1. Coronanieuws is weinig kritisch
Journalisten roepen altijd dat zij de waakhonden zijn van de democratie. Ze controleren de overheid. Maar daarvan is bijzonder weinig te merken als het over corona gaat. Je hebt de lijn van de overheid (lees: het RIVM) en dat is het dan. Meer smaken zijn er niet. Iets wat Pieter Klok, hoofdredacteur van de Volkskrant, al toegaf in een radio-inter-view. Hij vindt het belangrijk ‘dat we allemaal als samenleving achter één keuze gaan staan’. En dat is voor de Volkskrant dus gewoon de lijn van het RIVM.
“En andere meningen dan?” wilde de interviewer weten. Klok: “Ik zie de noodzaak niet.” Later nuanceerde hij zijn uitspraak, maar toch valt het op: er is bijzonder weinig kritisch coronanieuws in de reguliere media. Boze tongen beweren dat dat mede komt doordat sommige mainstream nieuwsproducenten aan een subsidie-infuus liggen. Zo krijgen in Nederland de NPO en de (regionale) omroepen subsidie van het rijk. Officieel zijn deze media ‘redactioneel onafhankelijk’. Maar veel critici denken dat dat in de praktijk niet zo werkt. Immers, je denkt wel drie keer na voordat je bijt in de hand die jou voedt.
2. Coronanieuws speelt vooral in op angst
Media volgen altijd dezelfde aanpak.
Aan de andere kant van de aardbol duikt een nieuwe virusvariant op. Het NOS Journaal zit er meteen bovenop, de correspondent is al ter plekke. “Hoeveel doden zijn er inmiddels?” wil Rob Trip weten. En daarna volgt altijd die ene vraag: “Wat denk je? Lopen wij hier mogelijk ook gevaar?”
Of het nu gaat om terrorisme, de Taliban, de klimaatcrisis, corona of (als er even niets te melden is) een verwarde man: angst is de kurk waarop nieuws drijft. De reden is simpel. Zolang er iets speelt dat de nieuwsconsument verontrust, blijft hij het nieuws checken. Wat dat betreft is nieuws niets meer dan handel in aandacht.
Herinnert u zich bijvoorbeeld al die angstbeelden uit China nog? Of de dolle paniek omdat het mortaliteitscijfer van corona 3 procent zou bedragen en deurklinken, aangeraakt door een besmet persoon, minstens twee weken ‘besmettelijk’ zouden blijven? Media brachten al deze ‘feiten’ maar wat graag, want angst verkoopt. Geen fijnere burger dan een bange burger. Terwijl we toch allemaal weten dat angst een slechte raadgever is.
Door internet is nieuws er 24/7, een continue stortvloed. Media pompen elk cijfer, elke voorspelling, elk vermoeden over corona uw leven in
3. Coronanieuws houdt nooit op
Voor coronanieuws geldt hetzelfde als al het andere nieuws. Het houdt nooit op –zélfs niet als er eens niets te melden valt. Dat is dan ook direct de reden waarom kranten in komkommertijd net zo dik zijn als anders. Is dat niet vreemd? Je zou denken: als er geen nieuws te melden is, schrijf dan gewoon niets. Maar dat is een no go, want een krant is gewoon een commercieel bedrijf. Aan het eind van de dag moet er winst worden gemaakt. Oftewel, die krant moet vol! Dus mocht u zich ooit afvragen waarom ufo’s altijd in de komkommertijd worden gespot, dan weet u nu waarom.
Ach ja, journalisten hijsen zichzelf graag op het schild als hoeders van de democratie, maar dat is schromelijk overdreven. Nieuws is gewoon hun boterham. Zomaar een tip: zoek eens een krant op die een half jaar oud is. Dan ziet u in één oogopslag welk nieuws er werkelijk toe deed. Het stemt bijna vrolijk om te zien hoe dun een krant dan wordt. Het merendeel van alle berichten is hijgerige waan van de dag en veel gedoe om niets.
