In het midden van een enorme tonvormige ruimte rijdt een man op een motor rondjes. Steeds sneller gaat het. Langzaam schuift hij op naar de zijkant van de ruimte met een diameter van een meter of tien. Aan de zijkant loopt de vloer een beetje schuin omhoog, zoals bij indoor wielerbanen. Als de snelheid hoog genoeg is, stuurt de man omhoog, richting de muur. En plots rijdt de motor horizontaal tegen de steile, achtmeter hoge muur zijn rondjes.
Alleen de snelheid houdt hem overeind, duwt hem tegen de wand en zorgt dat hij niet omlaag dendert. Die snelheid hoeft overigens niet eens zo heel hoog te zijn, maar wel hoog genoeg om hem tegen die wand aan geduwd te houden. Steeds hoger gaat het en steeds meer motorrijders melden zich gelijktijdig op de muur. Er rijden zelfs auto’s rond.
Van bovenaf wordt het tafereel bekeken door publiek, dat strikt genomen op de motorrijders neerkijkt, terwijl ze deze stuntrijders vaak juist als helden adoreren. Vanuit hun perspectief, van bovenaf, lijkt de Wall of death, of The Well (De Put) zoals het in India ook wel genoemd wordt, nog dieper. Van een motor afvallen is nooit leuk, maar in deze omstandigheden is het zelfs bijna per definitie levensgevaarlijk. Als je er met wat botbreuken vanaf komt, mag je je al gelukkig prijzen. Zeker in India, waar de veiligheidsregels minder strikt worden nageleefd dan in andere landen waar dit spektakel zich ook afspeelt. Niet alle plankjes in de muur zijn hier bijvoorbeeld nog helemaal intact. En in tegenstelling tot in andere landen dragen de rijders in India zelden, zeg maar gerust nooit, een helm of enige andere bescherming.
Futuristische film
De Wall of Death is een fenomeen dat je verwacht tegen te komen in een futuristische film als MadMax. Het oogt als een soort arena waarin stuntmannen op motoren en in auto’s hun levensgevaarlijke rondjes tegen een muur rijden. Toch bestaat het al meer dan honderd jaar. Vanaf 1900 maakten motoren steeds vaker deel uit van de rondreizende kermissen in Amerika. Eerst reden de snelheidsduivels nog gewoon hun rondjes op gangbare velodromes, maar meer spektakel trekt nu eenmaal meer betalende bezoekers.
En dus werden de banen steeds verticaler en de stunts gevaarlijker. In een krantenartikel daterend uit 1915 wordt voor het eerst melding gemaakt van een Wall of Death, in Buffalo (New York) om precies te zijn. Al snel schoten overal kopieën uit de grond; het fenomeen maakte de oversteek naar Engeland en vervolgens ook naar Duitsland en andere landen. In Nederland was Henny Kroeze lang een van de weinigen die op kermissen en festivals furore maakten met zijn Wall of Death.
In een interview in De Gelderlander legde Henny ooit zijn fascinatie voor de Wall of Death uit: “Vanuit de ton is het prachtig om de toeschouwers te zien schrikken. Dat je ze ziet denken: als dat maar goed gaat. Dát is de kracht van de Wall of Death.” Maar enkele jaren terug besloot Henny dat het welletjes was geweest en verkocht zijn ‘raceton’. Hij was toen al over de zestig en zijn vrouw had hem al te vaak in het ziekenhuis weer wakker zien worden. “Het enige dat ik nooit gebroken heb, is mijn nek.”
Zijn Wall of Death werd overgenomen door Nederlander Reymond Verhoef. Hij nam ook de drie Indians, de klassieke steile-wandmo-toren bij uitstek, van Henny over.
Geldgebrek
In de tweede helft van de vorige eeuw maakte de Wall of Death zijn opwachting in India. Het werd er in korte tijd een zeer populaire publiekstrekker op kermissen en festivals in het noorden van India. Het publiek smulde ervan. Zelfs wie moeilijk ter been was, strompelde de vele trappen op om het spektakel van bovenaf te bekijken. Maar het aanvankelijk grote succes nam de laatste jaren gaandeweg steeds meer af. De corona-pandemie hielp ook al niet. Momenteel zouden nog maar zes Wells of Death actief zijn in India. En de vraag is hoelang die het nog vol zullen houden.
Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.
- Siddharth Kaneria