Drie weken Japan en je ziet waarschijnlijk alleen de wielerbaan…
“Dat is wel apart, ja. Ik heb het net even uitgerekend en heb in de afgelopen vijf jaar in totaal twee jaar in Japan gezeten, vijf keer vijf maanden, om mee te doen aan keirintoernooien door het hele land. Ik heb dus wel wat van Japan gezien intussen. Mijn uitvalbasis was toen al Izu, waar ook de olympische wielerbaan staat, op ruim twee uur rijden van Tokio. De wielerbaan ligt op een heuvel, het vakantiepark waar wij zitten ligt op de heuvel ernaast. Ik zal het dorp alleen vanuit de bus zien. Ik moet dan maar een beetje naar buiten kijken naar die leuke restaurantjes waar ik altijd heen ging. Misschien zie ik nog wat bekenden lopen.”
Je kunt het er natuurlijk ook een keer op wagen… Hoe streng zijn ze in Japan?
“Ik heb in al die jaren wel geleerd dat je je daar echt aan de regels moet houden. In Japanners komt het niet eens op om de regels te breken. Een regel is een regel, daar houd je je aan. Dat is dus totaal anders dan bij ons. Wij denken meteen: een regel kun je ook overtreden. Of omzeilen. Als er geen auto aankomt, kun je best door rood lopen. Dat zie je een Japanner niet doen. Ik ga tijdens de Spelen ook niet uitvinden wat er gebeurt als je het wel doet.”
In al die jaren in Japan heb je nooit een regel overtreden?
“Ik heb per ongeluk een keer mijn auto ergens geparkeerd waar het niet mocht. De keirinbond is toen aan de buurtbewoners excuses gaan aanbieden en nam zelfs cadeautjes mee. Ze zijn ook bij het politiebureau langsgegaan.”
Waarom?
“Het is in hun ogen niet zo dat Matthijs Büchli, een buitenlandse renner, een regel heeft overtreden, maar dat iemand van de keiringemeenschap dat heeft gedaan.
En dat heeft zijn weerslag op het hele keirin.”
De boete was vast niet mals.
“Dat is het gekke, ik heb helemaal geen boete gehad.”
Je was daar om de keirin te rijden. Even een vraag voor de wielerleek: wat is dat eigenlijk?
“Je rijdt met zes renners op de baan achter een derny, een gangmakermotor, aan. Je moet achter de derny blijven totdat hij met nog drie ronden te gaan de baan verlaat. Daarna sprint je eigenlijk tot de finish. Het is een heel tactische discipline, want je moet zorgen dat je een goede positie hebt voordat het echt 70 kilometer per uur gaat.”
‘Keirin is een heel tactische discipline, je moet zorgen dat je een goede positie hebt voordat het echt 70 kilometer per uur gaat’
En dat is een populaire sport in Japan?
“Het is een miljardenindustrie. Japan heeft geen casino’s, maar mensen kunnen wel gokken op paarden, motorraces, bootraces én keirin. Daarom is het zo groot. Als buitenlander doe ik alleen mee aan de kleinere wedstrijden, daar wordt in totaal al, omgerekend, een miljoen euro op mij ingezet. Daar moet je niet al te lang bij nadenken als je op de baan bent. Bij de echt grote wedstrijden, waaraan alleen Japanners mogen meedoen, gaat het al snel om het tienvoudige. Vandaar dat er ook strenge regels zijn. Zo’n toernooi duurt vier dagen. Buiten de wedstrijden om zitten we met z’n allen in het hotel en moeten we onze telefoons inleveren en mogen we internet niet op.”
Wat zeg je nu?
“Dat is vanwege het gokken. De bond wil niet dat je als renner contact kan hebben met de gokkers. Vroeger kon de yakuza, de Japanse maffia, blijkbaar invloed op de uitslagen hebben. Om dat te voorkomen, worden de renners nu afgezonderd. Je mag in je hotelkamer niet eens te dicht bij het raam staan, want aan de overkant van de straat kan in een gebouw iemand zitten met een verrekijker die tekens van jou kan opvangen. De jaloezieën blijven dus ook dicht. Als je een keer wel naar buiten kijkt, krijg je dat meteen te horen. We worden dus echt in de gaten gehouden.”
Dan valt een gps-tracker tijdens de Spelen nog wel mee. Vind je die Big Brother-praktijken niet eng?
“Het is niet eng, wel bizar. Ze zijn daar echt heel serieus in. Hetzelfde met de sokken die je aantrekt.
Ik had in het begin een dag mijn sokken iets hoger opgetrokken dan de dag ervoor. De bond stuurde iemand langs om te vragen hoe dat zat. Ook dat had een teken kunnen zijn voor iemand in het publiek. Ik kreeg te horen dat ik moest zorgen dat mijn sokken elke dag op dezelfde hoogte zaten.”
Ben je eigenlijk de local hero van Izu tijdens deze Spelen?
“Ik denk dat ik redelijk populair ben bij de Japanners. Ze houden vooral van renners die er vol voor gaan, zonder na te denken over de gevolgen. Ik heb die kamikazestijl ook wel een beetje. Ik spring in de gaatjes die ik zie, durf ook twee ronden keihard te fietsen aan kop. Daar houden ze van. Maar het blijft Japan en er doen ook Japanners mee. Dus die zullen vooral support krijgen. Stiekem hoop ik dat ze ook een beetje voor mij juichen.”
Maar die Japanners zijn toch helemaal niet zo goed in hun eigen sport? Er heeft nog nooit een Japanner een olympische medaille gewonnen op de keirin.
“Dat is waar, maar daar willen ze nu verandering in brengen. Er zijn de laatste jaren goede coaches en wetenschappers naar Japan gegaan om het niveau op te krikken. Er is veel in de sport geïnvesteerd.”
Hoe komt het dat er zoveel Japanse keirinrenners zijn, maar dat ze internationaal eigenlijk niet meetellen?
“Het is voor die gasten chiller om in Japan te blijven fietsen. Daar verdienen ze meer geld en ze hoeven minder serieus te leven. Stel dat je in Nederland bij de amateurs gaat voetballen en een ton verdient en je kunt in het buitenland bij een profclub gaan spelen, maar je verdient daar minder en je moet veel harder trainen. Dan zou jij het toch ook wel weten? Voor de Japanse renners is keirin een baan die ze tussen hun 20ste en 50ste hebben. Ze rijden drie toernooien per maand waarvoor ze vier dagen van huis zijn. Ze zijn dan met maten onder elkaar.
Het is dan overdag fietsen en ’s avonds roken en drinken. En ondertussen goed geld verdienen.”
Benieuwd naar de rest van het interview? Lees het in de nieuwste Panorama of bekijk het op Blendle.
- Clemens Rikken