4. Coronanieuws wordt ongefilterd over u uitgestort
Vóór de komst van internet was nieuws er alleen ’s avonds, van acht tot half negen. Nu is nieuws er 24/7, een continue stortvloed. Media pompen elk cijfer, elke voorspelling, elk vermoeden aangaande corona uw leven in. Zo heeft bijna elke krantenwebsite een coronablog waarop werkelijk álles wordt gepubliceerd.
Je zou verwachten dat media alle onzin en kolder voor u eruit filteren, maar nee hoor. Dus moet u lezen dat ergens in China een vrouw in een lift twintig anderen heeft besmet. Of dat in een dierentuin in Atlanta dertien gorilla’s zijn besmet met het virus. En meer van dat soort nieuws waaraan u helemaal niets heeft.
5. Corona haalt het slechtste in journalisten naar boven
Toen reguliere media besloten om (als het om corona gaat) enkel de lijn van de overheid te volgen, was dat het signaal voor sommige journalisten om die overheid nóg meer te helpen. Ze namen de rol van boa op zich. Dus kon het gebeuren dat persfotografen op zonnige dagen in parken patrouilleerden, bewapend met enorme telelenzen, want zo kun je foto’s maken waarop het heel druk lijkt. Of het journaille dook op bij kerken, in de hoop dat daar uit volle borst werd gezongen. Dat is een flink deel van al het coronanieuws: iets onbenulligs flink uitvergroten, zodat gans het land daarover schande kan spreken.
6. Media bedenken graag zelf coronanieuws
Kunt u zich dat domme hamsteren nog herinneren? Mensen renden in gestrekte draf naar de supermarkt toen media meldden dat er gehamsterd werd. Maar werd er dan ook echt gehamsterd? Aanvankelijk hooguit op kleine schaal. Het échte hamsteren begon pas nadat media het nieuws veel groter brachten dan het in werkelijkheid was. Met als kers op de taart de constatering dat vooral toiletpapier op grote schaal werd ingeslagen.
Was dat dan wel waar? Ook niet, het was gewoon gezichtsbedrog: op één schap in een supermarkt passen nu eenmaal veel minder pakken toiletpapier dan bijvoorbeeld blikjes tonijn. Zo simpel is het. Dat wisten media natuurlijk ook. Maar hé, de journalistieke uitdrukking dat je ‘een goed verhaal nooit kapot moet checken’ bestaat natuurlijk niet voor niets.
7. Coronanieuws is niet altijd eerlijk
Neem nu het straatinterview. Een televisiejournalist vraagt aan enkele inwoners van het Zuid-Limburgse stadje Kerkrade waarom zij zich niet laten inenten.
De antwoorden zijn nogal ontluisterend. Niet alleen spreken Kerkradenaren met een heel vreemd accent en hangen ze - aan de beelden te zien – de hele dag in het café, ze komen ook nog eens behoorlijk dom over. Wat een idiote wappies, denk je dan als kijker.
Geestelijk vader van deze vorm van journalistiek is Frits Bom. De vakantieman die Nederlandse toeristen in Lloret de Mar voor een wereldkaart zette en hun dan vroeg om Spanje aan te wijzen. Heel televisiekijkend Nederland lachte zich de ballen uit de broek omdat bijna niemand daarin slaagde. Maar wat ze níet wisten, was dat Frits vele tientallen toeristen die vraag moest stellen om zo die paar dommeriken te kunnen vinden. En die liet hij dan zien. Lachen man!
Zo werken straatinterviews dus, ze zijn zelden een eerlijke afspiegeling van de werkelijkheid. Dus mocht u zich afvragen waarom alleen maar oerkreten uitslaande tokkies aan het woord komen wanneer een journalist op het Malieveld demonstranten tegen het coronabeleid interviewt, dan weet u dat nu.
Benieuwd naar de rest van de redenen? Lees het artikel verder in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.
- ANP