Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert
Ronnie Brunswijk: Rebel, bankrover, drugsdealer en vice-president

Ronnie Brunswijk: Rebel, bankrover, drugsdealer en vice-president

Uit de editie van 13 oktober 2021: “Ik wil gezien worden als de beste vicepresident ooit.” Was getekend: Ronnie Brunswijk (60). De beste worden lijkt een lastig verhaal voor de Surinamer, maar de kleurrijkste moet lukken. Want welke vicepresident kan zeggen dat hij is veroordeeld voor drugssmokkel? Honderd (!) kinderen heeft? Banken heeft overvallen? Iemand heeft neergeschoten? Welkom in de wondere wereld van een oud-rebellenleider.

Het leven van Ronnie Brunswijk is een aaneenschakeling van bizarre taferelen waarover de kranten gretig berichten. Onlangs was er weer zo’n pareltje. Naast crimineel, soldaat, rebellenleider en politicus is Brunswijk een groot voetballiefhebber. Hij is eigenaar van Inter Moengotapoe, een club op het hoogste niveau van Suriname. De thuiswedstrijden worden afgewerkt in het Ronnie Brunswijk Stadion, maar zijn invloed rijkt nog veel verder.

Ondanks zijn 60 jaar acht Brunswijk zichzelf nog rijp genoeg voor het niveau. Zo nu en dan stelt hij zichzelf op en uiteraard neemt hij dan beslag op de aanvoerdersband. Dat was vorige maand ook zo in de wedstrijd tegen CD Olimpia uit Honduras. Na afloop verschenen er video’s waarin Brunswijk biljetten uitdeelt in de kleedkamer van de tegenstander. De vraag is waarom, want Brunswijk en zijn makkers hadden zojuist met 6-0 verloren. “Ik vond dat de Hondurese club geweldig goed gevoetbald heeft en als oudste speler heb ik de spelers beloond,” was Brunswijks verklaring. “Ik heb eerst overleg gevoerd met de manager van de club, die het goed vond. Ik heb elke speler 100 dollar gegeven. Het ging om 33 personen. Ik zie er niks verkeerds in dat ik mijn dankbaarheid op deze manier heb getoond.”

Maar de voetbalbond van Noorden Midden-Amerika had geen boodschap aan zijn uitleg: na een kort onderzoek werd geconcludeerd dat beide teams de integriteitsregels hadden geschonden en ze zijn allebei uit de Concacaf League gegooid. Brunswijk is zelfs voor drie jaar geschorst, hij mag zich op geen enkele manier bemoeien met wedstrijden die worden gespeeld onder de vlag van de voetbalbond. Voetbaltechnisch gezien is het allesbehalve een aderlating voor de club, Brunswijk is net zo geschikt voor het niveau als Tommie Beugelsdijk voor Real Madrid, maar hij zal op zoek moeten naar een nieuwe hobby. Gelukkig heeft Brunswijk zich nog nooit verveeld...

Bankovervallen

Zijn naam duikt voor het eerst op in de kranten in de jaren tachtig. Hoewel, niet zijn hele naam, hij wordt dan vaak aangeduid als Ronnie B. In 1984 bijvoorbeeld, als hij dik 80.000 Surinaamse guldens steelt van de bank. Hij wordt gepakt, maar weet te ontsnappen uit de gevangenis. Twee jaar later haalt hij opnieuw het nieuws, nu met een opsporingsbericht.

Als aanvoerder van het Jungle Commando.

“Brunswijk is zwaarbewapend met vermoedelijk automatische wapens en wordt derhalve levensgevaarlijk geacht,” waarschuwt de krant De Ware Tijd. De verdenkingen? Een trits bankovervallen, berovingen en een brandstichting. Voor zijn 24ste staat hij te boek als een keurige militair, de autoriteiten hebben geen idee waar de ommezwaai vandaan komt. Overigens houdt hij de buit niet alleen voor zichzelf, volgens een journalist die hem al zijn hele leven volgt, deelt hij de opbrengst met de bevolking. Zoveel geld heeft hij immers niet nodig en altijd eerlijk delen, dat is hoe Brunswijk het al jong heeft geleerd. “Pater Heikers leerde ons: je moet je medemens helpen,” zei hij tegen RTL Nieuws.

“Als ik naar school ging, had ik cassavebrood. Op school verdeelde ik dat. Soms in tien stukken.”

