In april 2019 velt het Belgische hof van beroep het vonnis over Frank Masmeijer (59). De staf is hoger dan dat hof eiste. Zij wilde de oud-presentator graag acht jaar de cel in hebben en een boete opleggen van 40.000 euro. Masmeijer wordt uiteindelijk veroordeeld tot negen jaar celstraf plus 90.000 euro boete.
De Belgische rechters zijn op dat moment nogal gepikeerd vanwege de houding van de voormalige Nederlandse showmaster. In november 2018 bekende hij ineens tijdens het proces in Antwerpen dat hij wel degelijk zelf heeft geprobeerd cocaïne uit de Antwerpse haven te halen. Die bekentenis werd hem niet in dank afgenomen. Niet alleen in de media en in een boek, maar ook bij de rechtbank en bij het hof had hij dus al die tijd knetterhard zitten liegen.
Dat de Belgische justitie lelijk in de maag zat met de Nederlander bleek wel uit het feit dat het vonnis eerst in januari 2019 zou worden geveld, toen in februari en vervolgens zonder duidelijke redenen werd verplaatst naar april. Wat was er aan de hand?
Merkwaardig proces
Het hof van beroep in Antwerpen zetelt in een oud en in een niet als justitiepand te herkennen gebouw aan de Waalse Kaai. Op donderdagmiddag 13 december 2018 speelt zich hier een van de merkwaardigste processen van het jaar af. In een middeleeuws aandoend zaaltje hebben zich een tiental advocaten, wat belangstellenden en vooral Nederlandse journalisten verzameld om getuige te zijn van het verhoor van Frank Masmeijer. Een paar weken eerder, toen hij in een ander gebouw als verdachte terechtstond, had hij out of the blue toegegeven dat hij in oktober 2014 wel degelijk betrokken was geweest bij de invoer van 467 kilo cocaïne via de Antwerpse haven. Hoe ging dat?
Masmeijer was ingeschakeld om de partij ter waarde van 23 miljoen euro, die was verstopt in een pallet met bananen, op te halen. Hij kreeg daar 30.000 euro voor. Hij had het geld aan zijn neef Yoshi gegeven. Die was havenarbeider en zou hem helpen, maar Yoshi haakte op het laatste moment af. Masmeijer probeerde toen maar zelf met een gehuurde bestelwagen de lading op te halen. Dat lukte niet: hij kreeg het niet mee. Naderhand hadden de opdrachtgevers hem ook nog eens een paar rake klappen verkocht. Hij was in elkaar geslagen.
“Onzin,” riepen de advocaten van de andere verdachten meteen. Masmeijer was ‘een verhaaltje aan het vertellen’. Daar wilden ze ‘het sprekende gebit’ – zijn bijnaam toen hij nog tv-presentator was – toch nog wel even nader over aan de tand voelen. Daarvoor was de zitting bij het hof van beroep.
Masmeijer mag blij zijn dat hij er voorlopig met een pak slaag vanaf is gekomen; als hij geen bekende Vlaming of BN'er was geweest, was hij zonder meer geliquideerd
De advocaten, de media en de rechters zaten er allemaal klaar voor, maar dat viel tegen. Eerst was nog onduidelijk of Masmeijer überhaupt zou komen opdagen, maar na een kwartier wachten kwam zijn Belgische advocaat Kris Vincke binnen. De voorzitter van het hof meldde dat de verdachte met de quarantainewagen was aangekomen en beneden zat. Even later kwam Masmeijer inderdaad door een zijdeur binnen. De rechter vertelde het een en ander, maar dat was voor vrijwel iedereen onverstaanbaar, ook doordat een vrouwelijke advocate ongeveer een halve minuut lang haar neus luidruchtig snoot en er geen enkele geluidsversterking in het rumoerige zaaltje aanwezig was. De enige die na verloop van tijd te verstaan was, was Masmeijer zelf, die maar één ding op zijn hart had. Kort voor de zitting was er in de Gazet van Antwerpen een foto verschenen van zijn ernstig toegetakelde gezicht, na de mishandeling door de opdrachtgevers. Masmeijer: “Ik heb zeer veel respect voor justitie en de rechtbank. Ik ben blij dat ik mijn verhaal heb kunnen doen, maar het heeft me enorm gestoord dat er in de pers een verhaal is verschenen met een afschuwelijke foto. Ik vind het een schaamteloze mensonterende manier van journalistiek. Ik had gehoopt dat mijn kinderen dit nooit hadden hoeven zien.”
Van de andere verdachten is er dan helaas niemand aanwezig. In afwachting van de behandeling in hoger beroep zijn ze allemaal vrijgelaten. De advocaat van een van hen wil van Masmeijer weten wie van de verdachten er precies bij aanwezig was, toen hij mishandeld werd. Er zijn twee broers, met dezelfde achternaam. Masmeijer:
“Op deze vraag heb ik geen antwoord.”
