Cambuur-trainer Henk de Jong: 'Bij mij past een cultclub'

De muren in de perskamer van SC Cambuur zijn opgeluisterd met portretten van voormalige trainers. Er zitten aardig wat eigengereide karakters tussen, zoals Fritz Korbach, Simon Kistemaker en Leo Beenhakker. De foto van huidig hoofdtrainer Henk de Jong, ook bepaald geen type van dertien in een dozijn, hangt direct naast de deur. Het meest opvallend is echter het portret van Han Berger, dat naast het perswandje hangt. Ondersteboven. Het is een Friese protestactie, zo laten we ons vertellen. Berger zat in de raad van commissarissen van de KNVB op het moment dat de bijna zekere promotie van SC Cambuur in het door corona abrupt afgebroken seizoen 2019/2020 niet doorging. Het was Henk de Jong die destijds emotioneel sprak over de ‘grootste schande in de Nederlandse sportgeschiedenis’, maar na het alsnog binnenhalen van het kampioenschap een seizoen later en het daarmee alsnog veiligstellen van promotie, laat hij de affaire liever achter zich. Daar denken sommige Leeuwarders blijkbaar anders over. “Hangt ie weer op z’n kop?” reageert De Jong als we hem vragen naar de foto. “Het is goed dat je dat zegt. Ik heb die foto eerder deze week nog goed gehangen.

Dat ga ik zo meteen weer doen. Dit moeten we niet willen. Wat gebeurd is, is gebeurd.”

U reageerde destijds ook des duivels. De knop is inmiddels omgezet?

“Ik vond het destijds ook heel onredelijk, maar toen de rechter in het kort geding uitspraak had gedaan, was ik er klaar mee. Dat moest ook. Als ik als hoofdtrainer maar door was blijven zeuren, hadden we halverwege het volgende seizoen zevende gestaan. Nu stonden we bovenaan en werden we uiteindelijk ook kampioen.”

Was die knop omzetten moeilijk?

“Na die uitspraak niet. Ik kan best ruziemaken, maar als het is uitgesproken, is het ook echt klaar. Ik had vroeger ook nooit ruzie met mijn ouders of broertje en zus. We praatten het meteen uit. Zo leef ik.

Ik wil ook alleen mensen om me heen hebben die me energie geven.

Als je achter de kar gaat hangen in plaats van met mij de kar te trekken, dan hebben we een serieus gesprek. Met blijven zeuren en foeteren bereik je ook niets. Als je dingen uitlegt, bereik je mensen. En je moet zelf het goede voorbeeld geven. Jij merkt nu toch ook dat je hier welkom bent als gast? We moeten ons allemaal normaal gedragen. Dus even goedemorgen zeggen tegen mensen die je tegenkomt, dat soort dingen. Dat verlang ik ook van mijn spelers.”

Zo staat u bekend: een ‘mensenmens’, ‘people manager’ of ‘de altijd vrolijke trainer’. Het komt in elk interview wel terug.

“Dat hoef je dus niet meer op te schrijven. Ik ben wie ik ben, mijn hele leven al. Andere mensen vinden dat blijkbaar bijzonder. Mijn voetbalvisie, waar echt een idee achter zit, wordt daardoor vaak onderbelicht. Kijk, ik ben uiteindelijk liever een goed mens dan een goede trainer, maar ik weet intussen wel dat ik de voetballerij iets te geven heb. Mijn ploegen spelen superaanvallend voetbal, maar dus wel met een idee erachter. Het is geen hapsnap. We scoorden met Cambuur vorig seizoen 109 keer, en kregen op Go Ahead Eagles na de minste treffers tegen.”

Voelt u te weinig erkenning voor uw prestaties als trainer?

“Ik merk dat het langzaam komt. Ik ben door mijn collega’s uitgeroepen tot de beste trainer van de Keuken Kampioen Divisie vorig seizoen. Dat vond ik mooi. Foppe de Haan reikte de prijs uit. Hij was veertig jaar geleden mijn leraar op het CIOS, en was toen zelf nog een amateurtrainer. Ik heb hetzelfde pad bewandeld, was lang werkzaam bij de amateurs en werd pas op mijn 49ste toegelaten op de cursus Coach Betaald Voetbal. Ik had dat diploma graag eerder willen hebben, maar werd twee keer afgewezen. Ik was daarna ook wel een dwarse Fries, hoor. Ik had iets van: stik maar in heel die cursus. Zo kan ik ook zijn.

‘Ik werd twee keer afgewezen voor de cursus Coach Betaald Voetbal. Ik had iets van: stik maar in heel die cursus’

Kort voor de kop, zoals ze dat hier zeggen. Dat heb ik bij een gevoel van onrecht. Dan knal ik er even in. Uiteindelijk was het zonde, want ik heb veel geleerd op die cursus. Het mooie was dat mijn docent, Wim van Zwam, zei dat hij ook veel van mij had geleerd. Over mijn manier van spelen en over hoe ik met mensen omga. Ik denk ook wel dat anderen daar iets van kunnen leren. Arne Slot heeft ook best vaak gezegd dat Henk de Jong wordt onderschat.

Ik vind het mooi dat hij dat zegt.”

Benieuwd naar de rest van het interview? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.