Robin Hood wordt zijn bijnaam. Hij zegt nu als vicepresident vooral mensen te willen helpen, dat is altijd een van zijn voornaamste drijfveren geweest en ook dat is terug te voeren op zijn jeugd, waarin hij niet bepaald baadde in luxe. Om school te bereiken, moet hij dagelijks bijna negen kilometer lopen. “We woonden bijna letterlijk in het bos, bij een kostgrondje. Daar leefde je destijds van. Je moest voedsel planten. Mijn vader vond het makkelijker daar te blijven, zodat we direct konden voorzien in onze voeding.”

Acht jaar cel

De familie Brunswijk stamt af van de marrongemeenschap, dat zijn slaven die de plantages ontvluchtten om een nieuw bestaan op te bouwen in de jungle. Een groepering met nog altijd een sociale achtergrond in Suriname. Brunswijk is de eerste afstammeling die het tot vicepresident schopt. “Mijn voorouders hielden niet van onderdrukking en onrecht. Zij kozen: we gaan het bos in, niet wetend waarnaartoe, al gaan we dood, maar we willen niet op deze manier worden onderdrukt, mishandeld of vermoord. Ze zijn zo dapper geweest. Zonder hun ideeën en doorzettingsvermogen waren wij vandaag niet hier. Dat heb ik van ze geërfd. Je moet doorgaan in het leven, hoop blijven hebben. Zij hadden hoop en vandaag zijn we hier. Na zoveel jaren is het een nakomeling van een weggelopen slaaf gelukt deze positie te bereiken. Dat vind ik bijzonder.” Maar dus ook een hele verantwoordelijkheid. “Het moet niet zo zijn dat deze Brunswijk hen gaat beschamen. Het heeft heel lang geduurd om tot deze emancipatie te komen.”

Toch kun je onmogelijk stellen dat hij een smetteloos verleden heeft, getuige de bankovervallen die hij ook heeft bekend. Brunswijk heeft nog véél meer op zijn kerfstok. In 1999 is hij in Nederland veroordeeld tot een celstraf van acht jaar. Hij wordt schuldig bevonden aan drie drugstransporten van in totaal 61 kilo. “Ik heb niets te maken met die smokkel,” zei hij vooraf in de Haagsche Courant.

Hij rekent dan ook op vrijspraak. Hij zit wel in de handel, maar in die van hout. Hij heeft geen idee waarom een gesnapte vrouw uitgerekend hem aanwijst als de opdrachtgever. Zoals wel meer getuigen allemaal naar Brunswijk wijzen. Ze krijgen ook stuk voor stuk bescherming, uit vrees voor represailles. “Hij heeft zijn kennelijke macht in Suriname gebruikt om de rechtsgang te beïnvloeden,” stelt de rechtbank van Haarlem. Ook in Frankrijk is hij veroordeeld voor drugshandel, maar ook daar weet hij zijn straf te ontlopen. Zijn die veroordelingen geen beletsel om zijn huidige functie uit te voeren? Een deel van de Surinaamse bevolking vindt van wel, want hij kan niet eens de grens over. Brunswijk zelf ziet geen bezwaar. “De Surinaamse samenleving bepaalt aan wie ze vertrouwen geeft. Dat is aan de kiezers. En op dit moment heeft de Surinaamse gemeenschap vertrouwen gesteld in Brunswijk en president Santokhi.”

Even waren Brunswijk en Bouterse (l) goede vrienden.

BRUNSWIJK VERLOOTTE VIJF AUTO’S ONDER HET ZIEKENHUISPERSONEEL, ALS DANK VOOR DE GOEDE ZORGEN TOEN HIJ VORIG JAAR WERD OPGENOMEN MET CORONA

Halverwege de jaren negentig zit hij wel even in de gevangenis, wegens het neerschieten van een man die hij van diefstal verdenkt. De straf is mild: acht maanden, waarvan zes voorwaardelijk.

Oorlog met Bouterse

Ten tijde van de drugstransporten wordt hij in de kranten niet meer aangeduid als Ronnie B. Hij is ook niet meer zomaar een oud-militair, maar staat dan bekend als de oudlijfwacht van Desi Bouterse. Later keert Brunswijk zich tegen zijn oude baas en wordt leider van het Jungle Commando dat vecht tegen het regime van Bouterse. “Ik wilde Suriname terugbrengen naar democratie. Het was een besluit om te strijden tegen het dictatoriale bewind van Bouterse.”

