Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Is Martin Scorsese de koning van de misdaadfilms?

Is Martin Scorsese de koning van de misdaadfilms?

Alleen die naam al: Martin Scorsese. Hij wordt door velen verkeerd uitgesproken. Het is Skorsezzie en niet Skorsiese. Maar over de legendarische filmmaker, die op 17 november zijn 80ste levensjaar ingaat, zijn verder geen misverstanden: hij is met Francis Ford Coppola en Quentin Tarantino de beste regisseur als het gaat om keiharde misdaadfilms. Maar Martin Scorsese is veel meer dan pief-paf-poef en hij krijgt er maar geen genoeg van: volgend jaar in uw theater: Killers of the Flower Moon, mét zijn oogappels Robert De Niro en Leonardo DiCaprio. Komt dat zien.

Nog niet zo heel lang geleden, namelijk in 2017, was er in Amsterdam een heuse expositie van Martin Scorsese te zien. In het Eye Museum verraste hij vriend en vijand met attributen uit zijn drie beste films: Taxi Driver, Raging Bull en Goodfellas. 462 objecten, foto’s, filmscripts en scènes uit zijn omvangrijke oeuvre. “Sommige van de voorwerpen die jullie gaan zien”, zo liet hij tijdens de expositie in New York al aan de aanwezig pers weten, “zijn bij mij thuis en op kantoor van de muur gehaald. Veel van die voorwerpen zijn heel, heel persoonlijk. Foto’s die in het huis van mijn moeder en vader hingen bijvoorbeeld. Ik hoop dat jullie door deze objecten en herinneringen een beeld krijgen van mijn levenslange passie voor de cinema.” Het is typerend voor het werk van Scorsese: the devil is in the details. En zijn films zijn zo goed, dat hij al vijf decennia (!) een van de belangrijkste en invloedrijkste Amerikaanse regisseurs is. En zijn films zijn herkenbaar. Vaak gaan ze over eenzame helden, over geloof en over verraad en (pop)muziek speelt een belangrijke rol. “Ik kan nog geen dag zonder muziek,” zo zegt hij. “Muziek begeleidt mijn leven. Daarom gebruik ik in mijn films muziek die ik zelf graag hoor. Het creëert een atmosfeer, ik kom erdoor in een bepaalde stemming, die relatief makkelijk in beelden is te vertalen. Normaal gesproken trek ik me voor vijf, zes dagen terug en concentreer me helemaal op het script en verschillende stukken muziek. Ik probeer dan uit wat er gebeurt, welke muziek welke beelden inspireert. Vaak neem ik ook muziek mee naar de set, zodat de camerabewegingen met de muziek corresponderen.” Martin Scorsese staat ook bekend om filmische trucjes als slow motion, beeldvervormingen en ongewone cameraposities.

Maar hij is wars van effectbejag, alles heeft een reden. Met die trucjes wil hij de kijker dieper in de wereld en de geest van zijn personages laten komen. En intussen laat hij zijn acteurs improviseren. Zo is het shot waarin hoofdrolspeler Robert De Niro in Taxi Driver oefent hoe hij op straat moet omgaan met agressie en dreigend tegen zijn spiegelbeeld zegt: “Are you talking to me?” een regelrechte klassieker. Bedacht door De Niro en omarmd door Scorsese. De meest geciteerde zin uit de filmwereld ooit.

Martin (midden) met broer Frank (links) en neef Michael (rechts). Tijdens het filmen van The Last Temptation of Christ, in 1988.

Depressie en cokeverslaving

De wereldberoemde filmregisseur heet voluit Martin Charles Scorsese, is geboren in New York en is van Siciliaanse komaf. Hij is het tweede kind van Charles en moeder Catherine Scorsese, die vaak te zien is in films van haar zoon. Hij groeit op in een katholieke omgeving en studeert voor priester. Later besluit hij de geestelijkheid te verlaten en naar de New York University Film School te gaan, waar hij de kans krijgt zijn eerste werken te regisseren. Zijn eerste film Who’s That Knocking at My Door? maakt hij met een andere grootheid, Harvey Keitel, die een studiegenoot van hem is. Overigens: Scorsese schreef in die tijd, eind jaren 60, op verzoek mee aan het scenario van de baanbrekende Nederlandse film Bezeten van Pim de la Parra.

Niet veel later raakt Scorsese bevriend met Francis Ford Coppola, Steven Spielberg en Brian De Palma. Stuk voor stuk broekies, die veel later geweldige successen boeken in Hollywood. Via De Palma komt de jonge ‘Marty’ in contact met Robert De Niro, met wie hij niet minder dan tien films zou gaan maken. Zijn eerste film met De Niro - Mean Streets –betekent meteen de doorbraak voor Scorsese én De Niro. En niet veel later, in 1976, is daar ineens Taxi Driver. Die sloeg echt in als een bom. Het is een van de meest gewelddadige films over het leven in New York. Vingers worden afgeschoten, een mes wordt door een hand gestoken, hersenen en bloed spatten tegen de muur... En dat alles voor de ogen van de jonge Iris, gespeeld door de toen 12-jarige actrice Jodie Foster. Vijf jaar later wordt president Ronald Reagan neergeschoten. De dader geeft toe dat hij geobsedeerd en getriggerd is door Travis Bickle, Robert de Niro’s personage in deze film. Taxi Driver won de Palme d’Or op het filmfestival van Cannes en kreeg vier Oscarnominaties, waaronder die voor beste film. Maar al dat geweld, ook in veel andere films van de cineast, is dat nou echt nodig? Scorsese, die ‘niets heroïsch’ ziet in geweld, is er duidelijk in: “The more greed, the more blood. The more gold, the more blood. The more you show the money, you have to show the blood. I decided I wanted to make movies about what really happens.”

Scorsese besluit na het succes van Taxi Driver een musicalfilm te maken over New York, maar die wordt door de pers met de grond gelijkgemaakt. Scorsese, die bekendstaat om zijn gevoelige karakter en zijn intense betrokkenheid bij zijn werk, trekt de kritiek niet. Hij raakt depressief en verliest zich volledig in zijn cocaïneverslaving. Hij maakt nog wel indrukwekkende documentaires (onder meer over Bob Dylan en The Rolling Stones), maar astmapatiënt Scorsese voelt het einde van zijn leven naderen. Hij lijkt ten onder te gaan aan feestjes en drugs wanneer hij Raging Bull gaat maken, over de bokser Jake LaMotta. “Ik ging door een zware periode,” zo liet hij in een tv-interview weten. “Toen ik daar uitkwam, zei ik tegen mezelf: wacht even, je kan niet ontkennen wie je bent en waar je vandaan komt. Ik maakte het goed met mijn ouders, die daarna vaak zijn opgedoken in mijn films. Mijn vader zit in Raging Bull en mijn moeder speelt sindsdien in een heleboel van mijn films. Ze waren op de set om me eraan te herinneren wie ik was en waar ik vandaan kwam. Tot die tijd zat ik vol woede, maar dat explodeerde allemaal door Raging Bull.” Is het echt zo simpel? Ouders op de set en alles gaat weer crescendo? Bijna Cruijffiaans zei hij ooit: “There’s no such thing as simple. Simple is hard.”

Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.

Entertainment
  • ANP, BrunoPress e.a.