Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Lieneke Troost

Totaal weerloze Lieneke werd gewurgd om wat spaarcentjes

Lieneke Troost (63) uit Oegstgeest was de goedheid zelve. Ze woonde in een aangepaste woning en was door een zware handicap na een polioaanval in haar jeugd volledig afhankelijk van zorg. In de vroege ochtend van Bevrijdingsdag 1993 werd ze dood in haar bed gevonden. Gesmoord met een kussen door iemand die op haar geld uit was. De politie is ervan overtuigd dat het een bekende moet zijn geweest en hoopt dat er eindelijk eens een doorbraak komt in deze cold case.

De Kerckwervelaan in Oegstgeest is typisch zo’n weg waarvan je er duizenden hebt in Nederland. Rijtjeshuizen en flats wisselen elkaar af. Hier en daar een stukje groen en op niet al te grote afstand wat winkels voor de dagelijkse boodschappen. Het is een rustige straat onder de rook van Leiden waar je niet snel toevallig terecht zult komen. Misdaad lijkt hier ver weg.

Toch is het hier, op nummer 84, waar in de nacht van 4 op 5 mei 1993 een ongekend laffe roofmoord wordt gepleegd. Het slachtoffer is de 63-jarige Lieneke Troost, een alleenwonende zwaar gehandicapte vrouw. Buurtbewoners zien in de vroege ochtend van woensdag 5 mei dat er duidelijk iets loos is op het adres. Het begint met één politieauto, maar al snel volgen er meer. Als niet veel later rechercheurs bezit nemen van het pand en er een afzetlint wordt uitgerold, sijpelt in de buurt langzaam door wat zich binnen heeft afgespeeld. De altijd zo vriendelijke mevrouw Troost is rond 08.00 uur door één van haar verzorgsters dood in bed gevonden. Vermoord in het holst van de nacht.

“Wat valt er nou helemaal te halen bij zo’n vrouw?” tekent een verslaggever van De Telegraaf die dag op uit de mond van een geschokte overbuurvrouw. “Ze ging soms met de thuishulp boodschappen doen of zat in het zonnetje voor haar deur, maar verder zag je haar niet.” Een bovenbuurman vertelt in hetzelfde nieuwsbericht dat hem die nacht niets bijzonders was opgevallen. “Was het maar waar. Als haar deurbel ging, dan hoorde ik dat altijd. Maar omdat ze veel hulp kreeg, ging de bel heel vaak. Dan let je daar op een gegeven moment niet meer op.”

Dierenharen

Als specialisten van de technische recherche (tegenwoordig de Unit Forensische Opsporing) het huis uitkammen, stuiten ze op een aantal veelzeggende en opmerkelijke sporen. Allereerst wordt duidelijk dat er geen deuren of ramen zijn geforceerd, de dader moet dus een sleutel hebben gehad. De mogelijkheid dat mevrouw Troost de dader zelf heeft binnengelaten kan meteen worden geschrapt, want daar was het slachtoffer door haar handicap niet meer toe in staat. Verder blijkt dat de dader nogal gericht naar de buit heeft gezocht en precies wist waar hij moest zijn. Op meerdere plekken in het huis staan lades en kastjes open. Het ging hem – of haar –duidelijk om geld, andere spullen zijn ongemoeid gelaten. Mevrouw Troost was door haar verzorgster in bed aangetroffen, overleden ten gevolge van een rood kussen dat op haar gezicht was gedrukt. Een werkwijze die een van de vroegere verzorgsters, tegenwoordig werkzaam bij de politie, altijd heeft verbaasd. “Dit had de dader niet hoeven doen,” zo vertelde ze in een uitzending van Opsporing Verzocht. “Mevrouw Troost was weerloos en niet tot enig verzet in staat. Als de dader alleen de alarmknop had weggehaald, had hij op z’n gemak ongestoord het hele huis kunnen doorzoeken. Ze had niet dood gehoeven.” Wat tijdens het sporenonderzoek verder opvalt, is de grote hoeveelheid dierenharen die wordt aangetroffen op Lienekes nachthemd en bed. Aangezien het slachtoffer zelf geen huisdieren had vormt het voor de recherche een aanwijzing dat de dader huisdieren heeft of bijvoorbeeld met dieren werkt.

Deze spullen werden door de dader ongemoeid gelaten.

Al in die eerste dagen na de moord wordt duidelijk dat de recherche een stevige kluif gaat krijgen aan het onderzoek. Mevrouw Troost was door haar zware handicap volledig afhankelijk van anderen. Tientallen verschillende verzorgers hielpen haar in vijf ploegendiensten de dag door. Het was dus een komen en gaan van mensen en bijna iedereen beschikte over een eigen sleutel. Dat maakt de groep van potentiële daders dus zeer groot, met als gevolg dat sporen van derden in de woning weinig zeggen. Ook getuigen kunnen het team niet echt op weg helpen; veel omwonenden waren zo gewend aan de regelmatige bezoekjes aan nummer 84 dat ze eigenlijk nergens meer op letten. Wat wel met vrij grote zekerheid kan worden aangenomen is dat het een inside job betreft. Met andere woorden; de dader beschikte vrijwel zeker over een sleutel, wist dat er geld in huis was en heeft de weerloze mevrouw Troost wellicht omgebracht om te voorkomen dat ze later bij de politie een naam zou noemen.

Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.

Misdaad
  • Opsporing Verzocht e.a.