Zes jaar lang, van 1986 tot 1992, is Suriname het decor van een bloedige burgeroorlog. Het Nationaal Leger van Bouterse tegen het Jungle Commando van Brunswijk. Dorpen met aanhangers van Bouterse werden platgebrand. Sloeg Brunswijk ergens toe, dan nam Bouterse wraak in het gebied waar Brunswijk vandaan kwam. 450 burgers, militairen en leden van het Jungle Commando kwamen om tijdens de strijd. “Duizenden Surinamers sloegen op de vlucht. In Nederland is het romantische beeld van Brunswijk als dappere Robin Hood blijven hangen. Onterecht, want ook zijn Jungle Commando richtte veel schade aan,” schreef Ellen de Vries in het boek Suriname na de binnenlandse oorlog. De soldaten van Bouterse kwamen naar het dorp Moiwana om Brunswijk te lynchen, maar ze konden hun doelwit niet vinden. In de plaats van Brunswijk werden tientallen bejaarden, vrouwen en kinderen vermoord. “In die oorlog zijn zoveel mensen gedood,” zei Brunswijk tegen RTL Nieuws.

In de dug-out van zijn eigen club Inter Moengotapoe. Regelmatig stelt hij zichzelf op.

“Mensen zijn gesneuveld aan de kant van de militairen, mensen zijn gesneuveld aan de kant van het Jungle Commando. Maar uiteindelijk hebben we de democratie teruggekregen. Suriname kon in 1987 naar de stembus en er is in 1992 een vredesakkoord getekend.”

Na de oorlog maakt Brunswijk een carrièreswitch naar de politiek. Niet dat hij daar veel trek in heeft, maar zijn moeder weet hem te overtuigen. Brunswijk krijgt het verzoek om de partij ABOP te leiden. “Ik wilde me niet met politiek bemoeien. Maar mijn moeder zei: Als die mensen zoveel vertrouwen hebben in jou, moet je dat doen.” Ze vindt het niet minder dan een roeping. “Volgens mijn moeder was ik vanaf mijn jeugd al een leider. Dat begon op het internaat. Daar koos frater Wim me uit om op de jongens in de klas te letten en ze te begeleiden.”

Honderd kinderen

Brunswijk ziet zichzelf als een barmhartige leider die graag uitdeelt, en dan niet alleen bankbiljetten aan de tegenstander van zijn voetbalclub. “Alles wat ik heb, geef ik aan de mensen,” vertelde hij eerder dit jaar in The New York Times. Hij verlootte vijf auto’s onder het ziekenhuispersoneel, als dank voor de goede zorgen toen hij vorig jaar werd opgenomen met corona. Brunswijk zit er warmpjes bij. Hij ontkent dat dat heeft te maken met de opbrengst van de bankovervallen en drugstransporten. Hij bezit een aantal goudmijnen. Vorig jaar betaalde hij de reis- en studiekosten voor een groep Surinaamse studenten die terug moesten naar Cuba. Een som van duizenden dollars. “Ze waren bijna een jaar in Suriname gestrand, niemand kon helpen.

Ik heb gebeden. De volgende dag belde mijn zoon: Papa, ik heb 10 kilo goud gevonden. Je kunt die mensen helpen. Zie je hoe God werkt?”

In zijn functie als voorzitter van het Surinaams parlement.

Welke zoon precies belde is niet opgehelderd, er zijn ook nogal wat kandidaten die het geweest kunnen zijn. Hoeveel kinderen Brunswijk precies heeft verwekt is een raadsel, waarschijnlijk ook voor hemzelf. Zijn moeder vertelde in The New York Times dat het er minimaal vijftig moeten zijn.

Ze wordt soms omhelsd door wildvreemden die menen dat ze haar oma is. Brunswijk zelf heeft weleens gesteld dat hij zo’n honderd kinderen heeft. Een daarvan, Elton, is in zijn voetsporen getreden. Dat maakt vaders meestal trots, maar daar was in dit geval geen sprake van. In 2014 werd hij op een Surinaams vliegveld opgepakt met ruim vijf kilo cocaïne op zak. “Ik vind dit heel vervelend en ben enorm geschrokken, toen ik het op de radio hoorde,” reageerde Brunswijk bij het Surinaamse StarNieuws. “Elton woont vanaf zijn vierde jaar in Nederland. Hij is niet dagelijks in mijn omgeving. Ik vind het jammer dat Elton geen rekening heeft gehouden met mijn functie.”