Ook op andere vragen wil hij geen antwoord geven: “Ik heb de vorige keer alles uitgelegd. Ik denk niet dat er iets aan toe te voegen is. Ik voel er niks voor om allerlei verhalen te vertellen om weer aan de schandpaal te worden genageld.”
De advocaat is het er niet mee eens, maar de rechter zegt dat Masmeijer als verdachte niet verplicht is antwoorden te geven en daar blijft het bij: hij wordt weer geboeid afgevoerd door een zijdeur.
Eenmalige uitglijder?
“Ik heb alles uitgelegd,” zei Masmeijer. Daar zijn de advocaten van de andere verdachten het bepaald niet mee eens, maar zowel in Nederland als in België zullen we ermee moeten leven dat waarschijnlijk nooit duidelijk zal worden hoe diep Masmeijer in de havensmokkelarij zat. Het is goed mogelijk dat het een eenmalige uitglijder was en dat het de eerste keer meteen al fout liep. Hoe gaan deze dingen? De Antwerpse haven is niet te vergelijken met die van Rotterdam. Als je in Rotterdam drugs uit containers wil halen, is daar een hele organisatie voor nodig, met corrupte douaniers op cruciale plekken. In Antwerpen gaat dat allemaal een stuk makkelijker. De prijzen voor smokkel via Antwerpen zijn dan ook vele malen lager dan in Rotterdam.
In Antwerpen werkt ‘de halve stad’ in de haven en iedereen heeft wel een neefje of een kennis die er werkt. Wie de weg een beetje kent en thuis is in de kroegen en cafés kan gemakkelijk in contact komen met iemand die wat kan ritselen.
De havenmedewerker hoeft alleen maar door te geven waar de betreffende container staat en dan is het verder een kwestie van wat mensen regelen die het daaruit halen. Masmeijer zal hebben gedacht: ik heb een neef die er werkt, ik regel dat wel even. Hij heeft zich tegenover opdrachtgevers wat groter voorgedaan dan hij is, kreeg een aanbetaling, maar toen bleek dat het neefje het toch niet kon of wilde regelen, zat Masmeijer met de gebakken peren. In dit milieu kun je niet ongestraft iets beloven. Het betekent gezichtsverlies voor de Belgische opdrachtgevers ten opzichte van hun Zuid-Amerikaanse contacten. Nog afgezien van het feit dat er een grote partij is kwijtgeraakt. Daar moet iemand voor verantwoordelijk worden gesteld. Wat dat betreft mag Masmeijer blij zijn dat hij er voorlopig met een pak slaag vanaf is gekomen: als hij geen Bekende Vlaming of BN’er was geweest, was hij zonder meer geliquideerd.
Masmeijer is niet blij dat de foto is gelekt, maar het is in elk geval een bewijs dat zijn verhaal over de mishandeling wel een kern van waarheid bevat. De foto zit in het dossier en is waarschijnlijk – als je mag aannemen dat Masmeijers opmerking authentiek is – via een van de advocaten van de andere verdachten bij de Gazet beland.
De gevolgen van de bekentenis zijn fors. Ten eerste heeft hij de Belgische justitie tegen zich in het harnas gejaagd, maar ook zijn Nederlandse advocaten zullen niet blij zijn. Op basis van zijn mededelingen kunnen hun pleidooien moeilijk anders dan als ‘vals’ worden bestempeld: zij betoogden dat hij in het ziekenhuis had gelegen als gevolg van een carjacking waar hij slachtoffer van was geworden. Eerder was door observatie en uit telefoongegevens rond het cocaïnetransport overigens al bekend dat Masmeijer een bestelwagentje had gehuurd en de hele dag in de buurt was geweest van het bedrijf waar de bananen en de coke waren opgeslagen.
Zakenman in Schilde
Waarom liet Masmeijer zich in met deze levensgevaarlijke praktijken en wanneer is die betrokkenheid begonnen? Op 16 mei 2013 werd een bedrag van 32.500 euro overgeschreven op de bankrekening van Mohamed el B., een van de Belgische medeverdachten in de cocaïnezaak. Het geld was afkomstig van de rekening van een rijke Nederlandse zakenman, die in Schilde woonde. Hij en Masmeijer kenden elkaar al langer en hadden eerder zaken gedaan. De zakenman was toen al geruime tijd ernstig ziek. Masmeijer had zich de laatste maanden als zijn beschermer en verzorger opgeworpen. Er is weinig twijfel over dat Masmeijer deze overboeking heeft uitgevoerd zonder medeweten van de zakenman: hij had toegang tot alle gegevens. Waar dit geld voor bestemd was, is een raadsel, maar het geeft aan dat Masmeijer anderhalf jaar vóór de mislukte poging de cocaïne uit de haven te halen, al betrokken was bij bepaalde activiteiten die hier moeilijk los van kunnen worden gezien.
