De Waalstraat in Zuid is niet het gezelligste stukje Rotterdam.
Het ligt ingeklemd tussen de probleemwijk Charlois en de uitgestrekte Waalhaven. Zo’n twintig jaar geleden was hier, op nummer 26, het bedrijf Black Nile Shipping (BNS) gevestigd. Hoewel het gebouw er nog steeds staat, is er op deze zomerse dag in 2021 niets meer dat aan die tijd herinnert. Van de twee BNS-directeuren die vanaf dit adres containers de wereld over stuurden is de één voor zichzelf begonnen en de ander, Gerard Hulscher, van de aardbodem verdwenen. In de zomer van 1998 werd hij voor het laatst gezien. De kans dat de toen 37-jarige Hulscher nog leeft is nihil. Want hij had andere manieren gevonden om snel geld te verdienen en die leverden hem een slechte reputatie op.
Eén met mogelijk fatale gevolgen. Inmiddels staat de zaak als coldcase in de boeken, wat niet wil zeggen dat er nog een onderzoek loopt. Het is wachten op de spreekwoordelijke gouden tip. Aangezien Hulscher veel contacten had in de criminele wereld moeten er mensen zijn die precies weten wat er met de man is gebeurd. Vermoedens zijn er in ieder geval genoeg. “Hulscher was een ripper,” zegt een bron die het West-Brabantse criminele milieu van binnenuit kent. “Hij pakte partijen drugs af en deed dat bij de verkeerde jongens. Hij had weinig vrienden zal ik maar zeggen.” Of dat de reden is geweest van Hulschers verdwijning valt echter nog maar te bezien, want er speelde meer in het leven van de Brabander.
In scène gezet
Het is dinsdag 14 juli 1998, een week na de gemiste strafschoppen van Phillip Cocu en Ronald de Boer in de halve finale tegen Brazilië.
De politie in het Belgische Malle wordt gebeld over een uitgebrande auto langs een afgelegen bosperceel. Hoewel er weinig van het voertuig over is, zijn het merk en het kenteken nog wel zichtbaar.
Het gaat om een BMW, type 318 TDS met het Nederlandse kenteken NL-ZL-11. De auto blijkt op naam te staan van Gerard Hulscher uit Rijsbergen, een plaatsje net buiten Breda. De omstandigheden doen het ergste vrezen. Niet alleen omdat de auto is uitgebrand, ook blijkt de eigenaar ervan in geen velden of wegen te bekennen.
Als de Brabantse politie een onderzoek instelt naar de verblijfplaats van Hulscher komen er enkele opvallende zaken aan het licht. Zo is het laatste gsm-signaal afkomstig van een mast in Luxemburg. Omdat niets er verder op wijst dat Hulscher daar daadwerkelijk is geweest, houdt de recherche rekening met een bewust gecreëerd dwaalspoor.
Gerard laat zich graag inhuren door groeperingen als de York-bende, maar deinst ook niet terug voor een rippartijtje hier en daar
Mogelijk is het de bedoeling dat mensen dénken dat de man daar is geweest. Voor de familie van Hulscher vormt het Luxemburgspoor daarom een houvast. Misschien heeft Gerard zelf de boel in scène gezet, zo hopen ze, om elders een veilig heenkomen te zoeken. Het zal dan ook een jaar duren voordat de vader van Hulscher aangifte doet van de vermissing.
Het rechercheonderzoek wijst verder uit dat Hulscher medeeigenaar is van het bedrijf Black Nile Shipping in de Rotterdamse haven. Als hoofdactiviteit vermeldt de Kamer van Koophandel ‘scheepsbevrachting’ en dat doet in de recherchekamer de nodige wenkbrauwen fronsen. Hulschers naam duikt al een tijdje op in internationale drugsdossiers en in dat licht bezien krijgt zijn containerbusiness toch een iets andere lading, om maar even in scheepvaarttermen te blijven.
Toch blijken de schimmige activiteiten van Hulscher zich vooral in het Brabantse af te spelen. De man is een belangrijke pion in de geruchtmakende York-bende.