Op dat moment zit Brunswijk al in de coalitie, samen met, jawel: president Bouterse, zijn vroegere vijand. “Ineens leken de twee gezworen aartsvijanden de beste vrienden, ze proostten met champagne op hun nieuwe samenwerking,” vertelde Nina Jurna, Suri-name-correspondent bij de NOS tegen datzelfde medium. “Maar die bleek van tijdelijke aard en liep uiteindelijk stuk. In de tweede regeertermijn van Bouterse zat Brunswijk in de oppositie. Rondom de onderhandelingen bij deze laatste verkiezingen heeft Brunswijk aangegeven dat hij niet meer met Bouterse wil samenwerken.”

‘VAN VRIJHEIDSSTRIJDER NAAR PARLEMENTARIËR, PARLEMENTSVOORZITTER EN VICEPRESIDENT. DAT IS UNIEK. DAT ZIJN DE HOOGTEPUNTEN IN MIJN LEVEN’

‘Dat is uniek’

Even terug naar zijn kinderen: die brengen hem vaker in verlegenheid. Een dochter werd al eens opgepakt als terreurverdachte en een andere zoon werd veroordeeld na diefstal van zijn eigen vader.

“Je probeert je kinderen zo goed mogelijk op te voeden, maar helaas heb je niet alles in de hand.” Het is ook een onmogelijke opgave: honderd kleine Brunswijkjes in bedwang houden. Toch wil hij zoveel mogelijk kinderen, armeren en andere Surinamers helpen die het nodig hebben. “Als je mensen helpt, helpt God je ook. Ik wil vooral sociaal zwakkeren en mensen in nood helpen. Dat zit in mijn bloed. En ik denk dat de almachtige me ook een handje geeft. Die heeft mij bijgestaan zodat ik in de meeste gevallen de juiste keuze maakte.”

Dat laatste klinkt wat raar voor iemand die is veroordeeld voor bankovervallen, drugshandel, een bloedige oorlog voerde, iemand neerschoot en nog een heleboel andere strafbare feiten pleegde. Al ontkent hij de meeste vergrijpen.

Ook in Suriname vinden veel mensen het vreemd dat iemand met zijn cv vicepresident kan zijn, maar zelf ziet hij het dus anders.

“Je imago moet je zelf opbouwen. Wat doet Brunswijk vanaf het moment dat hij vicepresident is?” Alleen maar goede dingen, als je het hem zelf vraagt. “Ik wil dat mensen zeggen: liever Brunswijk dan iemand anders. Ik ga mijn uiterste best doen om mijn imago niet te schaden. Ik ben hier als vicepresident om voor land en volk te werken, zonder aanzien des persoons.”

En als Brunswijk achterom kijkt, is hij best tevreden met wat hij allemaal al heeft bereikt in zijn kleurrijke bestaan. “Van vrijheidsstrijder naar parlementariër, parlementsvoorzitter en vicepresident. Dat is uniek. Dat zijn de hoogtepunten in mijn leven.”

Brunswijk deelt briefjes van 100 dollar uit in de kleedkamer van tegenstander CD Olimpia.

President is oude bekende

Met zijn vorige coalitiepartner, Desi Bouterse, had Ronnie Brunswijk dus een nogal bijzondere geschiedenis. Met zijn huidige partner, president Chan Santokhi, voerde hij geen bloedige burgeroorlog en hij was ook niet zijn voormalige lijfwacht, maar ook hun levens kruisten elkaar op een merkwaardige manier. Toen Brunswijk halverwege de jaren tachtig werd gezocht voor een reeks gewapende overvallen, werd het opsporingsbericht ondertekend door de inspecteur van politie: Chan Santokhi. Maar Santokhi ziet geen obstakel in het verleden van de meermaals veroordeelde oud-rebellenleider. “De heer Brunswijk heeft zijn geschiedenis,” zei Santokhi in The New York Times. “We zouden naar zijn geschiedenis kunnen kijken en dat als een barrière kunnen zien. Maar we kijken uit naar een betere toekomst, omdat we twee leiders zijn die zijn toevertrouwd om samen deze natie te leiden.”