wildste verhalen, hij wil wel dat het goede verhaal op papier komt. “Ik ontmoette Chapman enkele dagen voor zijn dood. Hij zag er kerngezond uit, maar mensen sterven nu eenmaal aan hartaanvallen. Vaak onverwacht. Als DeLorean iemand wilde uitschakelen, dan had hij Chapman én ook de later veroordeelde financiële man van Lotus, Fred Bushell, laten ombrengen. Alleen Chapman uit de weg ruimen is waanzin.” In Noord-Ierland willen ze af van DeLorean. De financiële toezeggingen zijn gedaan door de Labour Party, maar inmiddels hebben de Conservatieven het voor het zeggen. En die hebben helemaal geen zin om het wankele bedrijf te blijven spekken. De geldkraan gaat begin 1982 dicht. DeLorean bedenkt gewoon weer een nieuwe inkomstenbron, een auto van 24-karaats goud met een prijskaartje van 85.000 dollar. Dat moet het kwakkelende bedrijf weer tot leven kussen, maar er worden slechts twee gouden auto’s verkocht.

1984. DeLorean bij de rechtbank wegens coke dealen.

Koffer vol coke

“Dit is nog beter dan goud,” zegt DeLorean in de herfst van 1982. Hij opent een koffer met cocaïne. Hij showt zijn nieuwe handelswaar alleen niet aan zakenpartners, zoals hij denkt, maar aan undercoveragenten. DeLorean is in de val gelokt, maar door wie? Sommigen denken aan een een-tweetje tussen Ronald Reagan, dan president van Amerika en Margaret Thatcher, dan premier van het Verenigd Koninkrijk. Dankzij de Amerikaanse vriendendienst zijn ze in Noord-Ierland mooi verlost van die megalomane praatjesmaker.

“Aperte onzin,” weet Wills, de oud-chef van DMC. “Denk je dat Reagan en Thatcher niets beter te doen hadden? DeLorean was simpelweg op de verkeerde plaats, op de verkeerde tijd. Een grote naam in geldnood, een trofee voor de FBI dat een succesje in de war on drugs goed kon gebruiken.” Na anderhalve week is DeLorean weer op vrije voeten. Moet hij wel even een borgsom van 10 miljoen dollar voor aftikken. Enkele maanden later wordt hij vrijgesproken. De jury is het unaniem eens: hij is in de val gelokt door de FBI. Toch is de schade groot. Al een paar dagen na de arrestatie is de fabriek in Belfast gesloten. Voorgoed.

Hij ontloopt dan wel een celstraf, de zeepbel van DeLorean Motor Company is hardhandig doorgeprikt. Maar hij krijgt alsnog zijn felbegeerde plekje in de autogeschiedenis. De DMC-12 blijkt een vrij waardeloze auto, maar wél een iconische. Dat is te danken aan de makers van de Back to the Future-films. Zij zijn op zoek naar een auto die de film van extra gewicht moet voorzien. De wagen moet de jaren vijftig binnenrijden en een symbool zijn van de toekomst. Ford wil bijna een ton neerleggen om hun Mustang die rol te laten vervullen. Dat is voor scriptschrijver Bob Gale geen optie. “Doc Brown doesn’t drive a fucking Mustang!” De keuze valt dus op de DMC-12. Het is een vorm van genoegdoening voor DeLorean. De iconische films maken ook zijn auto iconisch. DeLorean overlijdt in 2005, op zijn 80ste, maar DeLorean Motor Company is inmiddels weer springlevend. Later dit jaar presenteert het een elektrische variant van de DMC-12, al is dat nieuws al een paar keer eerder aangekondigd.

De auto wordt in ieder geval niet gefabriceerd in Belfast, de fabriek is nooit meer opengegaan. Wills, de oud-chef, vindt het onbegrijpelijk dat de poorten überhaupt ooit zijn gesloten. “DMC had gewoon nog kunnen bestaan. We waren een net opgestart bedrijf en dan moet je investeren. Helaas wilde Margaret Thatcher dat niet inzien. Maar DeLorean was ook een slechte manager en bezeten van geld.”

Lifestyle
  • ANP, The Enthusiast Network e.a.