Masmeijer was geen onbekende in Schilde. Na zijn tv-carrière in Nederland in de jaren tachtig en negentig, verkaste hij naar België, waar hij zich samen met zijn Nederlandse compagnon Max in de horeca begaf. De compagnon had een verleden met vleesfraude en had daarvoor gezeten, maar had zich gerehabiliteerd en deed goede zaken in de Belgische horecasector. Frank en Max hadden samen een paar horecazaken in het shoppingcentrum van Wijnegem en van Waasland. In 2008 toonden ze interesse voor De Loteling, een gerenommeerde brasserie in Schilde, vlakbij Brasschaat.
‘Ook als je het best lopende restaurant van België hebt, kun je er geen levensstijl op nahouden als die van Masmeijer. Zoveel winst kun je niet maken’
Deze zaak werd tot dan toe gerund door de Belgische zakenman Fred Vinken, die toen 68 was en ermee wilde stoppen. Het huurcontract liep af en er moest anders opnieuw voor tien jaar worden getekend. Vinken woonde in een mooie villa tegenover De Loteling. Dat vond Masmeijer ook. Hij wilde het huis wel kopen en ging direct akkoord met de vraagprijs van 1,5 miljoen euro. Het werd een debacle. Fred Vinken: “De man lijdt aan grootheidswaanzin. Alles wat ik in de woning aan renovatie had gedaan, heeft hij afgebroken. Hij maakte voor 300.000 euro kosten, maar veel leveranciers zijn nooit betaald. Binnen twee jaar tijd heeft hij het huis moeten verkopen voor een lagere prijs.”
Met De Loteling ging het niet veel beter. Fred: “Hij had de inrichting helemaal veranderd. Het was een oud pand, hij had er rode moderne kroonluchters in gehangen. Hij had de bar laten verbouwen en omgedraaid. Het personeel was eruit, de kok was eruit. De mensen kwamen niet meer. Ik had een wijnkaart met minstens 150 wijnen, hij had er twaalf.”
De samenwerking met compagnon Max was na drie maanden al van de baan. Fred:
“Er moest geld bij. Ze hadden een kortlopende lening.
Max heeft Frank uitgekocht voor de twee zaken die ze samen hadden in die shoppingcenters. Daar is Max mee doorgegaan. Het waren ook geen vrienden meer.”
Toen stond Masmeijer er ineens alleen voor bij De Loteling. Aan schone schijn geen gebrek.
Vinken: “Frank reed in een Porsche Cayenne Turbo, zijn vrouw in een Bentley.
De kinderen werden met een chauffeur naar de Europese school gebracht. Ze hadden de levensstijl van rocksterren. Ik stond er niet van te kijken toen het nieuws over Masmeijer in de pers kwam. Het heeft alles te maken met de exorbitante levensstijl van die man. Voor mij is het een gluiperd.”
In het huidige proces speelt het geen rol, maar de grote vraag is: waar deed Masmeijer het van?
Waar kwam het geld vandaan om in De Loteling te investeren? Voor de Belgische horecawereld is het wel duidelijk. “Ook als je het best lopende restaurant van België hebt, kun je er geen levensstijl op nahouden als die van Masmeijer. Zoveel winst kun je niet maken,” aldus een insider.
Witwaspraktijken
De Belgische horeca is al jarenlang in de greep van buitenlandse investeerders die dit gebruiken als witwasmachine. Alleen in Antwerpen al is de afgelopen jaren voor vele miljoenen geïnvesteerd in horecazaken die amper het hoofd boven water konden houden. Tonnen kostende verbouwingen die niet of maar voor een deel in de papieren voorkomen en die normaal gesproken nooit terugverdiend worden. Vooral wok-restaurants zijn populair.
Het geld komt van Chinezen uit Macao. Een insider: “Het recept is simpel. Het is oncontroleerbaar wat er in deze zaken wordt omgezet en wat er wordt verdiend. In België is het ook nog eens heel gemakkelijk om met de inkoop van bijvoorbeeld vlees te sjoemelen en een deel buiten de facturen te houden.”
Wie de investeerders zijn die Masmeijer als uithangbord gebruikten voor witwaspraktijken is onbekend. Het staat vermoedelijk helemaal los van de cocaïnezaak, maar ook hier lijkt hij zich het ongenoegen van partners op de hals te hebben gehaald. Op de parkeerplaats van De Loteling werd een Porsche Cayenne met stenen bekogeld. Precies zo een als die van Masmeijer. Vermoedelijk ging het om een ‘vergisbekogeling’.
