Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Hoe Thijs van Schijndel de 'fucking' beste tafelvoetballer ter wereld wil worden

Hoe Thijs van Schijndel de 'fucking' beste tafelvoetballer ter wereld wil worden

Hij heeft er niet de voorpagina van alle kranten mee gehaald, maar Thijs van Schijndel is op het NK tafelvoetbal in Esloo wel degelijk Nederlands kampioen geworden. Worden daar ook al kampioenschappen in gehouden, horen we u denken. Jazeker, de bakken met stangen zijn zelfs het decor van wereldkampioenschappen. Thijs heeft ook al een wereldtitel op zak, maar dat was in de dubbel. Als solist aast hij nu ook op mondiaal goud. “Ik wil gewoon de fucking beste van de wereld worden.”

Hoe kom je op een idee? Door te fröbelen! Dat was precies wat de Brit Harold Searles Thornton deed, aan het begin van de vorige eeuw. Hij speelde met een luciferdoosje, prikte vanaf de zijkant wat houtjes door het karton en eureka, hij had het. In 1921 vroeg hij octrooi aan op zijn briljante idee – ‘An apparatus for playing a game of table football’ maar een groot succes werd het niet. Dat kwam pas na de Tweede Wereldoorlog, toen de in Duitsland gelegerde Amerikaanse soldaat Lawrence Patterson het tafelvoetbalspel in de VS herintroduceerde met een Duitse tafelvoetbalkast. Hij noemde het Foosball, een verbastering van het Duitse Fußball, en een rage was geboren.

Overigens zijn er over de ontstaansgeschiedenis van het spel meer vooroorlogse versies bekend, een met een Fransman en een met een Spanjaard – succes heeft vele vaders - maar die van het luciferdoosje is zó leuk dat we die tot de enige echte hebben gepromoveerd.

Mentaal zwaar

In Nederland wordt tafelvoetbal vanaf de jaren 70 vooral populair onder de rivieren, met name in Limburg. En daar zijn nog steeds de grootste clubs, de meeste kasten (zo worden de tafels genoemd) en de beste spelers. Best gek dus dat de nationale titel naar Mokum ging. “Dat is echt ook wel,” zegt Thijs van Schijndel (28), die net zo snel praat als dat hij de bal door de kast laat gieren. Hij kwam in aanraking met het edele tafelvoetbalspel op de middelbare school toen hij amper zijn best deed daar op het Pieter Nieuwland College in Amsterdam-Oost. Thijs was amper 13, spielerei dus.

“Hoho,” grijpt zijn vriend Jeffrey Krop, die aan de wieg stond van de Amsterdamse Club Foos, resoluut in, terwijl barkeeper Primo van recreatiebar Chez Miné, de thuishaven van de jongens, wat biertjes op tafel zet. “Dat stelde wél wat voor. Als je won, mocht je blijven staan. Dat was serious business, zeker als je tegenover zesdeklassers van 18 kwam te spelen. Dat is mentaal zwaar en zo plant je een zaadje voor de rest van je leven, als je in deze sport verder wil gaan.”

Echt hard knallen

Thijs speelde veel, daar op het Pieter Nieuwland. “Het was een niet al te beste school, veel lessen vielen uit. En dan ging ik spelen, dat was het allerleukste. Dat ging er vet serieus aan toe. Ik speelde samen met Raoul, met wie ik al sinds groep drie van de basisschool bevriend ben. We waren als brugklassers al best goed. Lekker zesdeklasser uitdagen, wij bleven gewoon staan. En dat was echt hard knallen, vergis je niet.”

Jeffrey neemt opnieuw het woord. Hij is sponsor en vriend van Thijs, en ook dol op tafelvoetbal. Hij importeert en verhuurt kasten (“Ik heb op 200 middelbare scholen tafels staan” ) en kan zelf ook een aardig balletje stangen. Hij kent Thijs en Raoul al heel lang.

“Thijs is de voorspeler, Raoul is de vaste goalie. Raoul is rustiger, analytischer en strategischer dan Thijs.” Thijs knikt terwijl hij een slok neemt. “Ik ben wat wilder en sneller.” En Thijs is razend technisch. Op verzoek laat hij een trucje zien, als was hij balgoochelaar ‘Tiki Taka’ Touzani. Met de keeper wipt hij de bal op, de verdediger en keeper komen met hun voeten tegen elkaar te liggen en zo vangen ‘ze’ samen de bal in de lucht op. Thijs kijkt de verslaggever uitdagend aan en dan: bam, omhaal, goal. Hans Klok is er niets bij.

Thijs noteert de uitslagen van de clubavond, terwijl Tubga Yilmaz, ook van Club Foos, hem souffleert.

“Nou en toen ben je naar de coffeeshops gegaan, Thijs,” probeert Jeffrey het gesprek aan de gang te houden, terwijl hij drie vingers omhooghoudt wat door de barman met een instemmend knikje wordt beantwoord. “Ja,” zegt Thijs, “dat was de volgende halte. Op school moest je al winnen van jongens die wat ouder waren, later werd de uitdaging alleen maar groter. We gingen op zoek naar kroegen waar ze tafels hadden en waar bepaalde groepen speelden. Waar zijn de beste spelers? Waar staan de mooiste tafels? En dan gingen we erheen, op de scooter, met z’n tweeën, Raoul reed, ik achterop. Afmaken die gasten! Hoe oud was ik nou? 16,17. En dan kwam je binnen in lugubere coffeeshops, met zúlke Turken, die ons meteen intimideerden met hun blik omdat ze merkten dat we beter waren.

Dan liepen we naar zo’n tafel en meteen een groepje gangsters om ons heen. Dan moest je je echt bewijzen aan tafel, want daar dwing je respect mee af.”

Jeffrey: “In het begin gunt niemand je het licht in de ogen, maar als je wint is het: kom volgende week weer eens langs!”

Panorama 49 is nu te koop. Pak hem in de winkel of bestel hem online!

Thijs: “Dat ging jaren zo door, totdat we in de Sound Garden belandden, zo’n ruige rockkroeg, en daar kwamen we Leslie Lorrie tegen. Hij speelde bij Club Foos, waar ik toen nog nooit van gehoord had. Een internationale tafelvoetbalclub waar ze echt de regels naleefden en op kasten speelden waar ook in andere landen op werd gespeeld. Leslie ronselde wel vaker in kroegen en zei: Hé jongens, jullie hebben wel talent, kom een keer bij ons spelen.” En zo belandde het rebelse duo op een heuse tafelvoetbalclub. “Met een echt professionele tafel, de Leonhart! Toen ik die zag wist ik: nu begint het echt.”

Daar bij Club Foos (spreek uit: Foes) zouden ze de rest wel even inmaken, want dat was wat de twee al jaren in pafferige kroegen en dampende coffeeshops deden: winnen. “Die eerste keer bij de club vergeet ik mijn leven niet meer,” zegt Thijs hoofdschuddend.

Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwe Panorama of bekijk het op Blendle.

Sport
  • Paul Tolenaar