Terwijl een stier alles op alles zet om zijn berijder, liefst zo rap mogelijk, van zijn rug af te katapulteren, zit deze nog immer op het beest. Eén hand aan de teugel, de ander in de lucht zwaaiend, op zoek naar een evenwicht dat er amper is. Het is een wonder dat hoeden op hoofden blijven zitten, al dragen de meesten tegenwoordig een helm. Geen overbodige luxe, want rodeorijden is een zware, intense en gevaarlijke sport. Om die uitdaging aan te gaan heb je cowboys nodig. Authentieke stoere cowboys, die zich zoals de naam al duidelijk maakt, oorspronkelijk bezighielden met het vee op de ranches. De revolverheld, die als lonesome cowboy een dorpje inreed, en daar zonder met de ogen te knipperen tientallen boeven neerknalde, dat is de mythische cowboy. Die mythe en die van het wilde westen heeft zijn bestaan voor een groot deel te danken aan Buffalo Bill, die zijn eigen leven en belevenissen nogal aandikte en romantiseerde en er een heuse show van maakte. Een show waarmee hij zelfs Europa aandeed. En met groot succes, want dat in Europa cowboys bestaan, is nog immer vooral te danken aan die shows.
Op zich lijkt er niet heel veel nodig om een cowboy te zijn: je zet een cowboyhoed op, draagt laarzen en een spijkerbroek. Maar met die kleding zou je ook best een wannabe-kunstenaar kunnen zijn. Er is kortom wel wat meer nodig om jezelf een echte cowboy te mogen noemen. Je moet stoer zijn, van de natuur houden en wanneer je op een paard kunt rijden maakt dat de boel af.
De authentieke cowboys waren veedrijvers. Zij zorgden dat grote kuddes vee van de ene naar de andere plek kwamen. En in het Amerika van voor 1900 moesten daarvoor nogal grote afstanden voor worden afgelegd. En er kwam wel wat meer gevaar bij kijken dan bij het bezorgen van een pizza. Onderweg lagen immers vele gevaren op de loer, waaronder loerende wilde beesten, hongerige indianen en schietgrage outlaws. De cowboy moest dus wat kunnen. Hij was handig met zijn pistool, kon heel goed paardrijden, kende zijn weg in de natuur en wist hoe in die natuur te overleven. Omdat ze doorgaans onder tamelijk barre omstandigheden onderweg waren, waren het mannen die luxe niet hoog op hun verlanglijstje hadden staan.
‘Bij de wedstrijden gaan ze allemaal voor de overwinning, waar geld mee te verdienen is. Maar de hechte vriendschappen lijden daar absoluut niet onder. Ze gaan voor elkaar door het vuur’
Te gevaarlijk
Een aantal van dat soort authentieke cowboys zijn dus nog steeds in Europa te vinden. Fotograaf Bjorn Staps ging naar ze op zoek, vond ze, volgde ze en maakte prachtige foto’s van ze. Waarom hij juist op zoek ging naar cowboys? “Ik heb altijd wat gehad met die mythische lonesome, stoere cowboy. Een working class hero, in een wereld waarin duidelijk onderscheid is tussen goed en kwaad. Ja, inderdaad is het misschien een beetje vergelijkbaar met een fotograaf. Ook ik ben vaak alleen op pad. En ook ik richt en ik schiet, haha. Maar ik ben een stuk minder stoer.”
Doorgaans werkt Bjorn als commercieel fotograaf met tamelijk afgekaderde opdrachten. Toen hij echter genoeg tijd vrij had om een eigen project op te pakken, besloot hij op zoek te gaan naar echte cowboys. “En ik ontdekte dat die er nog steeds zijn in Europa.”
Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.
- Bjorn Staps