In november 2011 werd er ’s nachts brand gesticht bij De Loteling. Op twee plekken was het rieten dak aangestoken. Dankzij alert optreden van de brandweer kon het pand worden gered. Beide voorvallen worden gezien als waarschuwingen aan het adres van Masmeijer. Niet lang daarna ging de zaak failliet.
Amper drie jaar later begaf Masmeijer zich in een avontuur met in de hoofdrol 467 kilo cocaïne. Ook dat liep niet goed af voor hem.
Vluchten of zitten?
Toen de Belgische rechtbank Frank Masmeijer veroordeelde tot acht jaar bevond hij zich in Nederland. Zo lang hij in Nederland was, had hij niks te vrezen. Voor het uitzitten van de straf in België kon hij niet worden overgeleverd.
Als Masmeijer niet in beroep was gegaan, had hij op vrije voeten kunnen blijven, maar voor de behandeling van de zaak in hoger beroep was hij wel verplicht te verschijnen. Vanaf dat moment houdt België hem vast en komt hij niet meer vrij voordat hij zijn straf van 9 jaar uitzit. Veel Belgen denken dat Masmeijer en zijn advocaten hier niet aan hadden gedacht en dat hij door zijn eigen domheid achter de tralies verdween.
Masmeijer en Cor van Hout
Nadat hij zijn straf had uitgezeten voor de Heineken-ontvoering begaf Cor van Hout zich graag in de wereld van de jetset, waar hij handenvol geld uitgaf. Een van de vrienden van toen vertelt hoe Cor en Frank met elkaar in aanraking kwamen. Cor zat met zijn vriendin en twee vrienden op het terras van het Hilton Hotel in het Zuid-Franse Cannes, toen Frank Masmeijer daar passeerde. “Kom erbij zitten!” riep Cor, maar Frank was niet meteen enthousiast.
De vriend: “Frank logeerde ook in het Hilton. Hij had mij even daarvoor geholpen. Het was in de tijd van het filmfestival, alle hotels waren volgeboekt. Ik was er drie dagen en wilde graag in het Hilton. Toen Frank dat hoorde, riep hij de manager erbij en heeft daar vreselijk stampei gemaakt, net zo lang tot ik daar een kamer kreeg. Ik had het schaamrood op mijn kaken, maar lag wel in de suite voor de prijs van een normale kamer. Dat had Frank dan toch maar mooi voor elkaar gekregen.”
Masmeijer en het gezelschap van Cor vertoeven enkele dagen in elkaars omgeving, “maar ik had het idee dat hij ons een beetje ontliep. Volgens mij had hij het niet zo op Cor. Maar toen Frank langs het terras kwam, kon hij er niet onderuit. Hij wilde doorlopen. Ik moet naar mijn vrouw, ze ligt op het strand, zei hij. Cor kon aardig aandringen: Kom op, een kwartiertje! Die kwartiertjes van Cor liepen natuurlijk altijd uit.
Deze dus ook en Frank belde zijn vrouw dat ie op het terras zat en dat hij haar daar wel zou zien.”
Dit speelde allemaal eind jaren negentig.
“Die vrouw van Masmeijer is nog steeds een mooie vrouw, maar twintig jaar geleden was ze echt een stoot! Na een klein uurtje kwam ze van het strand. Iedereen keek haar na. Een kobaltblauw jurkje, mooi gebruind, hoge hakken, een plaatje! Ik stoot Cor aan, zo van: kijk ’ns effe! Cor, tegen Frank: Frank, mag ik wat zeggen? Tuurlijk Cor, wat wou je kwijt? Frank, wat een ongelooflijk lekker geil wijf heb je toch! En hij riep meteen de ober: Ober, geef nog wat te drinken en de rekening! Dat laatste natuurlijk in vloeiend Frans, dat had Cor wel geleerd toen hij in Frankrijk in de gevangenis zat.
Frank viel bijna van zijn stoel en was ook meteen vertrokken. Met zijn vrouw. We hebben ze niet meer teruggezien.”
Volgens een van de andere aanwezigen bij dit voorval, was Cor overigens helemaal niet zo gecharmeerd van Frank. “Ik weet van Cor dat Frank toentertijd ook met Cor probeerde aan te pappen. Ik weet verder niet of ze samen iets van zaken hebben gedaan, maar die Frank is in ieder geval een aantal keren in het gezelschap van Cor en wat van zijn vrienden geweest. Cor en zijn maten werden helemaal krankjorum van zijn onophoudelijke moppentapperij. Cor was er op een gegeven moment zo klaar mee dat hij tegen Frank zei: Als je nog één mop tapt, schiet ik je dood!”
- LUMEN FOTO, ANP, E.A.